Eén op de acht West-Vlamingen maakt gebruik van dienstencheques. Die zijn sinds januari één euro duurder, daarvan gaat 77 cent naar de huishoudhulp zelf. Daarover is deze week een akkoord bereikt. “Onze mensen verdienen elke cent daarvan”, zegt Nico Daenens, CEO van het grootste dienstenchequebedrijf van Vlaanderen. “Maar we moeten niet doen alsof hiermee alle problemen opgelost zijn”, klinkt het.
Ruim een half jaar nadat de dienstencheque één euro duurder werd – de prijs steeg in januari van 9 naar 10 euro – is er nu ook een akkoord over de verdeling van die extra euro. Maandenlang zat het overleg tussen werkgevers en vakbonden geblokkeerd omdat daarover onenigheid was. De werkgevers argumenteerden dat de werkelijke loonkost voor die ene euro voor hen veel hoger lag. De vakbonden stonden er dan weer op dat een zo groot mogelijk aandeel van die extra euro naar de huishoudhulpen zou gaan.
Uiteindelijk werd het akkoord afgeklopt op een verdeling waarbij de huishoudhulpen per gepresteerd uur 77 eurocent bruto erbij krijgen. De overige 23 cent gaat naar de werkgevers, al ligt de loonkost voor hen in realiteit veel hoger. Ook het vakantiegeld, gewaarborgd loon en betaalde feestdagen komen erbij. De werkgevers rekenen dan ook dat die ene euro extra uiteindelijk voor hen op 1,3 euro komt. “We hebben diep in de buidel getast om dit akkoord mogelijk te maken”, zegt werkgeversfederatie Federgon.
552 euro netto erbij
Het akkoord gaat retroactief in, vanaf maart. Dit betekent dat alle huishoudhulpen een eenmalige premie van 208 euro netto krijgen voor de periode maart-juli. Waarom er voor de maanden januari en februari geen extra bedrag voorzien is, is niet duidelijk.
“Een poetshulp die 24 uren per week werkt, krijgt er op jaarbasis netto 552 euro bij. Met een hoger brutoloon kunnen zij ook rekenen op een hoger pensioen, vakantiegeld en eindejaarspremie. Het was hoog tijd dat ook de poetshulpen een beter loon krijgen. Dikwijls gaat het bijvoorbeeld om alleenstaande vrouwen die elke euro kunnen gebruiken. We mogen niet vergeten dat heel wat Vlaamse gezinnen rekenen op hun wekelijkse poetshulp om zo hun eigen job te kunnen uitoefenen”, zegt Vlaams minister van Werk Zuhal Demir (N-VA), die de deal mee onderhandelde.
“Werk is niet af”
Onze provincie staat op de tweede plaats wat het gebruik van dienstencheques betreft. In 2024 maakte één op de acht West-Vlamingen er gebruik van. Alleen in Vlaams-Brabant ligt dat aantal nog net iets hoger. Daartegenover staat wel dat het aantal uren die we betalen met dienstencheques in een dalende lijn zit, van ruim 110 uren in 2014 naar 98 uur in 2024. Er zijn dus op tien jaar tijd meer West-Vlamingen die huishoudhulp met dienstencheques betalen, maar ze laten die huishoudhulpen wel minder uren presteren.
Voor Nico Daenens is het akkoord tegelijkertijd een opluchting als een uitdaging. Daenens is CEO van de Brugse Group Daenens, het grootste dienstenchequebedrijf van ons land. In onze provincie werken bijna 4.000 poetshulpen via zijn bedrijf. “Ik ben tevreden, maar het werk is niet af. Onze huishoudhulpen verdienen elke cent van deze loonsverhoging. Ik pleit al jaren voor meer respect en betere arbeidsvoorwaarden. Dat deze inzet nu tot resultaat leidt, doet deugd”, zegt Daenens.
Hij waarschuwt wel voor de toekomst. “Dit akkoord maakt het door de budgettaire krapte opnieuw moeilijker voor iedereen in de sector. 77 cent extra voor de huishoudhulpen betekent voor de werkgever 30 cent extra kosten, bovenop die ene euro. We moeten dus niet doen alsof alle problemen nu opgelost zijn.”
