West-Vlamingen zijn het actiefst op de arbeidsmarkt, nergens zijn er zoveel mensen – 79,3 procent van de volwassen bevolking – aan het werk als bij ons. Tegelijk worden mensen die bij ons werken wel het minst vergoed voor al dat hard labeur: de brutolonen liggen het allerlaagst in onze provincie, ten opzichte van de rest van de rest van Vlaanderen. Dat blijkt uit de meest recente cijfers van Statbel, het Belgische statistiekbureau.
West-Vlamingen verdienden anno 2022 elke maand gemiddeld 3.684 euro bruto, het laagste bedrag boven de taalgrens en het derde laagste in het hele land. Enkel werknemers in Luxemburg en Namen moeten het met nog minder loon stellen. In Vlaams-Brabant loont werken het meest: hun brutoloon bedraagt gemiddeld 4.367 euro per maand. (lees verder onder de grafiek)
Wel positief: ons brutoloon is op 20 jaar tijd het meest gestegen, op Vlaams-Brabant na. Werknemers in West-Vlaanderen verdienen zo'n 71 procent meer dan 20 jaar geleden, in Vlaams-Brabant 72 procent. In de andere provincies varieert die stijging tussen de 58 en 68 procent.
Petrochemie vs. horeca
Ook binnen de provincie zijn de verschillen significant. Werk je namelijk in de regio rond Veurne, dan moet je het met 3.264 euro doen. In het arrondissement Brugge verdien je dan weer gemiddeld 3.802 euro bruto. Ter vergelijking: wie elke dag pendelt naar Brussel haalt doorgaans zo 4.748 euro bruto per maand binnen, het hoogste bedrag in het hele land. (lees verder onder de grafiek)
Het type job speelt natuurlijk een nog veel grotere rol. Een directeur van een grote onderneming mag zo'n 11.772 euro bruto verwachten, een kinderverzorger slechts 2.567 euro bruto. Sectorgewijs blijven de historische trends standhouden: in de petrochemie staat er bruto gemiddeld 6.431 euro op je loonbrief, in de horeca slechts 2.863. Tussen mannen en vrouwen is er nog steeds een loonkloof, maar bij de 30 tot 34-jarigen is die het kleinst. Bij de oudere generaties (50-plussers) is die het grootst.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier
