Onze landbouwmachines zijn wereldwijd gegeerd

Florin Decoster, Liselotte Leplae en Thomas Decan van Dewulf. © JOKE COUVREUR
Wouter Verheecke
Wouter Verheecke Medewerker KW

West-Vlaanderen is de landbouwprovincie bij uitstek. Naast akkerbouwers en voedselverwerkers, vind je hier ook fabrikanten van landbouwmachines. En die zijn ondertussen uitgegroeid tot echte wereldspelers. We trokken naar CNH Industrial, AVR en Dewulf, benieuwd naar hun historiek, sterktes en uitdagingen.

De geschiedenis van het huidige CNH Industrial in Zedelgem gaat terug tot in 1906. Toen besloot Leon Claeys landbouwmachines te fabriceren, die ondertussen natuurlijk een hele evolutie doormaakten. De gele kleur bleef daarbij wel behouden. “De oorspronkelijke dorssystemen waren nog stationair, daarna werden die getrokken door een tractor. Al in 1952 ontwikkelde hij de eerste zelfrijdende maaidorser, als eerste in Europa”, vertelt Luc Nauwynck, HR director.

Kennis als grote troef

Met die ervaring op zak draait het bedrijf vandaag mee aan de absolute wereldtop als het om maaidorsers gaat. De West-Vlaamse productiesite geldt daarbij als Centre of Excellence voor de oogstmachines van de groep. “Naast maaidorsers maken we hier tegenwoordig ook hakselaars en balenpersen. Onze productie is verticaal geïntegreerd, wat betekent dat we niet alleen onderdelen assembleren, maar dat we die hier ook zelf fabriceren. Bovendien ontwikkelen we de machines zelf. Met 450 medewerkers op een totaal van drieduizend personeelsleden, is ons R&D-departement het grootste van alle maakbedrijven in onze provincie”, stelt Paul Snauwaert, die verantwoordelijk is voor advanced technology and innovation.

“De toekomst ziet er rooskleurig uit voor ons”

Zo heeft de firma de volledige keten in handen, van de ontwikkeling tot de productie en ook de verkoop. “Hierdoor houden we niet alleen de kosten onder controle, maar zijn er ook korte communicatielijnen tussen die verschillende afdelingen. Dat is zonder meer onze grootste sterkte. Voorts maken we het verschil met onze technologische kennis, waarvoor we nauw samenwerken met hogescholen en universiteiten. En dat is nodig, want de mechanische machines van weleer zijn nu mechatronisch, met heel wat elektronica aan boord. Samen met de West-Vlaamse gedrevenheid maakt dit dat wij onze rol van betekenis blijven behouden binnen onze mondiale groep, ondanks de hoge loonkosten in ons land”, weet Luc Nauwynck.

Paul Snauwaert en Luc Nauwynck van CNH.
Paul Snauwaert en Luc Nauwynck van CNH. © JOKE COUVREUR

Innovatief karakter

De Benelux is goed voor een marktaandeel van amper 5%. Maar CNH Industrial is niet alleen qua verkoopcijfers een wereldspeler te noemen. Het bedrijf staat in het Guinness World Records-boek met de maaidorser met de grootste capaciteit: 100 ton tarwe per uur. “Nu krikken we die capaciteit nog verder op met onze nieuwste ontwikkeling, die we straks voorstellen tijdens Agritechnica. Die leverde ons de gouden innovatiemedaille op van de Duitse beursorganisatie”, zegt Paul Snauwaert.

“Qua afmetingen zitten we aan de limieten van het wegtransport, maar we kunnen die extra winst realiseren door het gebruik van software en sensoren. Tegelijk moet de machine gebruiksvriendelijk zijn en moet ze data verzamelen om precisielandbouw mogelijk te maken. Dat zijn de uitdagingen waarmee wij nu geconfronteerd worden, maar we hebben technologische oplossingen klaar. De toekomst ziet er dan ook rooskleurig uit voor ons.”

Stefan Top van AVR.
Stefan Top van AVR. © JOKE COUVREUR

Een andere grote speler is AVR, wat staat voor Alfons Vansteenkiste Roeselare. Het bedrijf is in 1849 vernoemd naar de zoon van oprichter Pieter Vansteenkiste. “Ondanks een aantal overnames is die naam van ons familiebedrijf altijd bewaard gebleven. Volgend jaar kunnen we dus onze 175ste verjaardag vieren met onze 250 medewerkers”, zegt Stefan Top, managing director bij de Belgisch-Nederlandse groep. “Die lange geschiedenis danken wij vooral aan innovatie en productmanagement: we passen ons aan aan de omstandigheden en ontwikkelen het juiste product tegen de juiste prijs voor de juiste markt.”

Op de productiesites in Roeselare en Veendam construeert AVR elk jaar zo’n duizend hoogtechnologische, geconnecteerde machines voor de aardappelteelt. Dat gaat van grondbewerking tot het poten, loofklappen, rooien en inschuren. De Puma, het paradepaardje onder de rooimachines, is 15 meter lang en is uitgerust met heel wat software om aan smart digital farming te kunnen doen. Daarbij wordt een maximale opbrengst met een minimale milieubelasting nagestreefd.

“Het blijkt nu eenmaal dat West-Vlamingen graag machines bouwen; niet alleen voor de landbouw, maar ook voor andere sectoren. Dat wij destijds in Roeselare zijn opgericht, valt te verklaren doordat we op die manier dicht bij onze eerste klanten zaten, middenin de West-Europese potato belt. Ondertussen exporteren wij evenwel naar meer dan vijftig verschillende landen, van Australië tot Zuid-Afrika of Mexico”, vertelt de directeur met gepaste trots.

Duurzame groei

“Naast het wetgevende kader is ook het vinden van geschikt personeel momenteel een uitdaging van onze klanten, waar wij zelf overigens ook mee kampen. Het speelt in ons voordeel dat we met leuke technologie en fancy producten bezig zijn, met een grote maatschappelijke meerwaarde. Onrechtstreeks voeden wij namelijk een groot deel van de wereldbevolking. Dat spreekt jonge gasten aan, zeker als die enige affiniteit hebben met de landbouwsector. Onze inspanningen op het vlak van employer branding leveren gelukkig op, zodat ook wij kunnen blijven investeren, om zo onze verdere groeiambities op een duurzame manier waar te maken”, klinkt het.

“Wat wij doen, spreekt tot de verbeelding bij jonge ingenieurs”

Op amper een kilometer van AVR vind je Dewulf, een full-liner in machines voor de teelt van aardappelen en wortelgewassen. “Ons bedrijf is in 1946 opgericht door Robert Dewulf, de grootvader van de huidige CEO. Sindsdien leverden wij onze machines al naar meer dan tachtig landen vanuit Roeselare, terwijl de groep ook vestigingen heeft in Nederland en Roemenië. De export is daarmee goed voor bijna 90% van onze jaaromzet. De aardappelteelt was in onze beginjaren booming business in de streek, maar het verdere groeipotentieel bevindt zich nu buiten ons land. Daarom engineeren we onze machines nu ook specifiek voor buitenlandse markten”, zegt Florin Decoster, die verantwoordelijk is voor de marketing en communicatie.

Merkentrouw

Hoe verklaart hij die wereldwijde interesse voor de West-Vlaamse landbouwmachines? “Onze aanpak wordt erg gesmaakt in het buitenland. Daar loven ze ons om de West-Vlaamse werkethiek, die gekenmerkt wordt door noeste arbeid en een grote bereidheid. We staan ook dicht bij onze klanten en luisteren naar hun wensen. Onze machines zelf – zoals de Kwatro Extreme – blinken dan weer uit in veelzijdigheid en presteren ook goed in natte omstandigheden”, maakt hij zich sterk.

En hoe zit het met die concurrentie met hun stadsgenoot? “In de landbouwsector heerst er traditioneel een grote merkentrouw. Toch houdt dit bijzondere gegeven ons allebei scherp, want dat maakt dat we niet op onze lauweren mogen rusten.”

Deze reportage maakt deel uit van het magazine ‘Het Beste van West-Vlaanderen’, dat verschijnt op vrijdag 17 november 2023.