“Rodenbach is uniek in de wereld”: Didi Decaesteker staat sinds anderhalf jaar aan het roer van iconische brouwerij

Anderhalf jaar al is Didi Decaesteker elke dag opnieuw keihard in de weer om Brouwerij Rodenbach nóg meer op de kaart te zetten. De Zillebekenaar volgde Rudi Ghequire op en maakt er als Brand Ambassador een erezaak van om de blijde boodschap van, naar eigen zeggen, een van de meest unieke bieren te wereld te verkondigen. “Wat we hier doen, vind je nergens anders terug.”

Met een kamervullende glimlach begroet Didi Decaesteker ons in het Foederhuis, de nagelnieuwe brasserie van Brouwerij Rodenbach, waar vroeger de feestzaal Ter Eeste te vinden was. “Het is druk”, zegt hij wanneer we ons in een tot zitbank omgevormde foeder neerploffen. “Dit weekend openen we onze nieuwe belevingsroute doorheen de brouwerij en geven we ook het startschot voor de workshop blend your own Rodenbach. We hebben de handen vol, maar ik amuseer me enorm. Deze plek is in recordtempo tot mijn tweede thuis uitgegroeid.”

Hoe ben je eigenlijk bij Rodenbach beland?

“Dankzij mijn vorige werkgever. Ik was vijftien jaar lang aan de slag voor La Trappe, het Nederlandse trappistenbier. Ik heb het merk als sales manager op de Belgische markt helpen lanceren en had in die optiek goeie contacten met Royal Swinkels Family Brewers, de Nederlandse brouwerij die ook Rodenbach in portefeuille heeft. Zij waren op zoek naar iemand om de commerciële taken van Rudi Ghequire over te nemen en klopten bij mij aan.”

“De brouwerij moet een bedevaartsoord zijn voor elke Rodenbach-fan”

Ben je meteen overstag gegaan?

“Het heeft toch niet veel gescheeld. Dit is een unieke kans, hé. Ik ben al sinds mijn twintigste gek op alles wat met de bierwereld te maken heeft – ik ben ook gediplomeerd zytholoog – en Rodenbach is een uitzonderlijk verhaal. En dan nog eens op hoop en al twintig kilometer van mijn deur. Rodenbach is voor mij ook een flinke brok nostalgie: het is het bier uit mijn jeugdjaren. Dit kon ik gewoon niet laten liggen. Al was het ook wat dubbel. Ik heb La Trappe in België letterlijk mee op de kaart gezet. Ik moest mijn kindje afgeven, maar het was volwassen geworden.”

Hoe blik je terug op je eerste maanden in de Spanjestraat?

“Zeer goed, maar ook zeer uitdagend. Ik had het geluk dat ik al van in februari 2023 een deel van mijn tijd kon doorbrengen aan de zijde van Rudi, zo leerde ik de ins & outs van de brouwerij al kennen. Op 15 april hebben we ons Foederhuis geopend, een maand later ging onze shop van start. En dit weekend volgt de kers op de taart, met dank aan onze partners Toerisme Vlaanderen, Westtoer en de stad Roeselare. Het is dus al pittig geweest, maar elke minuut meer dan waard. Deze brouwerijsite willen we laten uitgroeien tot een bedevaartsoord voor iedereen die Rodenbach een warm hart toedraagt.”

Je voorganger werd haast vereenzelvigd met Rodenbach. Grote schoenen om te vullen.

“Daar ben ik me van bewust. Rudi is een monument en bovenal een mooi mens. Ik beschouw het als een eer om zijn levenswerk voort te zetten. De fundamenten zijn alvast erg stevig en ik mag elke dag opnieuw met een topteam aan de slag gaan. Het brouwproces zelf ligt in handen van brouwmeester Koen Van Nieuwenborgh, ik ontferm me over alle commerciële activiteiten. We hebben een zeer goeie dynamiek.”

Hoe zou je Rodenbach omschrijven?

“Laat ik het Slimste Mens-gewijs aanpakken. Ambacht – vakmanschap – kwaliteit – unieke bieren. Voilà, ‘t is gebeurd. (lacht) Neen, wat we hier doen, vind je nergens anders terug. Rodenbach is uniek in de wereld en verdient nóg meer weerklank. Veertig procent van wat we produceren, vertrekt naar het buitenland. We exporteren naar een veertigtal landen, met Nederland, Frankrijk, Italië en de Verenigde Staten als toppers. Op dat vlak ligt nog flink wat groeipotentieel voor het Roeselaars stadswater. Prachtige bijnaam, ook.”

“Of je straks nog alcoholvrije Rodenbachbieren mag verwachten? Kwaliteit is voor ons het allerbelangrijkste en elk nieuw bier moet bij ons dna passen. Maar iedereen ziet dat het alcoholvrije segment steeds meer terrein wint”

Klopt. Hoe is je band met Roeselare, trouwens?

“In sneltempo onbreekbaar geworden. Deze stad zit nú al onder mijn vel. Ik heb me hier meteen aanvaard gevoeld. Ik probeer ook écht aanwezig te zijn. Evenementen bijwonen om de brouwerij te vertegenwoordigen, bijvoorbeeld.”

Heb je het Vat van Rodenbach van dichtbij meegemaakt?

“Fantastisch, hé? Zo’n mooie traditie, daar wil ik heel graag mijn schouders onder zetten. Het Vat mag nooit verdwijnen. Integendeel, ik wil het gegeven verder versterken. Dit jaar hebben we zonnehoedjes uitgedeeld met de slogan ’t is den oed die ‘t doet. Dat was mijn idee. Het doet gewoon deugd om een hele stad zo liefdevol met onze bieren te zien omgaan. En daar is het Vat op de Batjes de exponent van.”

Heb je zelf al een favoriete Rodenbach?

“Ze hebben allemaal hun eigen accenten, maar persoonlijk vind ik dat er niets boven de Rodenbach Classic gaat. Verrassend lekker en zeer verfrissend. Maar ook onze Fruitage 0,0 vind ik een topper in het segment.”

Mogen we straks meer alcoholvrije Rodenbachbieren verwachten?

“Kijk, kwaliteit is het allerbelangrijkste voor ons. Dat staat voorop. We tasten constant de markt af en spelen daar op in. Alcoholvrij bier wint steeds meer terrein, dat ziet iedereen. Maar we willen geen stappen overslaan. Elk bier dat we creëren, moet volledig bij ons dna aansluiten.”

Tot slot: hoe ontspan je na een drukke Rodenbachdag?

“Met de gewone dingen des levens: lekker eten en drinken, nieuwe bieren ontdekken – óók van andere brouwerijen. En tijd doorbrengen met mijn vrouw en kinderen. Ik beschouw dit niet als een job, maar eerder als een roeping. Rodenbach maakt me gewoon trots.”