Is Noord-Frankrijk het mekka van de West-Vlaamse economie? Voor veel ondernemers wel, want tussen 2018 en 2022 staken liefst 29 bedrijven uit onze provincie de grens over. De interesse is zo groot dat werkgeversorganisatie Voka West-Vlaanderen een Franse afdeling oprichtte. “Elke week klopt een bedrijf met plannen in Frankrijk bij ons aan.”
De cijfers spreken voor zich. Tussen 2018 en 2022 (meest recente data, red.) hebben 52 Belgische bedrijven zich in Noord-Frankrijk gevestigd – of deden er een belangrijke investering.
Liefst 29 van die ondernemingen, goed voor bijna 56 procent, komt uit West-Vlaanderen. “De regio Hauts-de-France is booming”, benadrukken Tom Vermeersch en Hilde Dejonghe.
Vermeersch is Voka-regioverantwoordelijke voor de Westhoek en Frankrijk, Dejonghe is voorzitter van Voka France en is samen met haar man Luc Van Holzaet zaakvoerder van Conhexa, een logistiek distributeur van diepvries- en verse groenten en fruit die al decennia vanuit Steenvoorde en de haven van Duinkerke opereert.
“Zo’n 55 procent van alle nieuwe investeringen werd op een boogscheut van de Belgische grens gedaan. Het West-Vlaamse overwicht is dus geen verrassing”
“Wij verzetten gemiddeld 935.000 ton producten per jaar, allemaal vanuit de Grand Port Maritime de Dunkerque”, legt Hilde Dejonghe uit. “Daar zijn we sinds 1999 actief en hebben onze om en bij de 150 medewerkers 28.000 vierkante meter ter beschikking. Een uitbreiding van 6.000 vierkante meter staat trouwens in de steigers.”
Het Conhexa-verhaal is exemplarisch voor steeds meer West-Vlaamse ondernemers. In eigen gouw zit hun bedrijf op kruissnelheid en daarom slaan ze hun vleugels uit naar Noord-Frankrijk, om daar een tweede vestiging uit te bouwen.
Ruimte en mensen
“In Noord-Frankrijk is gewoon nog veel ruimte te vinden”, klinkt het in koor. “Ook in West-Vlaanderen is er nog plaats om te ondernemen, al is die wel een pak schaarser geworden. Vandaag komen trouwens 14.000 Noord-Fransen elke dag in onze provincie werken.”
Noord-Frankrijk heeft volgens Vermeersch en Dejonghe een pak troeven in huis. “De brutolonen liggen aanzienlijk lager, er zijn nog voldoende arbeidskrachten en we hebben dezelfde mentaliteit. Van een taalbarrière is amper sprake. We merken ook dat Fransen steeds meer moeite doen om het Engels onder de knie te krijgen.”
Van de 1.200 jobs die Vlaamse bedrijven tussen 2018 en 2022 in Frankrijk creëerden, kwamen er 517 onder West-Vlaamse impuls. “Een constante”, stelt Tom Vermeersch.
“Ook nu werken heel wat bedrijven van bij ons aan een nieuwe uitbreiding in Noord-Frankrijk, met Clarebout Potatoes en Agristo als meest opvallende projecten. Samen zijn deze twee goed voor 670 extra jobs.” Zo’n 55 procent van alle nieuwe investeringen werd op een boogscheut van de Belgische grens gedaan. “Het West-Vlaamse overwicht is dus geen verrassing.”
Drie doelgroepen
Om die toegenomen interesse te faciliteren, heeft Voka een Franse poot opgericht. “Sinds anderhalf jaar zien we steeds meer vragen over ondernemen in Frankrijk bij ons binnenkomen. Nu klopt er zo goed als elke week een bedrijf met dergelijke plannen bij ons aan. We werken voor drie doelgroepen: ondernemers die de regio willen leren kennen, zij die er effectief van start willen gaan en zij die er al gevestigd zijn. Wij zetten die stuk voor stuk op weg.”
“De economische hausse ten zuiden van ons landje moet ook een politieke wake-upcall zijn. Ondernemers moeten ook bij óns de nodige ademruimte krijgen”
Vooral de agro-industriële sector, bouwwereld en chemische bedrijven vinden makkelijk de weg naar Noord-Frankrijk. “Maar uiteindelijk kunnen alle economische takken er aan de slag. De regio krijgt twee waterstoffabrieken, een batterijfabriek en er komt een nieuwe kerncentrale. De plek heeft alles in huis om een vooruitstrevende rol te spelen.”
Dat de verdere groei van Noord-Frankrijk de economische ontwikkeling van West-Vlaanderen zou ondergraven, weerleggen Vermeersch en Dejonghe met klem. “Integendeel, beide polen kunnen elkaar alleen maar versterken. Tegelijk moet de hausse ten zuiden van ons landje ook een politieke wake-upcall zijn. Ondernemers moeten ook bij óns de nodige ademruimte krijgen om zich verder te ontplooien. Letterlijk en figuurlijk.”
Gouverneur Carl Decaluwé: “Ik ben verwonderd, maar ook wat bezorgd”
West-Vlaams gouverneur Carl Decaluwé kijkt met grote ogen naar de ontwikkeling van de haven van Duinkerke – en bij uitbreiding de volledige Noord-Franse regio.
“Ik was onlangs in Duinkerke in het kader van een overleg rond transmigranten en heb toen van de gelegenheid gebruik gemaakt om de haven te bezoeken. Ik was verrast hoe hard het er gaat. Daar ligt nog heel veel ruimte om te ontwikkelen. Iets wat we hier nog amper hebben.’
‘’Ik kan geen uitspraken doen over de kostprijs van de beschikbare gronden, maar ik hoor wel dat het er veel sneller gaat om ze te ontwikkelen. Vergunningen en ander papierwerk verloopt er blijkbaar een pak vlotter dan bij ons.”
Zeebrugge
West-Vlaanderen heeft met de haven van Zeebrugge een maritieme parel waar op het eerste zicht ook nog veel percelen te ontwikkelen zijn, zegt Decaluwe.
“Toch in theorie. Op het gewestplan zijn die als havengebied ingekleurd, maar in de praktijk zijn ze niet meer zo te exploiteren. Door bijvoorbeeld bepalingen rond natuur en milieu. Ik steek niet weg dat ik me wat zorgen maak. Steeds meer West-Vlaamse bedrijven kijken over de grens.”
“”Vandaag komen duizenden Noord-Fransen bij ons werken, zal dat in de toekomst zo blijven? We kampen nu al met een enorme arbeidskrapte. We moeten goed nadenken hoe we in ons land verder willen ondernemen. De juiste investeringen aantrekken, moet een absolute prioriteit zijn.”
Het beste van KW
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier
