Leerkracht Luc Bouckhuyt belandde in 1982 in de perswereld en gaat nu met pensioen voor de krant. De pen zal hij blijven hanteren, foto’s nemen blijft ook een passie. “Ik heb nog andere hobby’s genoeg, ik zal zeker niet in een zwart gat vallen. Maar ik zal ook altijd de man van De Weekbode blijven.”
Het was via Martin Tytgat dat Meulebekenaar Luc Bouckhuyt als fotograaf startte bij Het Volk. “Ik moest geen teksten schrijven, maar enkel wat foto’s nemen. Drie tot vier week, dat zou het zijn, maar al snel coverde ik enkele gemeenten. Dat was de mensen van De Atlas ook opgevallen en ook voor hen ging ik foto’s nemen. Voor De Weekbode ben ik in 1984 begonnen. Het was hen ook opgevallen dat ik een artikel kon pennen en op de duur was ik vele avonden en hele weekends in de weer”, zegt de man die in Hugo Verrieststraat woont.
Weinig slaap
Hij huist er samen met zijn echtgenote Magda Vanderplancke. Ze zijn de ouders van dochter Tine (45), samen met haar partner Dries Pattyn zijn ze de ouders van Siebe (17) en Niels (15). Ze wonen in Menen en zijn sportief en muzikaal actief. Dat Luc Bouckhuyt taalvaardig was bleek al uit zijn opleiding.
“Aan het College in Tielt had ik zelf enkele iconische leerkrachten. Aan Sint-Thomas in Brussel studeerde ik ook voor leerkracht Frans en Geschiedenis. Na 14 interims in het jaar voor ik mijn legerdienst moest doen, volgden 17 jaar aan het College. Ik gaf er voornamelijk les aan de afdeling land- en tuinbouw die onder het College viel, toen die verhuisde naar het VTI, ging ik mee voor de laatste 25 jaar van mijn loopbaan. Ik blik daar met veel voldoening op terug.”
“Foto’s moesten in de beginjaren nog ontwikkeld worden in de donkere kamer”
Maar ondertussen was hij dus ook de mediawereld in gestapt. “Dat waren nog andere tijden. Foto’s moesten ontwikkeld worden in de donkere kamer. Ik sliep soms maar enkele uurtjes per nacht, want ‘s morgens moest ik de foto’s voor de dagbladen naar Kortrijk brengen. Zo was ik eens op de terugweg van het carnaval in Zwevezele, ik moest naar Kortrijk en op dat traject alleen al moest ik drie keer blazen. Telkens negatief natuurlijk.”
Op uitzonderlijk eens sport na, schreef Luc over alle thema’s. “Vroeger hadden we ook meer vrijheid, we konden zelf op zoek gaan en onze pagina’s in de krant een invulling geven. Nu wordt dat vanop de redactie strakker in de hand gehouden. Maar ik ben ook dankbaar voor de kansen die we kregen. We hadden grote zelfstandigheid.”
Frontpagina
En dat leverde ook leuke anekdotes op. “Op een dag kreeg ik een telefoontje van een oud-leerlinge, zij kende iemand die een striptease-act had met boa’s en pythons. Ik keek vreemd op, besloot de reactie op de hoogte te brengen en de dame te polsen over ze een interview zag zitten. Ik mocht langsgaan, in haar woonruimte stond het vol terrariums met slangen. Ze zette er ook eentje bij mij op de schoot, ik was niet bang omdat ik wel wist dat die dieren gewend waren om met die dame te werken. We hadden er een open babbel, maar toen moest de foto nog genomen worden. Uiteindelijk kwam ze mee naar de studio die ik had in de Vondeltoren en daar namen we de foto’s, met slangen en de half ontblote dame.”
Tekst en foto’s belandden op de redactie, het werd het hoofditem op de frontpagina. “De morgen dat de krant in de winkel lag, kreeg ik al telefoon van Marie-Jeanne Toye van de redactie. Om 10 uur waren blijkbaar alle De Weekbodes uitverkocht in Meulebeke.”
Dichterscollectief
Zijn gemeente was ook een dankbare stek om te werken. “Wat er hier qua verenigingsleven, ook op cultureel vlak, leeft is enorm.” Zelf engageert hij zich nog steeds voor het Meulebeeks Dichters Collectief, hij is ook voorzitter van de Accomusicband en zet mee de schouders onder SamenLezen waarbij teksten gebracht worden op verrassende locaties in of rond Meulebeke. “Ik zal me dus geen seconde vervelen”, besluit hij.