Ondernemers in het herdenkingstoerisme zijn tevreden. Sinds het einde van de coronacrisis zien ze het aantal bezoekers of logies jaar na jaar stijgen. Extra bemoedigend is dat ook steeds meer Britten ondanks de restricties door de Brexit de weg naar de Westhoek terugvinden. Bovendien blijft de regio in de smaak vallen bij Nederlanders en Belgen, al is dat niet alleen omwille van het herdenkingstoerisme.
In 2023 bezochten 359.900 mensen minstens één toeristische WO I-trekpleister. Dat was 12 procent meer dan de 322.400 herdenkingstoeristen in 2022. Voor het herdenkingstoerisme van 2024 zijn er momenteel enkel globale cijfers beschikbaar op regioniveau, voor de eerste negen maanden van het jaar. “In die periode noteerden we net geen 275.000 herdenkingsbezoekers”, zegt woordvoerder Bavo Delbaere van Westtoer. “Dit is een daling met 2 procent ten opzichte van dezelfde periode in 2023. In vergelijking met de eerste negen maanden van 2019 – vóór corona – gaat het om 15 procent minder herdenkingstoeristen.”
“Er is nog steeds veel interesse, maar niet meer de massa zoals met de eeuwherdenking” – Ruth Decramer
Voor het totaal van het verblijfstoerisme in de Westhoek heeft FOD Economie voor 2024 momenteel enkel voorlopige cijfers vrijgegeven voor de eerste zes maanden van het jaar. Deze cijfers kunnen vergeleken worden met de cijfers voor de eerste zes maanden van 2023. “Daarin zien we dat het herstel van de Britse en intercontinentale markten zich doorzet met respectievelijke stijgingen van 5 procent en 14 procent ten opzichte van de eerste zes maanden van 2023”, vervolgt Bavo Delbaere. “De Britse markt blijft voorlopig wel nog 21 procent onder het niveau van 2019 en de intercontinentale markten 29 procent onder dat niveau.”
Nederlanders
Een deel van het verlies van Britten, Australiërs en Canadezen wordt gecompenseerd door Belgische en Nederlandse verblijfstoeristen. “In de eerste zes maanden van 2024 waren er 4 procent meer Belgische verblijfstoeristen in de Westhoek dan in dezelfde periode vorig jaar. In vergelijking met de eerste zes maanden van 2019, dus voor corona, is dat een toename met 40 procent. Voor de Nederlanders gaat het om 9 procent meer in vergelijking met 2023. Dit is 29 procent meer dan in de eerste zes maanden van 2019.”
Ruth Decramer van Albion Hotel in Ieper heeft dit weekend 88 procent Britten in haar hotel. “Het zijn dus bijna louter Britten”, zegt ze. “Dat geeft wel een beetje een vertekend beeld. De Wapenstilstand blijft een Commonwealth-aangelegenheid. Dat zijn niet de cijfers die we zien doorheen het jaar. De Britten zijn teruggekeerd na covid, maar niet zoals voordien. Dat deel is opgevuld door Belgen, Nederlanders en in minder mate Scandinaviërs. Een verklaring is moeilijk in te schatten. Ik denk dat een aantal administratieve zaken een stukje belemmering is. Controles aan de Franse grens kunnen vaak lang duren. Van herdenkingsmoeheid is er volgens mij geen sprake. In Groot-Brittannië zelf zijn er nog altijd heel veel herdenkingen. Dat zal ook zo blijven, dat merk je ook bij de jongere generatie. Al zien we bij ons nog steeds vooral de 55-plussers. Er is dus nog heel veel interesse, maar niet meer de massa zoals tijdens de eeuwherdenking. We zijn wel tevreden. Sinds medio 2023 zijn wij weer aan het werken zoals voorheen.”
Ander reispatroon
Bij Albion Hotel komen vooral individuele bezoekers. Wat de groepen betreft, heeft Stefaan Vanderstraete van Menin Gate Groepsverblijven een goed zicht op de situatie. “Het herstel van de Britse markt is positief en hoopgevend”, zegt Stefaan. “We zitten op dezelfde bezetting als voor corona, weliswaar met iets minder Britten en iets meer Vlamingen en Nederlanders. Laat ons zeggen dat nog twee derde van onze gasten Brits is. Covid heeft het reispatroon veranderd en ook ons bedrijf is veranderd. Ik heb het gevoel dat de Britse markt zich aan het herstellen is zoals voor covid. We zijn dus wel tevreden met de huidige stand van het herdenkingstoerisme.”
Ook Niek Benoot van Hooge Crater Museum in Zillebeke beaamt de trends. “We mogen zeggen dat in 2024 wat bezoekerscijfers betreft de situatie genormaliseerd is”, zegt Niek Benoot. “Alleen de Britse markt is nog niet helemaal hersteld. Toch mogen we niet klagen. We hebben vervangingsbezoekers gevonden, vooral Nederlanders. Ik denk dat dat verschillende oorzaken heeft. Misschien prefereren Britten om niet meer zo ver te reizen. Anderzijds zie ik dat de Nederlanders veel gelijkenissen hebben met de Vlamingen. Ze houden ook van cultuur, maar even goed van lekker eten en drinken. De combinatie met een bezoek aan een brouwerij of een wijndomein in de Westhoek is gauw gemaakt. Het is niet enkel oorlogstoerisme. Dit jaar hebben we ook al Deense en zelfs Finse scholen op bezoek gehad. Die Scandinavische interesse in Ieper is wel nieuw. We zien ook meer Duitsers dan vroeger, al zijn het er nog altijd niet veel, pakweg 3 à 4 procent.”
Vernieuwend
Van herdenkingsmoeheid bij de Britten is er volgens Niek Benoot geen sprake. “Het financiële plaatje is een factor die meespeelt”, vervolgt Niek. “Sinds de energiecrisis is de prijs van reizen serieus gestegen. Eigenlijk zijn we tevreden met het aantal bezoekers die we over de vloer krijgen. Terugkeerbezoekers hebben we ook nog steeds. Dat komt mede doordat we vernieuwend zijn. Je moet de mensen een reden geven om terug te keren. Tijdens de eeuwherdenking hebben veel musea een nieuwe tentoonstelling geopend en ik voel dat we dat zullen moeten blijven doen. Zo zal er in 2027 een nieuw projectjaar zijn rond 100 jaar Menenpoort.”
Themajaren zijn dus belangrijk, maar afgelopen jaar liep het thema LANDSCAPES op zijn einde. “Maar het verhaal van de Eerste Wereldoorlog is nog bijlange niet uitverteld. In het nieuwe regeerakkoord geeft Vlaanderen aan te willen blijven investeren in het herdenkingstoerisme. Ook de recente Unesco-erkenning van 137 begraafplaatsen en herdenkingsmonumenten bevestigt dat het behoud van deze herdenkingsplekken en artefacten een zaak van mondiaal belang is”, besluit Bavo Delbaere.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier