“Alveringem is een straffe, maar moeilijke gemeente”: Anne Bovyn is al 30 jaar aan de slag als KW-medewerker

“KW zit natuurlijk in mijn hart”, aldus journaliste Anne Bovyn uit Lo. © gf
Koen Van Colen
Koen Van Colen Medewerker KW

Anne Bovyn (51) verslaat exact dertig jaar het nieuws uit Alveringem voor De Krant van West-Vlaanderen. Een prestatie waar ze met trots op terugkijkt, al was het nu ook weer niet allemaal ‘suiker en zeem’. We gingen bij Anne op de koffie voor een gezellige babbel.

“Als kind was ik goed in taal”, opent Anne. “Opstellen schrijven, dictee, spreekbeurten geven: ik deed het verschrikkelijk graag. Ik ging ook graag naar school. Eerst tot en met het zesde leerjaar in Izenberge, waar we met vier in ons jaar zaten: Godfried Sampers, Ann Lefever, Xavier Clarys en ikzelf. Ik was altijd de eerste van de klas, maar enkel omdat Godfried zijn uiterste best niet deed, heb ik mij altijd laten vertellen.” (glimlach).

“Nadien stuurde mama mij op internaat naar het Sint-Franciscusinstituut in Poperinge. Een goede school en een zalige tijd. Ik keek op naar de leerkrachten, zoals ik als kind alles magisch vond. Maar één specifieke leerkracht zit nog altijd in mijn hart: Brigitte Ketels uit Ieper. Ze was extreem tof. Op een maandagmorgen was mijn opdracht om een spreekbeurt te geven. Ik koos het thema van de drafsport waarvan ik – door toedoen van mijn vadertje, die groot liefhebber was – ook liefhebber was geworden. Ik nam een videocassette van de grootste paardenkoers ter wereld, de prix d’Amérique in Parijs, mee naar school en vertelde er bevlogen over. Ik dacht dat niemand geïnteresseerd zou zijn omdat niemand iets van paardenkoersen af wist, maar ik kreeg een 10 op 10 van mevrouw Ketels. Ze zei dat ze nog maar weinig leerlingen had gekend die zo boeiend hadden verteld.”

Het Wekelijks Nieuws

“Op mijn achttiende moest ik kiezen wat ik later wilde worden. Ik had geen idee, maar vond vroedvrouw een mooi beroep. Ik begon dus aan de studie verpleegkunde. Nadien heb ik lang niet begrepen waarom ik niet voor talen had gekozen. Ik was er zo goed in”, aldus Anne.

“Alles wat ik ooit schreef, ligt thuis in een kast”

“In maart 1995 zag ik de oproep in Het Wekelijks Nieuws voor een verslaggever voor de gemeente Alveringem. Het was mijn kans! Ik ontmoette Stefaan Kempynck, mijn eerste van vele redacteurs. Mijn eerste stuk ging over Lo: de Royaerts Fontenisten die op pinkstermaandag een wandeling deden. Het was het eerste van vele duizenden stukken. Tekst en foto’s: ik doe alles zelf. Dat is ook het prettige eraan. Alles wat ik ooit schreef, ligt thuis in een kast.”

Gevoelige onderwerpen

“Alveringem is ‘mijn’ gemeente”, gaat Anne verder. “Na Alveringem dertig jaar intensief te volgen, denk ik te mogen zeggen dat het een straffe, maar ook moeilijke gemeente is. Kom ik af met gevoelige onderwerpen, dan ziet de gewone burger, maar vooral de politiek en het gemeentehuis liever mijn hielen dan mijn tenen. Iedereen kent iedereen en men is snel bang ‘voor wat de mensen zouden kunnen zeggen’. De politiek wil natuurlijk een goednieuwsshow brengen. Het is maar één aspect van de journalistiek: vertellen aan de lezer wat er in zijn leefomgeving gebeurt. Maar journalisten moeten ook kritisch zijn, zeker tegenover beleidsmakers. Onrecht aan de kaak stellen en onderdeel zijn van een verbetering, is fantastisch. Basisregel van goede journalistiek is onafhankelijk zijn en alle partijen aan het woord laten. Woord en wederwoord dus. De eerste tien jaar heb ik daar wel eens tegen gezondigd.”

Animo

“Op enkele uitzonderingen na, ga ik altijd naar de gemeenteraad. Je weet nooit dat er animo is (knipoog). Niettemin valt er in Alveringem inhoudelijk weinig te rapen. Alles wordt vooraf door het schepencollege beslist. Er zijn raadsleden die je zes jaar lang niet hoort en de oppositie zou best wat sterker mogen zijn. Tegenover een welbespraakte burgemeester Liefooghe, schepen Avonture of algemeen directeur moet je een sterk dossier aanbrengen en niet opgeven na enkele minuten discussie! Veel zaken zijn buitengewoon in Alveringem, maar zeker niet alles. Ik heb soms het gevoel dat de oppositie, een rol waarin je het verschil kan maken, de échte problemen onvoldoende kent. En dat ik de grootste opposant ben”, glimlacht Anne.

“Menselijke verhalen zijn altijd mooi. Je moet oprecht geïnteresseerd zijn en extreem goed kunnen luisteren”

“Uiteraard heb ik een gigantische evolutie meegemaakt. Mijn eerste stukken typte ik manueel op een ouderwets typmachientje! Het filmrolletje van de foto’s die ik tijdens het weekend had gemaakt, moest op maandagmorgen bij fotografie Annie Valcke in de bus. Er kon maar beter niets misgaan. Op dinsdag haalde ik mijn foto’s op en ‘s avonds reed ik naar Veurne om tekst en foto’s in een bus te deponeren. Stefaan Kempynck leegde de bus en nam alles mee naar Roeselare.”

Opleven

Welke hoogte- en dieptepunten er zo waren in 30 jaar, vragen we Anne. “Festiviteiten zijn heel leuk”, antwoordt ze. “Ik denk bijvoorbeeld aan het bezoek van toen nog prinses Mathilde aan de rabarberhoeve Louwagie in 2011. Als lokale journalist maak je zoiets niet elke dag mee. Menselijke verhalen zijn ook mooi. Je moet oprecht geïnteresseerd zijn en extreem goed kunnen luisteren. Mensen vertellen soms immers hun halve leven. Maar spannende actualiteit doet mij écht opleven. De organisatoren van de grote Izenbergse pikdorsercross die de wanhoop nabij zijn omdat het terrein tot aan hun knieën onder water staat, Stavele dat drie keer onderloopt, premier De Croo en minister Annelies Verlinden die naar Poperinge komen om te vergaderen rond wateroverlast én de prachtige foto met de burgemeester van Alveringem die ik daar – ondanks het strenge protocol – toch maar wist te maken… Politiek was het geen wandeling in het park. Ik werd door bepaalde burgemeesters en schepenen geboycot in mijn werk en werd op een verkiezingsavond door beschonken leden van het verliezende kamp van de steile trap van herberg De Snoek geduwd…”

Positief

“Maar ik wil positief eindigen”, aldus Anne Bovyn. “Verpleegkunde doe ik graag omdat het zo’n nuttig werk is. Je helpt mensen écht vooruit. Maar journalist zijn, is mijn identiteit. Welke mensen ik nog écht graag zou willen interviewen? Olivier Vandecasteele, omdat ik extreem hard heb meegeleefd tijdens zijn vrijlating. En de Nederlandse koningin Maxima omdat ze een fantastisch persoon is. Voor die laatste wens moet ik even naar De Droomfabriek schrijven”, glimlacht Anne tot slot.

Lees meer over:

Partner Expertise