Protest tegen nieuwe kippenstal van landbouwersfamilie in Menen: “We zijn plots op brandstapel gezet”

Een tiental omwonenden gaat samen met Greenpeace en GAIA in beroep tegen de uitbreiding van een slachtkippenkwekerij in Menen. Landbouwer Ivan Devlies en zijn zonen Jeroen en Tomas uit de Kortewaagstraat willen een extra stal voor 50.000 slachtkippen bijbouwen en kregen daarvoor al het fiat van de provincie.

Vandaag telt het bedrijf zo’n 245.000 kippen en 1.700 varkens. Het bedrijf mag uitbreiden tot een capaciteit van 295.000 slachtkippen. Ter compensatie stelt het bedrijf voor om de zeugen weg te doen, om nog 1.500 varkens over te houden. Door het beroep belandt het dossier nu op het bureau van minister van Omgeving Zuhal Demir.

“Dit is industrie en heeft eigenlijk niets meer met landbouw te maken”, klinkt het in het persbericht van Greenpeace België. “Voor plattelandsbewoners gaan zulke megastallen gepaard met geurhinder, toename van zwaar vrachtverkeer en gezondheidsrisico’s allerhande. West-Vlaanderen stikt al in de stikstof en de waterkwaliteit op het platteland boert achteruit. De intensieve veeteelt is in ruime mate verantwoordelijk voor de huidige natuurcrisis. Dit moet stoppen.”

Ivan Devlies en zijn zonen Jeroen (34) en Tomas (28) zijn enigszins aangeslagen door de berichtgeving van de voorbije week en wensen liever niet te poseren voor de foto. “Mensen die hier nog nooit een voet op het erf gezet hebben, vellen plots een oordeel over ons. We worden zomaar afgeschilderd als criminelen en op de brandstapel gezet. Kritiek geven is gemakkelijk”, zegt Ivan. “We hebben een goed contact met de buren in onze straat. Nog nooit klaagden ze over overlast. We doen er dan ook alles aan om ons bedrijf te optimaliseren.”

Modern bedrijf

“Dankzij ons familiebedrijf verwerven we met drie gezinnen een inkomen”, vertelt Jeroen. “Omdat we ons verder willen specialiseren in kippen beslisten we om geen zeugen meer te houden in de verouderde zeugenstal. Samen met het emissie-arm maken van een oudere kippenstal realiseren we zo een fikse stikstof- en ammoniakreductie, die de komst van een extra kippenstal ruimschoots compenseert. We zijn een modern landbouwbedrijf dat blijft investeren in innovatieve technieken en methoden zoals emissie-arme stallen met ammoniakreductiesystemen en warmterecuperatie. De kippen krijgen zelfs speciaal aangepast voeder.”

“Ook zorgen we ervoor dat spoelwater zo weinig mogelijk met mest vermengd wordt door de stallen eerst droog te reinigen. Alle water wordt opgevangen”, voegt Tomas eraan toe. “Slechts om de twee maanden is er een piekmoment waarop er extra transport van en naar de hoeve is. Al onze kippenmest wordt overigens geëxporteerd naar Frankrijk, daar is de vraag naar kippenmest gigantisch. We doen het maximale om ons bedrijf klaar te maken voor de toekomst. Het is niet plezant om dan negatieve berichtgeving te moeten lezen.”

Geurhinder

Het verweer tegen de uitbreiding komt uit het nabijgelegen Moorsele. Edwin Ramboer uit de Ketelstraat is een van de stuwende krachten. “Het is niet zo dat ik persoonlijk iets tegen de uitbaters van het betrokken bedrijf heb, ik ken hen zelfs niet eens. Maar als de wind uit die richting waait, heb ik last van geurhinder. En die zal niet afnemen door een uitbreiding”, argumenteert hij. “Onze buurt tekende eerder al met succes beroep aan tegen de komst van een nieuwe kalkoenenstal vlakbij. Ditmaal gingen we met een tiental omwonenden in beroep tegen het verder gelegen kippenbedrijf in de Kortewaagstraat.”

“Als lid van Natuurpunt bekommer ik me om het algemeen welzijn. Ik kom op tegen de megastallen, of het nu hier is of in Limburg. Ze zorgen voor te veel stikstof en er wordt overmatig antibiotica gebruikt. Fijn stof en ziektekiemen vliegen de lucht in, de grondwatertafel in de streek staat te laag… In zo’n industrieel landbouwsysteem worden landbouwers gedwongen tot overproductie om economisch te overleven”, besluit hij.

(CB)