West-Vlamingen zijn écht harde werkers: bijna nergens zo weinig werklozen als hier

Bijna 80 procent van onze actieve bevolking werkt. © Maskot Getty Images
Phebe Somers

Het cliché wordt opnieuw bevestigd: West-Vlamingen zijn harde werkers. Dat blijkt uit recente cijfers van het Belgische statistiekbureau Statbel op basis van een grootschalige enquête. In onze provincie is bijna 80 procent van de actieve bevolking aan het werk, de op één na beste score van het land. Ook de werkloosheidsgraad is weer gedaald.

In 2022 was 78 procent van de West-Vlamingen tussen 20 en 64 jaar aan het werk. Iets meer mannen dan vrouwen, 81 tegenover 75 procent. Dat is een lichte stijging ten opzichte van een jaar daarvoor, waarmee we onze zilveren plek in de nationale ranking kunnen behouden. De beste leerling van de klas blijft Oost-Vlaanderen. In twintig jaar tijd steeg het aantal werkenden in onze provincie met 9 procent. België heeft een werkgelegenheidsgraad bij 20-64-jarigen van 80 procent in 2030 vooropgesteld, als we op dit tempo voortdoen ziet het ernaar uit dat West-Vlaanderen dit doel zal behalen. (lees verder onder de grafiek)

Daarnaast heeft West-Vlaanderen de op één na laagste werkloosheidsgraad van het land. Die ligt op 2,7 procent, een daling van een procentpunt in een jaar tijd. Het verschil is vooral groot met onze buurprovincie Henegouwen, waar 1 op 10 van de inwoners op actieve leeftijd niet aan het werk is. Onder de werklozen worden enkel mensen gerekend die zouden kunnen - en in bepaalde mate ook willen - werken, maar die momenteel zonder job thuis zitten. Toch is dit lage cijfer niet altijd goed nieuws, want dat wil zeggen dat er nog heel wat mensen zijn die niet eens op zoek zijn naar een job, maar die in veel gevallen wel in aanmerking komen om - opnieuw - ingeschakeld te worden op de arbeidsmarkt. (lees verder onder de grafiek)

Er is namelijk nog een laatste groep van ongeveer 136.000 inactieven. Zij maken een vijfde van onze beroepsbevolking uit. Ruim 10 procent van die groep inactieven zijn huismannen en -vrouwen, 20 procent zijn studenten en 28 procent is arbeidsongeschikt door gezondheidsproblemen. Die laatste categorie is in bijna elke andere provincie de grootste, maar bij ons zijn dat de vroeggepensioneerden (31 procent). Tot slot is er nog een kleine restgroep van 9 procent, dat kunnen bijvoorbeeld mensen zijn vrijwilligerswerk doen of langdurig zonder specifieke reden werkloos zijn. In elke categorie zijn de vrouwen meer vertegenwoordigd dan de mannen, behalve bij de gepensioneerden.

Laaggeschoold

Opmerkelijk: onze hoge werkgelegenheidsgraad is geen resultaat van een hoog opleidingsniveau, integendeel. Nergens in Vlaanderen zijn er zoveel laaggeschoolden als bij ons, namelijk 21 procent van alle 25- tot 64-jarigen. Dat zijn mensen die hoogstens een diploma hebben van de eerste en tweede graad van het middelbaar onderwijs. (lees verder onder de grafiek)

Daarnaast is 43 procent - de meerderheid - in het bezit van een volwaardig diploma secundair onderwijs. Slechts 36 procent van de beroepsbevolking in onze provincie is hoger opgeleid, het allerlaagste cijfer in Vlaanderen. Dit bewijst dat een hoog opleidingsniveau weinig zegt over de werklust van mensen. Zo heeft Vlaams-Brabant het grootste aandeel hooggeschoolden, maar de laagste werkzaamheidsgraad in het Vlaams Gewest.

Lees meer over:

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier