
Dé revelatie van ‘De expeditie: Namibië’ is met voorsprong de Zwevegemse actrice Janne Desmet (44), die dezer dagen op de set van de West-Vlaamse film ‘Dust’ staat. In het Play4-programma mocht ze voor het eerst op tv haar geweldige zelve mag zijn. Maar terwijl het eindpunt nadert, doemt aan de horizon ook de première op van haar solo-voorstelling ‘Arme tante Danni’, waarin ze de drang om te slagen feilloos fileert. Een gesprek over wat haar bijna nekte in de woestijn, massages en… haar onafgewerkte badkamer. “Ik heb ontdekt hoe onwaarschijnlijk trots ik ben op mijn lichaam.”
Wie De expeditie: Namibië volgt op Play4, heeft ongetwijfeld al opgemerkt dat actrice Janne Desmet helemaal in haar element is in de woestijn. Kan ook moeilijk anders als zinderende zonnestraal en wonderlijke wervelwind. Wie spreekt met haar medereizigers, collega’s en/of vrienden van Janne, krijgt steevast en unisono hetzelfde te horen: dat ze als oude ziel onmiskenbaar de definitie is van pure liefde, generositeit én dankbaarheid. Dat laatste declameert ze ook meteen als het over de reeks gaat. “Als ik terugkijk, is het bijna belachelijk dat ik dit heb mógen doen. Een vierde van mijn tijd dacht ik: aan wat heb ik dit in godsnaam verdiend? Allemaal omdat je de chance hebt dat je grootouders zich uit de schaarste van de oorlog hebben gewrocht om dit nu cadeau te krijgen? Maar goed, ik heb me daar in de woestijn voorgenomen dat ik die dankbaarheid zou omzetten in verhalen vertellen. Want wat je zag op televisie, is nog geen honderdste van wat we daar hebben meegemaakt.”
Het is de eerste keer dat je voor een breed publiek geen rol moet spelen.
“In de woestijn moést ik ook wel mezelf zijn. Je kan niet anders. Maar ik ga er niet over liegen: het was wennen. Het hele tv-gegeven was voor mij een grotere uitdaging dan het stappen zelf, maar het moet gezegd: het productiehuis en de mensen die meewerkten hebben héél straffe dingen gedaan. Die cameramensen sleurden hun materiaal de heuvels op voor een mooi shot, terwijl ik altijd diegene was die naar hen stond te zwaaien en roepen hoe goed ze het deden. ‘Janne! Wij zijn hier niet!’, riepen ze dan terug.” (lacht)
Was je goed voorbereid?
“Ze hadden ons op voorhand een GoPro-camera meegegeven om dat te filmen, en ik heb dat weer veel te serieus genomen en waarschijnlijk voor 150.000 uur materiaal afgeleverd. (lacht) Dan moest ik naar het containerpark, en bedacht ik al hoe ik dat kon linken aan de expeditie. Ik heb ook bij mijn ouders gefilmd en bij mijn omaatje, die op dat moment in een rustoord zat en ondertussen helaas overleden is. Maar ik ben zo onwaarschijnlijk dankbaar dat ik nog zoveel schoon materiaal en warme gesprekken van haar heb. Ze heeft de mooiste levenswijsheden aan een hoog tempo voorgeschoteld en ik heb dat allemaal op beeld. Dat alleen al was een cadeau. (droog) En als er ooit iets gebeurt met de man van het containerpark: ze mogen mij bellen. Ik heb héél veel materiaal.”
Het is duidelijk in de reeks: de woestijn neemt, maar geeft zelden. Dat zagen we ook bij andere kandidaten, onder wie Flo Windey die moest afhaken.
“Het is niet voor niets een belangrijk symbool in de bijbel. Het is een plek om tot inzichten te komen, ook al omdat je je daar niet beter kan voordoen dan je bent. Het is geen geheim dat ik de opofferaar in mezelf thuis moest laten. Ook door de mensen die mee waren, werd ik gestimuleerd om mezelf te zijn. Terwijl ik vaak denk: moet het weer zo luid of zo veel, dan was het daar van: ‘doe maar’.”
Jij geeft dan net wél weer, van koffie ‘s morgens tot massages ’s avonds.
“Die massages geven, was mijn cadeau voor iedereen. Ik ben op de valreep nog een cursus gaan volgen, en ‘s avonds gaf ik aan de andere expeditieleden een uur lang massages. Dan filmden ze een kwartier en vroegen ze: ‘moet je nog lang?’. Maar ik was nog maar net begonnen! Het was ook een momentje waar ik mezelf even kon opladen. Ik was ook een uur lang stil, wat daar ook niet zo vaak gebeurde. Het was een bijzondere manier om elkaar te ontmoeten en met elkaar in verbinding te gaan. Zelfs al was het een uur iemands hoofd vasthouden, dan nog was dat prima. Ik sleurde allerlei olietjes mee, maar ik had daar geen seconde spijt van. Het gaf me zoveel terug. Ik vond er ook een zekere traagheid in mezelf. Op een gegeven moment had ik een moeilijke dag, maar had ik een massage beloofd aan iemand die avond. Ik heb meer afgezien van het idee dat ik moest zeggen dat ik het niet zag zitten, dan van een 120 kilo zware kar. Tot ik dacht: ‘maar Janne, wat is dit nu?’.”
Zijn er dingen die je bijgeleerd hebt over jezelf?
“Wat niet? (lacht) Alles en niets tegelijk. Niets nieuws als student van het leven, maar ik heb ontdekt hoe onwaarschijnlijk trots ik ben op mijn lichaam. Zeker als je naar de 44 jaar neigt, durf je al eens over een midlife struikelen en alles in vraag stellen. De woestijn heeft me terug naar mijn fabrieksinstellingen gebracht.”
Was jezelf zijn de grootste uitdaging?
“Ik vind het zo leuk als ik verhalen kan vertellen via een fictieve wereld, en dan heb je een dun velletje nodig om jezelf te beschermen. Maar daar geef je jezelf bloot, ook nog eens via een medium waar je geen controle over hebt en waarvan je hoopt dat er met de grootste zorg en empathie zal mee worden omgegaan. (denkt na) Ik wilde onlangs een tafeltje kopen via Facebook, dus ik had een berichtje gestuurd. Ik zou nog iets laten weten, maar ik was het uit het oog verloren. Een dag later krijg ik nog een berichtje van die verkoper met een afbeelding van een interview dat ik ooit gaf, met als kop: ‘Soms vind ik mezelf een sukkel’. Hij schreef er bij: ‘Kan ik alleen maar beamen’. Ik had meteen naar die productie willen bellen om te zeggen dat ze mij uit de reeks moesten halen, dat ik die commentaar niet zou aankunnen. Voor mij begon de expeditie pas echt toen het programma op antenne ging.”
Iedereen botst in de woestijn op zijn grenzen, zoveel is al duidelijk in de reeks.
“Je moet naar élk signaal van je lichaam luisteren. Als je dorst hebt, moet je meteen drinken, niet tien minuten later. Op een gegeven moment had ik mijn regels tijdens een zandstorm en even te weinig gedronken. Resultaat: drie dagen later een blaasontsteking. Maar thuis komt zoiets sluimerend binnen, en daar was het in nauwelijks een paar seconden met je knieën op de grond en koorts. Ik kon geen stap meer zetten. Linde (Merckpoel, red.) belde naar een ziekenhuis, en toen ze vroegen wat de symptomen waren, zei ik: ‘The honeymoon disease but without the honeymoon’. (lacht) Ik was doodziek en je krijgt jezelf mentaal daar niet doorgesleurd. Ik had dus meteen al de prijs betaald. Maar ik ben nog nooit zo goed geweest in het luisteren naar mijn grenzen als toen. Ik zette het ook de hele tijd in perspectief. Een paar landen verder moéten mensen door de woestijn met twee kinderen en een bak water op hun hoofd vluchten uit een oorlogszone. Dan ga ik niet klagen dat het wat lastig is.”
Falen en je plaats durven innemen is wellicht niet toevallig ook de insteek van je theatershow ‘Arme tante Danni’, waarmee je eind deze maand in première gaat. Je vorige ‘Hier Waak Ik’ dateert al van meer dan tien jaar geleden.
“Goh, ik heb sindsdien al veel gespeeld, onder meer in Zwins, maar het heeft inderdaad wel kunnen rijpen, ja. Misschien soms te veel. (grijnst) Na mijn vorige voorstelling wilde ik iets doen over werken – ik ben zelf een behoorlijke workaholic. Ik ben ook iemand die zich heel erg identificeert met de mens die al eens sukkelt en struikelt. En daar kwam ik steeds vaker uit op die continue drang om een betere versie van jezelf te worden. Aan de ene kant is er nog nooit zoveel aandacht geweest voor al die labels of bijsluiters van je hoofd. Gewoon om te zeggen dat elk brein anders is. Aan de andere kant word je om de oren geslagen met allerlei apps en cursussen om de beste versie van jezelf te worden. En dan denk ik: waarom mag ik niet gewoon goed genoeg zijn? Ik heb het gevoel dat ik heel goed weet welke keuze ik zou moeten maken in mijn leven, maar toch slaag ik er vaak in om net die andere keuze te maken. Zoals in elke voorstelling of verhaal breng ik een uitvergrote versie van mezelf of de mensen rondom mij. In mijn geval heb ik die verzameld in een tante Danni, omdat je als kind vaak kijkt naar nonkels en tantes, die er al zijn in het leven. Zij zijn al aangekomen op hun expeditie. Ik kijk daar nu heel anders naar. Ik had gedacht dat ik mijn leven en mijn huis op mijn veertigste helemaal op orde zou hebben, maar ik blijf maar afkappen in mijn huis. Nu besef ik dat je op die leeftijd ook nog zoekt. Als je in de jaren 70 op je 18de nog niet wist wat je ging doen, was je ‘op de dool’. Vandaag beslissen jongeren op hun 18de dat ze een jaar de tijd gaan pakken om uit te zoeken wat ze willen doen én ze krijgen er respect voor. Als je vroeger op je 30 nog niet settelde of keuzes maakt die niet in een vakje pasten, leek je te sukkelen. Wat het gesukkel van toen was, is soms het heroïsch uit de kast komen van vandaag. De sukkelaars van toen blijken nu de helden.”
Het is een thematiek die voor heel wat mensen herkenbaar is.
(op dreef) “Wie heeft er ooit bepaald: met dit soort leven verdien je tien op tien? Wie heeft ooit bedacht dat je zelfs tien op tien moet halen? Weet je, ik ben al vijf jaar aan het verbouwen, mijn badkamer was niet af toen ik vertrok op expeditie en ook niet toen dit op antenne ging. Er is een tijd geweest dat ik me daar voor schaamde en zelfs ongemakkelijk werd bij onaangekondigd bezoek. Terwijl ik eigenlijk niets belangrijkers vind dan dat mensen zich welkom voelen bij mij. Ik weet nochtans dat het mijn vrienden niets kan schelen hoe mijn huis er uit ziet. Maar je voelt hoe je je aanpast aan… aan wat, eigenlijk? Als ik naar de bakker ga als er vrienden komen, koop ik altijd veel te veel. En dan nog denk ik dat ik niet genoeg heb.”
En onrechtstreeks ook ‘dat je niet genoeg bent’. Zó blij dat iemand dit eindelijk eens luidop zegt.
“Weet je, ik vind het rete-eng, deze voorstelling, omdat ik niemand voor het hoofd wil stoten. Omdat ik niet ondankbaar wil overkomen naar de generatie voor mij, die zich uit de naad heeft gewerkt, die angst tot het diepste van hun DNA heeft meegemaakt, om dan hen te horen zeggen: ‘wat hebben we dan verkeerd gedaan?’. Waardoor je je weer schuldig voelt, en je opnieuw vertrokken bent. Nee, ik wil die zoektocht voeren naar het moment dat je kan zeggen: ik ben er, ik ben goed genoeg. Dat is een thema dat bij mij tot in den treure blijft terugkeren. Maar zolang het kwetsbaar, grappig en herkenbaar materiaal oplevert, gaat het me blijven inspireren. En ga ik er blijven over vertellen.”
‘De expeditie: Namibië’, nu te zien op Play4, GoPlay en integraal op Streamz. ‘Arme tante Danni’ gaat op 27 februari in première in Antwerpen, waarna Janne doorheen Vlaanderen trekt. Tickets en info via www.marthatentatief.be/voorstelling/arme-tante-danni.
Het beste van KW
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier