Er hebben dinsdag 25.332 leerkrachten en andere personeelsleden uit het onderwijs gestaakt. Dat blijkt uit cijfers van het Vlaams Agentschap voor Onderwijsdiensten (AGODI).
Over alle onderwijsniveaus heen hebben 25.332 Vlaamse onderwijzers en ondersteunende personeelsleden gestaakt. Op een totaal van ruim 211.000 voltijdse personeelsleden ligt het stakingspercentage op 11,8 procent. Het gaat om een voorlopige telling van 12 uur, de cijfers kunnen dus nog oplopen.
Het onderwijs maakt momenteel een stakingsgolf door die ongezien is sinds begin jaren 2000. De liberale Vlaamse minister van Onderwijs Marleen Vanderpoorten voerde destijds een reeks hervormingen door. Ook woensdag zal een beperkt aantal leerkrachten staken, dat is sinds 2001 geleden. De socialistische vakbond diende een stakingaanzegging in voor woensdag, maar het is niet uitgesloten dat ook leden van de christelijke zuil het werk zullen neerleggen.
Tegen de pensioenplannen
De onderwijsvakbonden protesteren mee tegen de pensioenplannen van de regering-De Wever. Zo wordt het pensioen van leerkrachten binnenkort met een (zeer ruime) overgangsperiode op dezelfde manier berekend als dat van werknemers uit de privésector. Het kabinet-Jambon gaf eerder toe dat de jongste leerkrachten tot zo’n 500 euro pensioen zullen verliezen.
Het gaat al om de zevende vakbondsactie dit jaar die ook het onderwijs treft. Op 13 januari, bij de eerste grote actie, overschreed het aantal stakende leerkrachten de kaap van 34.000. De vakbonden spraken destijds over een “historisch” groot aantal. In februari was het succes kleiner met net geen 7.600 stakers in het onderwijs. Ook op 31 maart legden ruim 22.600 Vlaamse leerkrachten het werk neer. Op 29 april waren het er slechts 2.240. Tijdens de staking van de openbare diensten van 20 mei staakten enkel leerkrachten van de socialistische bond. Half oktober stonden ruim 9.800 leerkrachten niet voor de klas.
