Wim Myngheer is voorzitter van Ieperse landbouwraad: “Afstand tussen boer en consument klein houden”

Wim Myngheer: “Iedereen heeft wel een groen kantje en van mij is dat misschien iets straffer dan van een ander.” © TOGH
Tom Gheeraert
Tom Gheeraert Medewerker KW

Sinds april is fruitteler Wim Myngheer voorzitter van de Ieperse landbouwraad. Met de lancering van een memorandum in augustus reikte hij namens de sector de hand naar politici én de milieuraad. Volgend weekend dirigeert Wim Myngheer de tachtig met lichtjes versierde trekkers door het centrum van Ieper.

In de lente nodigen Wim Myngheer (44) en zijn vrouw Liesbeth het grote publiek uit voor bloesemwandelingen in hun fleurige appel- en perenboomgaarden in Zuidschote. Met de winter voor de deur is de aanblik eerder kaal, maar dat weerhoudt Wim er niet van om vol trots over zijn bedrijf te vertellen. “Mijn grootvader heeft de eerste fruitbomen gezet”, vertelt Wim. “Daarna hebben mijn vader en oom het bedrijf samen uitgebaat en nu doen mijn vrouw en ik dat. We hebben 25 hectare hardfruit, de helft appelen en de helft peren.”

Stond het in de sterren geschreven dat jij het bedrijf zou overnemen?

“Ergens heb ik dat altijd willen doen, maar ik was niet de vroegste beslisser. Vandaar dat ik eerst andere dingen deed en pas op mijn 27ste thuis bleef. Ik vind het wel goed dat ik andere sectoren en jobs heb verkend. Ik heb samengewerkt met bouwvakkers, ik ben keurder geweest… Als vorming was dat geen verkeerde zaak, zeker als je vandaag zelf werkgever bent. Je werkt met mensen en je weet gemakkelijker hoe mensen denken. Of hoe een werknemer denkt ten opzichte van zijn baas.”

Is er veel veranderd sinds de 17 jaar dat jij op het bedrijf bent?

“We zijn vooral milieutechnisch een stuk verbeterd. Iedereen heeft wel een groen kantje en van mij is dat misschien iets straffer dan van een ander. Je moet proberen een zo gezond mogelijke teelt te hebben, met zo min mogelijk gewasbeschermingsmiddelen. We doen dat niet voor ons plezier, maar uit noodzaak.”

Met jullie hoevewinkel en bloesemwandelingen stellen jullie zich ook open voor het publiek.

“De afstand tussen producent en consument wordt steeds groter. Ik vind het belangrijk om die afstand zo klein mogelijk te houden door mensen te informeren en toe te laten op je bedrijf, zodat ze zien hoe alles reilt en zeilt. Het jammere is dat de meeste consumenten in de grootsteden wonen en die mensen zijn zeer moeilijk te bereiken. Mensen uit kleinere steden zoals Ieper en Poperinge staan nog dichter bij de agrarische sector en zien nog waar het voedsel geproduceerd wordt.”

“Het is heel positief dat tractoren ook eens in de stad komen”

Was voorzitter van de landbouwraad worden ook een bewuste keuze?

“Ik zit al in de landbouwraad sinds het begin, dus al meer dan vier jaar. Onze vorige voorzitter (Philip Fleurbaey, red.) stopte, dus hadden we een opvolger nodig, maar er was geen enkele kandidaat. Enkele mensen zeiden dat het iets voor mij was. En toen ik er eens bij stilstond, dacht ik: misschien wel. Ik ben vrij ruim in mijn denken en om bruggen te bouwen met de groenere zijde denk ik dat ik niet de verkeerde persoon ben.”

In de zomer lanceerde de landbouwraad een memorandum. Wat was de bedoeling daarvan?

“We willen vooral gehoord worden. Het was mijn voorstel om voor de lancering ook de milieuraad uit te nodigen en daar is al uit voortgevloeid dat we constructief zullen samenzitten. Want landbouw en milieu, dat gaat in principe over hetzelfde grondgebied. Als je met getrokken messen tegenover elkaar staat, is dat meestal niet de juiste oplossing. Zo vind ik het ook positief dat de bevoegdheden landbouw en milieu bij dezelfde schepen zitten.”

Ben je ook blij dat er nu drie landbouwers in het Ieperse schepencollege zitten?

“Het is positief, maar langs de andere kant vind ik het wel heel ruim. Het is aan hen om te bewijzen dat ze er zijn voor iedere Ieperling. Ieper is meer dan landbouw alleen. Ook de belangen van andere sectoren moeten behartigd worden. Ik heb wel de indruk dat mensen uit de landbouw heel bewust met hun stemrecht zijn omgegaan.”

Vaak hoor je dat er geen toekomst is in de landbouw. Zou jij jouw kinderen aanraden om in de sector te stappen?

“Zeker. We zijn altijd maar met meer mensen en die moeten hun buikje vullen. Er zal dus altijd voedsel nodig zijn. Als land heeft België geen eigen energie, geen banken, geen grondstoffen… Het enige dat we nog hebben van zekerheid is onze voedselproductie. De dag dat we daar de stekker uit trekken….”

De landbouwraad zit in de organisatie van de verlichte tractorparade op zaterdag 21 december. Doe je zelf mee?

“Nee, ik zal vooral kijken of alles vlot verloopt. Het is de tweede editie en ik herinner me dat de eerste vorig jaar heel wat voeten in de aarde had. Tachtig trekkers die naar de stad komen is niet niks, ook om te parkeren. Achteraf werd het wel positief onthaald door het Centrummanagement en het stadsbestuur. Dit jaar voelde je wel dat ze vragende partij waren voor een nieuwe editie. Zelf vind ik het ook heel positief dat tractoren in de stad komen. Zo zien de mensen onze machines ook eens van een andere kant.”

Privé: Wim werd geboren op 12 mei 1980. Hij is de zoon van Dirk en Esther Vanacker en de broer van Tom. Wim is getrouwd met Liesbeth Quaghebeur en papa van Lucas (13) en Noor (11).

Loopbaan: Na een tweejarige opleiding fruitteelt in Sint-Truiden werkte Wim twee jaar als bouwvakker. Nadien volgde hij een bacheloropleiding agro- en voedingstechnologie in Roeselare. Hij werkte ook twee jaar als keurder op de fruitveiling in Sint-Niklaas tot hij op zijn 27ste in het ouderlijk bedrijf aan de slag ging.

Vrije tijd: Lopen, zaalvoetballen en zich inzetten voor de Ieperse landbouwraad en de studiekring fruitteelt van West-Vlaanderen.

Lees meer over: