Nadat Stijn Vanbrabant jarenlang gepest werd op school in Poperinge vond hij een safe space in de Vort’n Vis in Ieper. Hij werd er vijftien jaar vrijwilliger en kwam zo in verschillende bands terecht. Nu interviewt hij de pioniers van de West-Vlaamse hardcorescene H8000 voor de podcast The Sound of the Attic.
The Sound of the Attic ging over de tongen in de Ieperse hardcorescene nadat Stijn Vanbrabant erin slaagde om Josh (Joost Noyelle) en Pierre (Pieter van Rumbeke) van Congress te strikken voor een interview. “Die band was met ruzie geëindigd, waardoor ze elkaar elf jaar niet hadden gesproken, maar toen ze hier zaten bleek dat er niet echt een probleem was. Ik zou zeggen: luister naar de aflevering om te weten hoe de vork precies in de steel zat.”
Wat is The Sound of The Attic?
“The Sound of the Attic begon als een Instagramkanaal waarbij ik in mijn vorige woonst op zolder platen oplegde en een tekstje erbij schreef over de band. Hier heb ik een grotere zolder en zag ik meer potentieel. Doordat ik een fervent podcastluisteraar ben, wilde ik een eigen podcast maken over wat mij interesseert, namelijk de Belgische muziekgeschiedenis. Ik begon met de zogeheten H8000, de West-Vlaamse hardcorescene, omdat ik daar veel volk ken. Daarna wil ik me focussen op de Belgische metalscene uit de jaren 80, de scene van mijn vader. Killer, Ostrogoth, Acid, Cyclone, Crossfire,… De bands die de Belgische metalscene gemaakt hebben.”
Naast Congress interviewde je ook Firestone, Regression, Spirit of Youth/Solid en Deformity. Wat wil je van hen weten?
“Hoe ze in contact kwamen met elkaar en de muziek. Ik hou ook van anekdotes, omdat dat altijd eindigt met een goeie lach. Ik ga ook dieper in op de persoon zelf. Wie is de persoon achter de band? Waar zijn ze nu nog mee bezig? Moeilijke onderwerpen ga ik niet uit de weg. Dat is dan misschien de Luk Alloo in mij. Ik ben niet op zoek naar sensatie, wel naar een goed verhaal. Het onderwerp interesseert me mateloos. Dat een paar – cru gezegd – boertjes uit West-Vlaanderen even de Europese hardcorescene bepalen…”
“De Vort’n Vis was voor mij een bevrijding, want daar was iedereen ‘raar’”
Hoe ben je zelf in de hardcorescene terechtgekomen?
“Ik ben opgegroeid met Metallica, Belgian Asociality, Heideroosjes,… In Poperinge was er geen metalscene, dus ging ik elke week naar het JOC en de Vort’n Vis in Ieper. Zo ontdekte ik dat er ook bands waren in Ieper zelf. Ik hoorde de naam Congress vallen, kwam die tegen in de cd-collectie van mijn vader en werd op slag verliefd. One Step Beyond zien in de Vort’n Vis was ook een bepalende factor. Voor mij is hardcore een passie, een manier van leven en vooral een uitlaatklep. Hardcore is anger management: opgekropte woede die je loslaat in de moshpit en door mee te zingen.”
Je was vijftien jaar vrijwilliger in de Vort’n Vis. Je hebt zelfs het logo laten tatoeëren.
“In Poperinge was het destijds not done om op je zestiende metalfan te zijn. Iedereen hield van techno. Ik had daar niets mee en werd gepest op school: tegen mijn benen plassen, in vuilbakken gegooid worden, klop krijgen, kleren stelen,… Verregaand pestgedrag, waar ik nu nog altijd nachtmerries over heb. De Vort’n Vis was een bevrijding, omdat iedereen daar ‘raar’ was. Dat was een puzzel die op zijn plaats viel. De Vort’n heeft me uit een dal getrokken, waar ik zonder niet uitgeraakt zou zijn.”
Je zat ook zelf in enkele bands?
“In Ugly & Proud, Crossface, Turbowarrior of Steel en Headshot. Turborwarrior en Headshot waren de grootste bands, wellicht omdat ze ook al jaren bestonden toen ik erbij kwam. Voor Turbowarrior of Steel heb ik zelfs speciaal een basgitaar gekocht zodat ik hun bassist kon vervangen. Uiteindelijk kozen ze voor Nico (Vedts, die ook bassist is bij Belgian Asociality, red.) maar pikten ze me alsnog op als tweede gitarist.”
Ben je nog met muziek bezig?
“Voor het eerst in lange tijd heb ik momenteel geen band, maar ik ben wel muzikanten aan het verzamelen om een blackmetalband op te richten. De teksten die ik nu schrijf gaan over verderf, hoe de mensheid eigenlijk een virus is dat de wereld probeert uit te roeien maar het altijd overleeft, ook al verdienen we dat niet. Dat is niet mijn idee, maar ik vind het wel tof om erover te schrijven. Black metal is ook een beetje tegen de schenen stampen.”
Je maakte ook hiphop met XsustainX, onder andere het nummer ‘Kissak’ over een pedofiel familielid.
“Dat is wel echt een nevenproject. Wellicht zal ik met XsustainX wel nog iets uitbrengen, maar alleen als het nodig is. In dat project zeg ik wat ik voel, zonder filter. Maar echte ambities heb ik daar niet mee. Of er drie man luistert, of 4.000 zoals in het geval met Kissak, maakt me niet veel uit. Er zit wel nog een nummer klaar over mijn pestverleden.”
Ben je trots om Ieperling te zijn?
“Ik ben geen Ieperling, want ik ben geboren in Poperinge. Het maakt me wel trots wat de Vort’n Vis en Ieperfest doen voor de scene en ik heb hier altijd mijn ding gevonden. Poperinge is steendood. Er is daar geen alternatieve scene. In Ieper wel. Dat maakt me trots dat ik in Ieper woon, ja.”
Privé: Stijn werd geboren in Poperinge op 25 november 1991. Hij woont in de Haiglaan in Ieper met zijn vrouw.
Loopbaan: Nadat hij houtbewerking studeerde in het VTI in Poperinge, werkte hij eerst acht jaar bij Valcke Prefab Beton. Nu bouwt hij al vijf jaar flightcases voor D-Case.
Vrije tijd: Stijn was jarenlang vrijwilliger en bestuurslid in de Vort’n Vis en Ieperfest, muzikant bij Ugly & Proud, Crossface, Turbowarrior of Steel en Headshot en maakt nu de podcast The Sound of The Attic. Hij is verzamelaar van Nintendo, Pokémon, Power Rangers en Urbanus.
Het beste van KW
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier