Minister Crevits geeft startschot voor Digihubs van Voka: “We moeten aansluiten bij de kop van het digitale peloton”

In Vives Kortrijk is woensdagochtend de allereerste Voka Digihub voorgesteld. Start-ups, kleine ondernemingen maar ook groeiende spelers kunnen er terecht met al hun praktische vragen over digitale technologie en transformatie. Door op een laagdrempelige manier in contact te komen met onderzoekers aan hogescholen, universiteiten maar ook een netwerk aan experten en andere partners moeten de ondernemingen sterker kunnen worden in het digitale verhaal. Voor de Digihubs wordt zo’n 5 miljoen euro uitgetrokken, waarvan 2 miljoen Vlaamse middelen.

Vlaams minister van Economie en Innovatie Hilde Crevits (CD&V) gaf woensdagochtend in Vives Kortrijk de aftrap van de Voka Digihubs. Niet toevallig in haar West-Vlaanderen. Zo’n Digihub, een gloednieuw project van Voka in samenwerking met de overheid en tal van kennisinstellingen zoals Vives, Howest, maar ook Flanders Make, Sirris en ILVO, is eigenlijk een soort van experimenteerruimte waar ondernemers met al hun vragen over digitale technologie en transformatie terechtkunnen.

“Digitalisering gaat veel verder dan enkel aanwezig zijn online”, gaf Hans Maertens, gedelegeerd bestuurder van Voka, aan. “Het gaat over een digitale strategie. Of het nu gaat om digitaliseren en optimaliseren van verkoop, het ontwikkelen van nieuwe digitale businessmodellen of het automatiseren van achterliggende processen: kennis delen kan het digitale verhaal van elke onderneming versterken. Heel wat Vlaamse bedrijven hebben nog een lange weg af te leggen, met dit project wil Voka daarbij echt een compagnon de route zijn.”

Van AI tot digitale opleidingen

Concreet bieden de Digihubs – elke Vlaamse provincie krijgt er straks één – de ruimte om te experimenteren, te bevragen en te onderzoeken. Met heel praktische vragen en concrete problemen van ondernemers en samen met de specialisten en experten gaat men op zoek naar een antwoord dat door digitaal technologie wordt ondersteund. Tal van toepassingen – van artificiële intelligentie over sensortechnologie tot digitale opleidingstools voor werknemers – zullen in de Digihubs op een pragmatische manier kunnen worden getest. Niet iedere kmo heeft een immers eigen onderzoeksafdeling, maar dankzij de Digihubs moet net die pijler van onderzoek en ontwikkeling wel toegankelijk worden voor elk van hen.

Die ambitie onderstreept ook minister Crevits. “Uit cijfers van Statbel blijkt dat minder dan een kwart van de kleine onderneming eigen IT-specialisten in huis heeft. Dat is te weinig”, stelt de minister bij de voorstelling. “We zitten in de middenmoot. Doen we het daarom slecht? Neen, dat niet. Maar het kan en het moet wel beter. We moeten de aansluiting maken bij de kop van het digitale peloton in Europa. Door deze Digihubs, waar ondernemingen heel concrete coaching en begeleiding kunnen vinden, kunnen we die tussenspurt inzetten. We moeten die drempels wegnemen zodat onze ondernemingen volop de vruchten kunnen plukken van een doordachte digitalisering. Dat is absoluut nodig om de groei en de competitiviteit te verzekeren.”

5 miljoen euro

De vijf Vlaamse Digihubs vinden onderdak in een bestaande kennisinstelling, universiteit of hogeschool. Zij zullen daar ook gebruik kunnen maken van de aanwezige infrastructuur en laboratoria. Voor de uitbouw en werking van de digitale experimenteerruimte wordt iets meer dan 5 miljoen euro uitgetrokken. Twee miljoen euro komt van de Vlaamse overheid, 3 miljoen van het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling. Zeventig procent van de kosten wordt gedragen door die middelen, de overige 30 procent wordt door de kmo in kwestie zelf betaald. Het is de bedoeling om zeker 500 Vlaamse kleine en middelgrote bedrijven via de Voka Digihubs te ondersteunen.

“Dit is sowieso een verhaal van langere adem”, oppert Bert Mons, West-Vlaamse Voka-drirecteur. “Het verhaal begint met een vraag of een idee en eindigt met groei die stevig verankerd blijft in het dna van de onderneming. Dankzij het netwerk dat we hier creëren kan iedereen sterker worden. Op die manier kunnen we de ondernemingen naar een hoger niveau tillen.”