Op de Mercator met afscheidnemend journalist Dany Van Loo (69): “Altijd geprobeerd uit mijn hart te schrijven”

Dany Van Loo: “Mijn terugkeer naar Oostende was een van de grootste gelukken van mijn leven.” © Davy Coghe
Hannes Hosten

Vele jaren was Dany Van Loo (69) journalist voor onder meer onze krant. De Mercatorgesprekken waren van het liefste wat hij schreef. Maar toen Dany eind oktober op het nippertje aan de dood ontsnapte, besloot hij zijn loopbaan vroeger dan gepland stop te zetten. Met zijn warme aanpak en grote inlevingsvermogen was Dany de man van de ruimere, menselijke verhalen. Bij zijn journalistieke afscheid laten we hem graag zelf eens zijn verhaal doen.

Dany schuifelt nog erg voorzichtig over de loopbrug, maar de twinkeling in zijn ogen is terug. Aan hem moet je niet vragen of hij een band heeft met de Mercator. De voorbije jaren troonde hij tal van boeiende mensen mee aan boord voor een interview in deze reeks. “Het doet raar om nu eens aan de andere kant te zitten”, bekent hij. “En toch heb ik snel de knop omgedraaid. Door wat me is overkomen. Ik werd getroffen door een septische shock. Levensgevaarlijk. Dat is een ontstekingsreactie van het lichaam op een infectie die zo hevig is dat orgaanfuncties uitvallen. Ik lag al in het ziekenhuis voor die infectie, maar plots ging het stijl bergaf. Ik had geen adem meer, mijn bloeddruk daalde… Een attente verpleegster en een al even attente jonge dokter redden mijn leven. Zij brachten me onmiddellijk naar intensieve zorgen en de dokters daar dienden me – de juiste – antibiotica toe. Die behandeling sloeg gelukkig aan. Een half uur later en ik was er geweest.”

Een gedachte die er in hakt.

“In het begin was ik erg emotioneel. Ik mocht geen triestige film bekijken of persoonlijk berichtje krijgen of ik ging aan het blèten. Er was chaos in mijn hoofd, maar langzaam maar zeker zag ik licht aan het einde van de tunnel. Ik ben fantastisch verpleegd in het AZ Oostende. Geen kwaad woord over het ziekenhuis en evenmin over de fantastische mensen van de thuisverpleging. Sepsis – en de overtreffende trap – septische shock zijn ongelooflijk gevaarlijk, maar jammer genoeg ook meestal miskend. Het tijdig herkennen is van levensbelang.”

En hoe gaat het nu met je?

“Na iets meer dan twee weken, waarvan zes dagen op de intensieve, mocht ik naar huis. Daarna kreeg ik nog anderhalve maand thuis baxters met antibiotica. Ik krijg nu nog altijd kine en heb daar veel deugd van. Ik kom weer alleen buiten, elke avond maak ik een kleine wandeling met onze hond James. En in de namiddag gaan Corinne, James en ik samen wandelen, elke dag wat verder. Het is soms nog op de tanden bijten, maar het gaat goed vooruit. En de vele reacties die ik krijg, helpen bij mijn genezing.”

Hoe rolde jij de journalistiek in?

“Begin jaren 80 schreef ik een tijdje voor De Zeewacht, als medewerker voor Nieuwpoort. Ik was daar eind jaren 70 komen wonen en trouwde er ook, omdat mijn vrouw van Nieuwpoort was. Omstreeks 2003 nam ik het schrijven weer op, eerst voor Het Nieuwsblad, later ook voor Krant van West-Vlaanderen en diverse andere media. In 2005 werd ik voltijds journalist. Dat gaf me meer vrijheid om thuis de zorg op te nemen voor mijn vrouw, die aan kanker leed en in 2006 gestorven is. Maar ik ben freelance journalist gebleven. Mijn vrijheid heb ik altijd gekoesterd.”

“Een attente verpleegster en jonge dokter hebben mijn leven gered”

Je keerde intussen terug naar je geboortestad. Hoe ging dat?

“In 2007 kwam ik weer in contact met mijn jeugdvriendin Corinne. Zij woonde in Oostende en was ook weduwe. Sinds 2008 wonen we samen. Mijn terugkeer naar Oostende is een van de grootste gelukken van mijn leven geweest. Ik ben hier geboren en getogen, mijn ouders baatten een klein hotelletje met restaurant uit aan de Vindictivelaan, tegenover het station, de Capricorne. Ook al woonde ik jaren in Nieuwpoort, mijn hart lag altijd in Oostende.”

Was journalistiek helemaal jouw ding?

“Dat kan je wel zeggen. Ik schreef altijd graag, mocht veel ontdekken, leerde zoveel mensen kennen… Met heel veel mensen die ik interviewde, bleef ik vriendschappelijke contacten onderhouden. Ik reisde voor de krant ook naar Afghanistan, China en Oeganda. Daar interviewde ik journaliste en kinderrechtenactiviste Els De Temmerman. Toen zij mij vroeg om in Oeganda te blijven om mee te werken aan een journalistiek project, heb ik dat echt overwogen. Zwart-Afrika heeft me altijd gefascineerd en ik was toen nog alleen. Maar anderzijds ben ik al jaren diabetespatiënt en is de gezondheidszorg daar van een twijfelachtig niveau. Bovendien ben ik enige zoon en wou ik dat mijn moeder, die toen al in de 80 was, niet aandoen. Achteraf ben ik blij, want wat later vond ik het grote geluk terug bij Corinne.”

Ondanks tegenslagen bleef jij positief in het leven staan. Hoe doe je dat, Dany?

“Ik ben altijd een optimist geweest. Het glas is altijd halfvol En ik had een toffe job. Ik heb van alles gedaan, maar kon me het meest uitleven in grotere reportages. Daarom ook schreef ik heel graag de Mercatorgesprekken: je kon er eens echt een lap op geven. Dat was mijn probleem: ik had soms meer werk om mijn stuk in te korten dan om het te schrijven. Ik sprak twee keer met astronaut Dirk Frimout, met premier Jean-Luc Dehaene, kardinaal Danneels, Arno, Kamagurka en Herr Seele… maar ook gewone mensen met een verhaal konden me boeien. Mijn redactie stuurde me eens naar een man wiens vrouw pas was verongelukt. Ik zag dat eerst niet zitten en hoopte zelfs dat hij het gesprek zou weigeren. Maar uiteindelijk mocht ik gaan en vroeg hij me: ‘schrijf eens een mooi artikel over mijn vrouw’. We hebben daar enkele uren schouder aan schouder zitten lachen en blèten, en na al die jaren heb ik nog altijd regelmatig contact met hem via Facebook. Ja, ik heb altijd geprobeerd om uit mijn hart te schrijven, ook over de vele assisenzaken die ik volgde.”

Kan je het missen?

“Schrijven zal ik nooit kunnen laten, maar nu meer aan mijn eigen tempo. Misschien komen er nog wel grote schrijfprojecten. Maar de stress mis ik niet, ik was daarom al van plan om vanaf nieuwjaar gas terug te nemen en enkel nog voor KW te werken. Maar ik ben nu volledig gestopt en eerlijk, ik had niet gedacht dat het zwarte gat zo leuk zou zijn. Ik heb nu tijd om te wandelen, te lezen, tentoonstellingen te bezoeken, gitaar te spelen en muziek te beluisteren, vrienden te zien, wat meer naar ons huis in Spa e trekken…. Toch zaken die ik de voorbije jaren wat gemist heb. Nu haal ik mijn schade in. Hoe ernstig mijn gezondheidstoestand ook is geweest, achteraf gezien heeft het gezorgd voor een positieve wending in mijn leven.”

Bio

Privé: geboren in Oostende op 9 september 1955. Woonde vele jaren in Nieuwpoort en enkele jaren in Westende, kwam in 2008 terug naar zijn geboortestad. Samenwonend met Corinne Plovier, pluskinderen Quentin, Valerie en Sarah, vijf pluskleinkinderen.

Opleiding en loopbaan: studeerde aan de Albertschool en het Koninklijk Atheneum in Oostende en de Rijksnormaalschool in Brugge. Werkte als bediende en bij een uitgeversbedrijf, begin jaren 80 een tijdje freelancer voor De Zeewacht, sinds 2003 weer journalist bij diverse media, sinds 2005 voltijds. En nu met pensioen.

Vrije tijd: lezen, schaken, wandelen, muziek (gitaar) spelen en beluisteren, zijn hond James.

Partner Expertise