Werknemers Ysco en Milcobel vragen aanpassing van doofplan: “Fietsers hebben onveilig gevoel”

We zien enkele leden van het Comité voor Preventie en Bescherming op het Werk van Milcobel en Ysco, samen met enkele fietsers die de vroege shift werken. V.l.n.r. herkennen we Alex Vandermarliere, Mirando Bogaert, Frank Cappelle, Melanie Bogaert, Phililppe Corneillie en Kurt Marcus. (Foto TOGH) © TOM GHEERAERT
Tom Gheeraert
Tom Gheeraert Medewerker KW

Werknemers van Ysco en Milcobel die de vroege shift werken, klagen over het doven van de openbare verlichting in Langemark-Poelkapelle. Vooral fietsers vinden het niet kunnen dat ze in het pikdonker naar hun werk moeten. Ze kaartten het probleem aan bij het gemeentebestuur, maar burgemeester Dominique Cool (N-VA) houdt het been stijf.

Om de hoge energiekosten te counteren, besliste het gemeentebestuur van Langemark-Poelkapelle om vanaf 24 oktober de openbare verlichting te doven tussen 23 en 5 uur. Weinig mensen zijn dan de baan op, zou je denken, maar in Milcobel en Ysco beginnen zo’n 250 werknemers tussen 4.30 uur en 5 uur aan hun vroege shift. Het Comité voor Preventie en Bescherming op het Werk (CPBW) van de zuivelcoöperatie luidt dan ook de alarmbel. “Op het moment dat mensen naar hun werk moeten komen, is het nog pikdonker”, zegt Kurt Marcus. “Veel mensen komen met de fiets, maar voelen zich niet meer veilig. We hoorden al van mensen dat ze nu de auto nemen in plaats van de fiets. Milcobel doet nochtans inspanningen om de medewerkers zo veel mogelijk met de fiets naar het werk te laten komen.”

“In Vlaanderen is men heel erg verwend geweest op dat vlak de laatste decennia” – burgemeester Dominique Cool

Vanuit het CPBW werd het gemeentebestuur aangeschreven om het probleem aan te kaarten. “Het antwoord was dat er een richtlijn was van Fluvius om te doven van 23 tot 5 uur, maar dat is een richtlijn en geen wet”, zegt vakbondsafgevaardigde Philippe Corneillie. “De burgemeester alludeerde dat de omliggende gemeenten Staden en Zonnebeke dezelfde tijdstippen hanteren, maar dat klopt niet. In Staden branden de lichten weer vanaf 4 uur, in Zonnebeke vanaf 4.30 uur. In Zonnebeke gaat het licht ook aan in het weekend. Er is dus geen eenvormigheid. Ik begrijp de financiële impact, maar veiligheid telt ook.”

Akelig in de mist

Mirando Bogaert uit Langemark is een van de fietsers die met de fiets naar het werk gaat. “Het is inderdaad akelig”, bevestigt hij. “Bovendien was het de voorbije dagen vaak mistig, waardoor je al helemaal niets zag. Voorlopig heb ik nog geen weet van ongelukken, maar een obstakel op de weg dat je te laat opmerkt, kan vlug een zware valpartij veroorzaken. Een fietslicht is vaak niet voldoende om de weg goed te belichten.”

Geen kleurboek

Burgemeester Dominique Cool (N-VA) verdedigt de beslissing van het schepencollege. “We hebben beslist om er geen kleurboek van te maken, waarbij in de ene straat de verlichting brandt om 4 uur en in de andere straat om 5 uur. Het is een keuze die een beetje de algemene deler is over heel Vlaanderen”, aldus Dominique Cool. “Het is in principe mogelijk om de uren nog te veranderen, maar dat kan niet zomaar. Het zou betekenen dat twee operatoren van Fluvius in iedere cabine aan het werk moeten. Dat zou ongeveer een week werk zijn, ruw geschat een kost van 10.000 tot 20.000 euro. Het doven van de lichten werd gratis aangeboden door Fluvius, maar als wij die uren weer willen veranderen, zullen die kosten wellicht wel aangerekend worden.”

“Mochten we beslissen om de lichten al vanaf 22 uur te doven, zullen er misschien mensen uit het verenigingsleven zijn die dat te vroeg vinden. Dan kan je inkrimpen, maar dan verlies je natuurlijk een deel van de besparing die je voor ogen hebt. Er zit geen absolute waarheid in dit verhaal. Je zal altijd mensen hebben die het later willen en anderen die het vroeger willen.”

De burgemeester heeft wel begrip voor het onveiligheidsgevoel. “Maar ik raad iedereen aan om eens naar het buitenland te gaan. Enkele weken geleden was ik in Denemarken. Daar heb je bijna geen verlichting, vroeger niet en nu niet. In Vlaanderen is men heel erg verwend geweest de laatste decennia op dat vlak.”

Lees meer over:

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier