Al 28 jaar bepaalt Kurt Tytgats (53) bakkerij het straatbeeld van de Felix D’Hoopstraat in Tielt, maar op Valentijn hangt de bakker zijn bakkersmuts voorgoed aan de haak. Onlangs kopten verschillende krantenkoppen dat er steeds minder warme bakkers zijn en dat er wekelijks bakkers stoppen. Ook Kurt nam de beslissing om het drukke bakkersleven definitief vaarwel te zeggen.
De term warme bakker is voor Kurt Tytgat (53) en Hilde Cannie (53) op verschillende vlakken van toepassing. Er wacht mij een hartelijke ontvangst. Na zijn werkshift maakt Kurt nog even tijd voor me vrij.
Hoe lang zit je al in de stiel?
Kurt: “Ik ben ondertussen al 36 jaar bakker. Via omwegen in Deinze, Zulte en Gent startte ik deze bakkerij 28 jaar geleden in Tielt, samen met mijn eerste vrouw Jessy. Ik was al vanaf mijn vijftiende bakkershulp.”
Hilde: “Kurts overgrootvader was ook bakker. De bloem zit toch wel in zijn bloed. Ik leerde Kurt een vijftiental jaar geleden kennen toen ik aangeworven werd als winkelhulp. Kurt was toen al gescheiden van zijn vrouw en ook ik was weer vrijgezel. Het duurde niet lang vooraleer de vonk oversloeg. Als ik niet in de bakkerij gewerkt zou hebben, had ik Kurt nooit leren kennen. Hij komt amper buiten. ( lacht ) Sindsdien hebben Kurt en ik de zaak zelf in handen genomen.”
Bakker zijn, betekent dus hard werken?
Kurt: “Bakker is een leuke stiel met veel variatie. Zeker als je zelfstandig kunt bakken. Het is echter heel hard werken. Ik doe alles alleen. Van het bereiden van brood, koffiekoeken, patisserie en chocolade, tot de opkuis. De laatste vier jaar krijg ik gelukkig wat hulp van mijn zoon en Hildes zoon, die dan de afwas doen. Ik werk gemiddeld 70 tot 80 uur per week, zes dagen op zeven. Ik begin ‘s avonds te bakken en blijf in de keuken tot rond elf uur de volgende dag.”
Ik kan me wel voorstellen dat de job na een tijdje fysiek begint door te wegen. Is dat de reden waarom je stopt met de bakkerij?
Kurt: “Ik ga de stiel zeker missen, maar het werd inderdaad te zwaar om zo intensief te werken. Ik heb veel vrije tijd moeten opofferen voor mijn job. Zo heb ik een heleboel huwelijken, communies en geboortefeesten moeten missen omdat ik aan het werk was.”
“Ik heb veel vrije tijd moeten opofferen voor mijn job”
Hilde: “Ook voor mij woog dat steeds zwaarder door. Ik moest vaak alleen naar feesten en als we dan eindelijk eens vakantie hadden, bleef ik soms met een dubbel gevoel zitten. Enerzijds genoot ik enorm van de vakantie, maar anderzijds voelde ik alweer de spanningen toen de vakantie zijn einde naderde. Door de coronasituatie besloten we een dag minder te werken en dat voelde toch al beter aan.”
Kurt: “Als ik maar half zoveel zou moeten werken, dan zou ik de job zeker verder doen. Maar dat is gewoon onmogelijk.”
Is dat een mogelijke verklaring waarom er steeds minder warme bakkers zijn? Heb je een evolutie gemerkt tijdens de drie decennia als bakker?
Kurt: “Ik heb de stiel toch echt wel zien veranderen de laatste tien jaar. Vroeger waren er dertien bakkers in Tielt, nu zijn het er nog niet eens de helft. We zijn collega-bakkers, geen concurrenten. Supermarkten en broodautomaten hebben wel voor een verandering in het koopgedrag van de mensen gezorgd. Maar de warme bakker staat daarentegen wel garant voor kwaliteit, goede service en vriendelijkheid. Dat blijft ons stokpaardje.”
Hoe was 2020 voor jullie? Bleven jullie als bakker gespaard van de crisis?
Kurt: “Hoewel we een heel jaar open mochten blijven, draaiden we een minder jaar dan gewoonlijk. Mensen komen wel een brood kopen, maar de grote bestellingen bleven uit omdat er heel wat feesten en sportevenementen geannuleerd werden. En de mensen kochten hun brood tijdens de lockdown meer bij de supermarkten, om op deze manier contacten te vermijden.”
Hilde: “Tijdens de eerste lockdown in maart waren we één van de weinige zaken die open mochten blijven. Voor veel mensen waren we het enige aanspreekpunt. Iedereen wilde wel even zijn hart luchten in de bakkerij. Het waren ook voor ons hectische weken.”
14 februari is jullie laatste werkdag. Kozen jullie er speciaal voor om op Valentijnsdag te stoppen?
Kurt: “Nee, dat is echt toevallig. ( lacht ) De bakkerij is verkocht en zal overgenomen worden eind februari. We willen een week vroeger stoppen, zodat we voldoende tijd hebben om alles keurig op te ruimen en te verhuizen naar ons nieuw huis. We hadden natuurlijk graag iets speciaals gedaan om ons afscheid te vieren, maar we beseffen maar al te goed dat de huidige situatie dat niet toelaat.”
Hilde: “Het zal raar doen dat we sommige klanten niet meer zullen zien, zeker de klanten die er al van in het begin bij waren. Nog niet zo lang geleden sprak een verpleegkundige me aan. ‘Je herkent me niet, hé? Ik moest vroeger als kind altijd om brood komen voor mijn moeder’. Zulke reacties en de warmte van deze klanten ga ik zeker missen. Ik heb kinderen zien opgroeien, die nu met hun eigen kinderen naar de bakker komen. Dat doet met toch wel iets.”
Op dat moment komt Thomas, de zoon van Kurt, binnen. Hij is 22 jaar en ik kan het niet laten om hem te vragen of hij geen ideale opvolger zou zijn.
Thomas: “Nee, absoluut niet. Als ik zie hoe hard mijn papa moet werken, besef ik dat ik niet alles wil opgeven voor de stiel. Ik denk dat ik de job echt wel graag zou doen, maar ik voetbal, heb heel wat hobby’s en spreek veel met mijn vrienden af. Dat is niet te combineren met een job als bakker.”
Hebben jullie al toekomstplannen?
Kurt: “We gaan zeker en vast niet rentenieren, zoals sommigen denken. Ik ben 53 jaar en ik kijk ernaar uit om een nieuwe professionele weg in te slaan, misschien wel voor de laatste keer. Maar eerst ga ik toch enkele maanden genieten van mijn vrijheid. Op het gemak uitkijken naar iets anders en tijd vrijmaken om wat te sporten. Al hoop ik dat ik niet in een zwart gat ga vallen.”
Hilde:
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier