Straks 1 miljoen West-Vlaamse varkens minder: stikstofakkoord treft vooral onze varkensboeren zwaar

De toekomst voor onze varkensboeren ziet er echt niet rooskleurig uit. Hulporganisatie Boeren op een Kruispunt verwacht binnenkort een toestroom aan aanmeldingen. © Christophe de Muynck
Olaf Verhaeghe

Met haar stikstofakkoord zet de Vlaamse regering stevig het mes in de varkenssector. Tegen 2030 moet het aantal varkens in heel Vlaanderen met zowat 1,75 miljoen naar beneden. Meer dan de helft daarvan zijn West-Vlaamse dieren, zo blijkt uit een analyse van deze krant. Daarnaast staan ook vijf West-Vlaamse landbouwbedrijven op de rode lijst: die moeten ten laatste in 2025 definitief stoppen.

Het stikstofakkoord dat de Vlaamse regering midden vorige week na maanden onderhandelen wist te sluiten, treft de West-Vlaamse landbouwsector hard. Ondanks de meer dan 3,5 miljard euro aan voorziene compensaties is nu al duidelijk dat de impact op de landbouwbedrijven in onze provincie immens zal zijn.

Vooral de varkenssector krijgt het zwaar te verduren, nu is beslist dat de varkensstapel tegen 2030 een derde kleiner moet worden. Waar er in 2020 nog ruim 5,8 miljoen varkens in Vlaanderen werden gekweekt, mogen er volgens het gevonden akkoord in 2030 nog net iets meer dan 4 miljoen dieren overschieten.

Zware inspanning

Een diepere analyse van de cijfers leert dat vooral West-Vlaanderen forse inspanningen zal moeten leveren. De West-Vlaamse varkensboeren zijn met ruim 3,3 miljoen varkens goed voor bijna 60 procent van de sector in Vlaanderen. Willen we de doelstellingen op vlak van uitstoot door varkenskwekers behalen, dan zal de West-Vlaamse varkensstapel met zowat 1 miljoen dieren moeten krimpen.

© Christophe de Muynck

In Ardooie, Diksmuide en Staden worden de grootste inspanningen verwacht. In elk van die drie gemeenten moet het aantal varkens met meer dan 50.000 dieren naar beneden. Ook in Poperinge, Tielt, Ieper en Wingene is de gevraagde daling – telkens meer dan 40.000 varkens – groot. Slechts zes West-Vlaamse gemeenten houden na de operatie in theorie meer dan 100.000 varkens over.

In totaal voorziet de Vlaamse regering dit en volgend jaar een budget van 200 miljoen euro om de varkensboeren die vrijwillig stoppen, uit te kopen. Dat zou voor 17 procent van de totale emissiereductie moeten zorgen, bovenop het terugdringen van de uitstoot in stallen van runderen, varkens en pluimvee die wel blijven bestaan. Voor een vleesvarken krijgt een stoppende boer 154 euro, voor een zeug 900 euro. En wie zijn stal laat slopen, kan rekenen op een vergoeding van 40 euro per vierkante meter. Bedrijven die dichter bij een natuurgebied liggen, zullen daarbij voorrang krijgen.

Zwarte woensdag

Dat laatste lijkt de West-Vlaamse varkensboeren extra parten te zullen spelen: in de praktijk zijn vele bedrijven bij ons net ver van dergelijke natuur gevestigd. “Die tegemoetkoming zal voor vele West-Vlaamse boeren langer op zich laten wachten, ja”, zegt ook Bart Vergote, woordvoerder voor de varkenshouders binnen het Algemeen Boerensyndicaat en zelf ook varkensboer in Zedelgem. “Binnen de sector werd dan ook bijzonder somber gereageerd op het stikstofakkoord. We wisten dat er iets op ons zou afkomen. En we wisten dat het wel eens zwaar zou kunnen zijn, maar de woensdag van het akkoord gaat voor ons de geschiedenisboeken in als een pikzwarte woensdag.”

We wisten dat het zwaar zou worden, maar voor de varkenssector is dit een pikzwarte woensdag – Bart Vergote, varkensboer uit Zedelgem

De pikzwarte woensdag laat zich nog niet erg voelen bij hulporganisatie Boeren op een Kruispunt. “We krijgen wel wat vragen, maar van een overrompeling is voorlopig geen sprake”, geeft directeur Els Verté aan. “Ik denk dat het bij velen nog goed moet doordringen en er vooral op individueel niveau nog wat duidelijkheid moet komen. Als die info er binnen enkele weken komt, verwachten we wel nog een toestroom aan aanmeldingen.”

Rode bedrijven

Zeker is dat het stikstofakkoord voor zeker vijf West-Vlaamse landbouwbedrijven (niet uitsluitend varkenshouders, red.) het einde inluidt. Het gaat om de zogenaamde rode piekbelasters met een grote impact op nabijgelegen natuur. Die moeten ten laatste in 2025 dicht, vijf jaar eerder dan oorspronkelijk gedacht. In de praktijk gaat het om onteigeningen, vergoed door de overheid. Wie beslist om vroeger dan 2025 te stoppen, ziet die vergoeding trouwens verhogen. Heel Vlaanderen telt vandaag 40 rode landbouwbedrijven en twee rode mestverwerkers.

Voor donkeroranje bedrijven komt er een vrijwillige uitkoopregeling. In de loop van 2023 lanceert Vlaanderen voor hen een aanbod tot stopzetten. Ook hier geldt: hoe sneller je stopt, hoe hoger de vergoeding. Voor beide operaties samen voorziet de Vlaamse regering zo’n 180 miljoen euro, tussen nu en 2025.

Vlaams landbouwminister Hilde Crevits (CD&V) belooft uitdrukkelijk om boeren die stoppen – vrijwillig of verplicht – intensief te zullen begeleiden. “Zowel advisering over investeringen, opleidingen, oriëntatie op de arbeidsmarkt als sociale begeleiding zullen cruciaal zijn”, klinkt het. “Achter elk bedrijf zit een gezin. We hebben moeilijke beslissingen genomen. Moeten nemen. Maar we laten niemand vallen.”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier