Steeds meer leegstaande handelspanden in Ieper: “Huurprijzen zijn niet meer realistisch”

In de Diksmuidestraat in Ieper hangen aan heel wat handelspanden borden met ‘te huur’ of ‘te koop’ op.©Kurt Desplenter Kurt
In de Diksmuidestraat in Ieper hangen aan heel wat handelspanden borden met ‘te huur’ of ‘te koop’ op.©Kurt Desplenter Kurt
Tom Gheeraert
Tom Gheeraert Medewerker KW

Je kunt er niet naast kijken. Bij heel wat handelspanden in het Ieperse stadscentrum hangen bordjes met ‘te koop’ of ‘te huur’. De voorspelde stijging van de leegstand van zes naar negen procent lijkt dan ook een onderschatting te zijn. Bovendien wordt er gevreesd dat de echte faillissementengolf nog moet komen. Zowel Marc Geerits van vzw Centrummanagement als Peter Despriet van Diksimmo menen dat de oplossing onder meer ligt in het doen dalen van de huurprijzen.

In juni 2020 zei schepen van Lokale Economie Diego Desmadryl (Open Ieper) in deze krant dat volgens de prognoses de leegstand in Ieper zou stijgen van zes naar negen procent na de coronacrisis. Of die voorspelling ook zal uitkomen, weet de schepen nog niet. “Momenteel is het nog koffiedik kijken wat de leegstandcijfers betreft”, zegt Diego Desmadryl. “Die zullen zoals overal wel stijgen, maar het zal pas na de heropening van alle sectoren duidelijk worden in welke mate dat zal zijn voor onze stad.”

Overaanbod

Vooral in de Diksmuidestraat vallen de vele leegstaande panden op. Daarbij zitten ook een aantal vaste waarden, zoals lingeriezaak Okapi en meubelzaak Ypriana. Beiden winkels zijn gesloten nadat de uitbaters met pensioen gingen. Vooral Ypriana is met zijn 900 m² aan winkeloppervlakte een pand met veel opportuniteiten. “Het pand staat nog maar een goeie maand te koop”, zegt Peter Despriet, kantoorhouder van Diksimmo in Ieper. “Dat is een unieke oppervlakte verborgen in de stad. Het is niet echt een goede periode voor handelspanden, maar door de oppervlakte wekt deze wel specifieke interesse op.”

“Misschien moeten we de handelaars uit de zijstraten aansporen om te verhuizen” – Marc Geerits

Voor de klassieke kleinere handelspanden is er volgens Peter Despriet minder interesse. “De handelspandjes van 60 à 100 m² liggen moeilijker in de markt. Ik ga niet zeggen dat er een overaanbod is, maar er is inderdaad veel leegstand. Nu is het niet gemakkelijk om daarvoor een gepaste kandidaat te vinden”, vervolgt Peter Despriet, die toch vooral met de vinger wijst naar de coronacrisis. “Voor een groot deel wel en er gaat nog een leegstandsgolf komen die we nu nog niet helemaal zien, bijvoorbeeld in de Menenstraat. Ik heb recent een aantal panden moeten schatten, dus er gaan er nog een aantal leeg komen te staan de komende maanden. En dat is puur door ketens die ermee ophouden, die hun activiteiten reduceren naar minder entiteiten.”

Jonge ondernemers

Nochtans is er ook aan de vraagzijde beweging. “Ik stel vast dat er heel wat jonge ondernemers rondlopen die zoeken naar een handelspand, maar ik denk dat we ook de eigenaar moeten meenemen in het idee dat ze een huurder moeten laten groeien in het ondernemerschap. We moeten duidelijk maken aan de eigenaars dat die huurprijzen van twee jaar geleden nu niet meer realistisch zijn. Als we een groeiverhaal hebben, dan gaan we op langere termijn een meer stabiele huurmarkt krijgen. Ik denk dat dit de stap is die we de komende jaren zullen moeten zetten.”

“We hebben in Ieper nog nooit een markt gekend die het moeilijk had. Er is altijd veel beweging geweest en de afgelopen jaren was de leegstand redelijk beperkt. Boterstraat, Menenstraat, Diksmuidestraat… Eigenlijk zijn dat nog altijd referenties. Maar als je in een bepaalde golf terechtkomt, dan moet je je toch eens de vraag stellen wat er in de golf nog haalbaar is.”

Steunmaatregelen

“Ik denk dat het ergste nog moet komen”, zegt ook Marc Geerits, medevoorzitter van vzw Centrummanagement en zaakvoerder van kledingzaak Mode Geerits op de Grote Markt. “Er zijn veel handelaars die in de problemen zitten, niet uit hun kosten geraken en niet meer kunnen rekenen op de banken voor steun. Ook de overheid steunt ons niet. Als kledingzaak krijgen wij bijna niets. Wij zitten op de helft van de normale verkoop. We hebben een triestig jaar achter de rug en het ziet er niet naar uit dat er snel beterschap in zicht is.”

Marc Geerits: “De situatie is niet hopeloos.”© DS
Marc Geerits: “De situatie is niet hopeloos.”© DS

Volgens Geerits is het in Ieper echter niet slechter dan in andere steden. “Ik ben vorig weekend nog in Knokke geweest en daar is ook veel leegstand. Nochtans is dat een van de steden waar wel nog wat te beleven valt. Ik denk dat Ieper geen uitzondering is én dat het een beeld is dat we in de toekomst nog meer gaan zien. Ik weet dat er het komende half jaar in de Menenstraat nog zes panden zullen vrijkomen, waaronder twee horecazaken die stoppen omdat het niet meer haalbaar is.”

“Ik denk dat we vanuit het Centrummanagement zullen moeten beginnen nadenken om de mensen uit de zijstraten aan te sporen om te verhuizen. Dat is een van de denkpistes, maar we zijn nog zover niet. Het zou natuurlijk niet leuk zijn voor die zijstraten, omdat die dan leeg zouden lopen, maar het is beter om de winkels te groeperen zodat we een aantal volle straten hebben die een positieve indruk nalaten dan meerdere straten die maar halfvol zijn.”

Lagere huurprijzen

Volgens Geerits biedt de crisis ook mogelijkheden om de huurmarkt te hervormen. “Het is misschien ook een opportuniteit, want ik denk dat de huurprijzen nu ook een stuk zullen dalen. Eigenaars zien niet graag hun inkomsten verdwijnen als sneeuw voor de zon. Van zodra het pand verhuurd geraakt, is de verhuurder tevreden. Misschien kunnen er afspraken gemaakt worden met de eigenaars, waarbij ze bijvoorbeeld toestemmen om hun panden de eerste drie jaar goedkoper te verhuren en dan stelselmatig weer de prijzen te doen stijgen, eventueel naargelang de omzet. De situatie is niet hopeloos. Ik heb weet van twee panden in de Boterstraat die snel weer ingevuld raakten. Er beweegt toch wel iets. Niet iedereen geeft het op.”

Ook het stadsbestuur volgt de situatie op. “Momenteel kijken we welke acties er kunnen ondernomen worden om de leegstandscijfers zo laag mogelijk te houden, ook in samenwerking met de vier centrumsteden waarmee we een Europese subsidie hebben binnengehaald om projecten hiervoor op te zetten”, zegt schepen Diego Desmadryl. “Hier en daar zijn er wel lichte signalen dat er nieuwe handelaars interesse hebben om zich in onze stad te vestigen, maar alles zal natuurlijk afhangen van de mogelijke aankomende versoepelingen.”

Peter Ingelaere: “Winkeliers hebben ook horeca nodig”

Peter Ingelaere.© TOGH
Peter Ingelaere.© TOGH

Peter Ingelaere is al de derde generatie die Het Schoenenpaleis uitbaat. De leegstand in de straat is volgens Peter nog maar het topje van de ijsberg. “Wacht maar tot volgend jaar. Ik denk dat er nog veel meer handelspanden zullen leegstaan eenmaal de coronacrisis voorbij is. Iets dat jarenlang opgebouwd werd, brengt niets meer op en de mensen willen er natuurlijk hun spaargeld niet in steken. Als winkeliers hebben wij ook echt de horeca nodig. We zien veel minder klanten. Sommige mensen zijn bang, anderen stellen het uit omdat ze niet met tweeën mogen komen. Afgelopen zomer zagen we wel veel binnenlandse toeristen die voor een staycation kozen.”

De panden die nu leeg staan, zijn vooral het gevolg van pensioen van de uitbaters. “Ik denk niet dat het een goede periode is om nu iets te kopen. Wat we misschien nog nodig hebben, is een bloemenzaak of een kleine kruidenierswinkel. Gelijk wat er komt, het brengt extra volk op de been. Ik denk dat dit jaar nog een overgangsjaar wordt en dan hopen dat 2022 voor een nieuwe boost zorgt. Eens het weer op gang komt, zullen de handelspanden ook wel volgen, al vrees ik dat er daar misschien wel enkele jaren zullen overgaan.”

Heather Cain: “Niet gemakkelijk om die stap te zetten”

Heather Cain en haar hond Bill.© TOGH
Heather Cain en haar hond Bill.© TOGH

Heather Cain baat al ruim drie jaar interieurzaak De Balans at Home uit, in een pand waar destijds haar grootmoeder ook een zaak had. De stijgende leegstand is haar ook opgevallen. “Het zou leuk zijn mochten er nieuwe en leuke zaken in de plaats komen”, zegt Heather. “Bij de meeste zaken die stoppen, gaat het wel om mensen die met pensioen gaan, maar er zijn er toch ook enkele die een moeilijke periode doormaakten. Op dit moment moet je het vooral doen omdat je het graag doet en er de moed blijven in houden.” Heather vermoedt dan ook dat in andere omstandigheden de leegstaande handelszaken sneller weer ingevuld zouden geraken. “Zeker in deze tijd kan ik me wel inbeelden dat het niet gemakkelijk is om die stap te zetten, maar ik vind dat je ook ergens het positieve erin moet zien. Ik heb ook al veel geleerd gedurende de coronacrisis, bijvoorbeeld op het vlak van online shoppen. Ook over het feit dat lokaal winkelen zo gepromoot werd, heb ik een goed gevoel. Ik moet het wel minder hebben van toevallige passanten. Omdat ik wat verder van de Grote Markt zit, reken ik daar sowieso minder op. Mensen werken meer van thuis uit en ik stel wel vast dat men dan meer aandacht besteedt aan interieur.”

Jurgen Lenglaert: “Veel panden zijn oud en versleten”

Jurgen Lenglaert.© TOGH
Jurgen Lenglaert.© TOGH

Jurgen Lenglaert van Jurgen’s Slagerij in de Diksmuidestraat 20 had dan wel minder last door de coronacrisis, ook voor hem is de toenemende leegstand in zijn straat een doorn in het oog. “Wat me opvalt, is dat in sommige handelspanden de nieuwe uitbaters komen en gaan. Iets verderop was er eerst een fietsenwinkel, dan werd het twee keer een immokantoor, dan een tattooshop en nu komt er een barbier. Ze blijven er misschien voor enkele maanden en als het huurcontract ten einde loopt, zijn ze weer weg. Een van de knelpunten volgens mij is dat de huur voor veel handelaars te hoog is. Dat is in het hele stadscentrum zo. De Diksmuidestraat is ook de Menenstraat niet. Het is dicht bij de Grote Markt, maar een echte winkelstraat kun je dit toch niet noemen. Veel panden zijn ook oud en versleten. Hopelijk worden de leegstaande panden snel weer ingevuld, maar dan liever geen kappers of immokantoren. Wel winkels die volk lokken, zoals een krantenwinkel. Een kruidenierswinkel zou ook goed zijn, maar ik denk dat dat passé is. De grote winkels hebben alle buurtwinkels opgekocht en daarna gesloten. Over de twee shop&go-plaatsen ben ik wel tevreden. Er is altijd plaats. Het hadden er gerust wat meer mogen zijn.”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier