Ze stond mee aan de wieg van uitzendgiganten ‘Accent Jobs’ en ‘House of HR’ en schreef haar bijzonder straf ondernemersverhaal haast vanuit het niets. De ingrediënten: een gigantische grote portie lef, een zo mogelijk nóg grotere scheut durf en veel gezond West-Vlaams boerenverstand. Als iemand zich een straffe madam mag noemen, dan is het wel Conny Vandendriessche (61). Dertig jaar ondernemerschap levert haar een lifetime achievement award op, maar zelf hecht ze veel meer belang aan het feit dat ze mensen weet te inspireren. “Ondernemers zijn de motor van onze samenleving. Die moeten we koesteren.”
Het Westwing Park in Roeselare, vijf hoog. In de kantoren van Coformaco, de family office van Conny Vandendriessche, begroet de West-Vlaamse toponderneemster ons met een stralend brede glimlach.
Daar heeft de getogen Lichterveldse alle reden toe: tijdens de Belgian Sales Awards in het casino van Knokke mocht ze een lifetime achievement award in ontvangst nemen.
Een scharniermoment, al was het maar omdat het haar – ook al is het maar voor heel even – doet stilstaan bij wat geweest is. “Ik voelde me precies wat oud toen ik daar op het podium stond”, bloost ze. “Time flies. Wat een ongelooflijke reis is het al geweest.”
Eentje waarvan je de bestemming vooraf eigenlijk niet wist.
(knikt) “Klopt volledig. Als ondernemer wil ik altijd net iets beter doen dan de dag voordien. Ik wil impact hebben, mijn stempel drukken. Daarom voelde die erkenning best goed, want het bevestigt dat ik daar toch in geslaagd ben. En tegelijk had ik een dubbel gevoel. (even stil) Er was een lege stoel. Ik had zó graag gehad dat mijn papa er bij was geweest en kon zeggen: ‘fantastisch gedaan, meiske’. Helaas is hij niet langer onder ons. Maar ik ben er zeker van dat hij preus is, waar hij nu ook mag zijn.”
“Vergeet niet dat ik eerst tien jaar als loontrekkende gewerkt hebt. Mijn leven kon dus evengoed een compleet andere richting uitgegaan zijn”
Had je durven denken dat je het zó ver zou schoppen, toen je in 1995 Accent Jobs mee boven de doopvont hield?
(schudt het hoofd) “Allesbehalve. Als ondernemer heb je een plan hoe je de komende drie tot vier jaar wil werken. En daarna neem je alles opnieuw onder de loep. Vergeet niet dat ik eerst tien jaar als loontrekkende gewerkt hebt. Mijn leven kon dus evengoed een compleet andere richting uitgegaan zijn.”
Met een diploma verpleegkunde en toerisme op zak was je onder andere vier jaar receptioniste bij Camping Vakantiegenoegens in Nieuwpoort…
“En daar heb ik geen seconde spijt van. Maar ik voelde toen al dat ik vooruit wilde. Zelf iets in beweging wilde zetten.” (lees verder onder de foto)

En daar speelde Philip Cracco een rol in.
“Ik ben zeer dankbaar dat ik Philip mocht leren kennen. Mijn man Wim bracht ons met elkaar in contact. Samen hebben we, met steun van onze stille vennoot Eurofina (met onder andere Aimé Desimpel aan boord, red.), in hartje Roeselare de fundamenten van Accent Jobs gelegd. Ik zie me er nog de muren schilderen. Sindsdien heb ik geen verfborstel meer aangeraakt.” (schatert het uit)
Je ouders runden een plantenkwekerij en -groothandel. Kreeg je de ‘commerce’ met de paplepel binnen?
“Mijn vader vond dat ik niet in de wieg gelegd was om een eigen bedrijf te leiden. Hij raadde me aan om hoogstens een pralinewinkeltje te openen of met een rijke dokter te trouwen. Toen ik met Accent Jobs van start ging, ben ik bij hem aangeklopt voor een lening van 800.000 oude Belgische frank (20.000 euro, red.). Die heeft hij me geweigerd. Ik denk dat hij me wilde beschermen voor de harde zakenwereld. Zijn dochter moest stabiliteit en een vast loon hebben. Maar zijn houding heeft me getriggerd. Ondernemen zat gewoon in mijn DNA. Mijn grootvader was marktkramer, mijn ouders hadden een eigen zaak… Ik had nooit iets anders gezien. Ik moest en zou bewijzen dat ik het wél kon. Mijn rebels kantje, zeker?”
Wat herinner je van de wonderjaren bij Accent?
“We hadden die echte founders-mentaliteit, we waren de klok rond met Accent Jobs bezig. Op het obsessieve af. Op de duur woonde ik bijna in ons eerste kantoor. Maar ik moest en zou slagen. Dat ene bureautje in de schaduw van het Heilig Hartziekenhuis van Roeselare is uitgegroeid tot een groep met meer dan 57.000 werknemers en ruim zevenhonderd kantoren.”
Wat is jouw succesformule?
“Ik ben ontelbaar veel met mijn hoofd tegen de muur gelopen, maar vallen en opstaan is eigen aan ondernemen. Het is zaak van altijd de draad weer op te nemen. Passie en gedrevenheid, gekoppeld aan een gezonde portie koppigheid.”
Je moest als vrouw je weg zoeken in een echte mannenwereld. Hoe ging je daarmee om?
“Daar heb ik eigenlijk nooit echt bij stilgestaan. Al besefte ik ook wel dat ik me vaak meer moest bewijzen dan mijn mannelijke collega’s. Dertig jaar geleden was dat zeker het geval, vandaag zou dit eigenlijk geen issue meer mogen zijn. Er moet nog wat water naar de zee vloeien, maar ik voel dat de perceptie anno 2025 volledig anders is. Het moet over de capaciteiten gaan, niet over het feit of er nu M, V of X op je identiteitskaart staat, toch?”
“Mijn vader vond niet dat ik in de wieg gelegd was om een eigen bedrijf te leiden. Hij raadde me aan om met een rijke dokter te trouwen of een pralinewinkeltje te beginnen”
Kunnen we ons alleen maar bij aansluiten. Is het daarom dat je ook op professioneel vlak een lans breekt om vrouwen in de zakenwereld te ondersteunen?
“Mijn vorm van missionariswerk. (knipoogt) Met Stella P. helpen we al tien jaar om de raden van bestuur bij bedrijven te vervrouwelijken en konden we zo een vierhonderdtal mensen op weg zetten. Met We Are Jane hebben we een Europees investeringsfonds voor en door ondernemende vrouwen in het leven geroepen. Zien dat beide initiatieven hun vruchten afwerpen en marcheren, maakt me oprecht gelukkig.”
Hoe belangrijk is je echtgenoot in je carrière?
“Een hoeksteen, misschien wel de allerbelangrijkste pijler. Hij was jarenlang CIO (Chief Information Officer, red.) bij House of HR, maar hij stond – en staat nog steeds – ook thuis als één blok achter me. Ons professioneel en privéleven is volledig met elkaar verweven. Aan de keukentafel gaat het héél vaak over het werk, maar dat hoeft toch niet per se een negatieve bijklank te hebben? We werken allebei zeer graag. Dat scheelt.”

Enkele jaren geleden zei je in een interview met KW dat je je gezegend voelt. Gaat die gedachte nog steeds op?
“Meer dan ooit. Count your blessings, ik doe het elke dag. Alles staat of valt met een goeie thuissituatie. Die héb ik. Een pracht van een man, met Matthijs (33) een fantastische zoon, een geweldige schoondochter Floor en twee wolken van kleinzonen van 3,5 en 1,5 jaar oud. Die twee zijn mijn hele wereld.”
Vertelt ze met pretoogjes.
“Maar ja, gij! Voor die twee pagadders maak ik graag tijd vrij. Het zijn de enige twee wezentjes op deze planeet die me even alles rondom me heen kunnen doen vergeten. Bliksemafleiders, als het ware. Maar ik prijs me ook gelukkig dat ik professioneel door toppers omringd ben. Op zakelijk vlak kan ik mijn mensen blindelings vertrouwen. We delen dezelfde waarden en normen. Maar ik ben nog bij al onze bedrijven betrokken. Zo heb ik bij House of HR nog steeds een belang van 10 procent. Ik wil weten wat er leeft en hoe het gaat.”
“Ik wil vrouwen alle kansen bieden in de zakenwereld en hen ondersteunen. Dat is mijn vorm van missionariswerk”
Waar ben je het meest trots op?
(resoluut) “Op onze zoon en gezin. Hij doet de juiste dingen, vindt de goeie weg. Hij werkt nu als piloot in de private sector en is ook in onze family office aan de slag. Hij leert snel en goed. Belangrijk, want met ons kapitaal willen we andere ondernemers een duwtje in de rug geven.”
In 2022 werd de Amerikaanse investeringsmaatschappij Bain Capital hoofdaandeelhouder van House of HR en werd het bedrijf gewaardeerd op een stevig bedrag. Was geld een drijfveer tijdens je carrière?
(denkt na) “Ja en neen. In het begin wel, want je hebt voldoende fondsen nodig om te groeien. Ik wilde ook een soort oorlogskas waar ik kon op terugvallen wanneer het wat minder ging. Of waarmee we konden investeren. Gelukkig was het vooral dat laatste. Maar hoe langer ik aan het werk was, hoe meer het ging over verschil maken. Als er financiële rust is, kan je je op het brede plaatje focussen.”
Rust en Conny Vandendriessche, het is geen alledaagse combinatie.
(lacht) “Tja… Ik ben van nature eerder onrustig. Stilzitten is niets voor mij. Lange vakanties? Daar bedank ik voor. Na enkele dagen staat mijn vizier alweer op onze bedrijven.”
Heb je dan nog geen greintje gas teruggenomen?
“Oh, jawel. Dertig jaar geleden waren werkweken van tachtig uur en meer eerder regel dan uitzondering. Nu probeer ik af en toe een namiddag vrij te nemen – onder andere voor de kleinkinderen. Mijn batterijen zijn ook iets sneller leeg dan vroeger.”
Hoe laad je die weer op?
“Met verwennerij. Een goeie massage of gezichtsbehandeling. Ik heb ook een zwak voor what ladies like: zonnebrillen, schoenen, handtassen… (glimlacht) Maar geen uitspattingen, hoor! (bedenkt zich snel) Al zal Wim dat misschien wel ontkennen.”

Van uitspattingen gesproken: hoe kijk je naar de huidige economische situatie? We moeten met z’n allen de broeksriem aanspannen.
“Laten we vooral kalm blijven en bluvn oasemen. West-Vlamingen zijn taai, ruige bonken. We kunnen tegen een stootje. Ik heb de voorbije dertig jaar al mijn goeste aan crisissen meegemaakt: de Golfoorlog, de dioxinecrisis, Nine Eleven, de bankencrisis, Covid-19… Als de geschiedenis me één iets geleerd heeft, dan is het wel dat alles altijd goed komt. Maar dat je intussen niet op je lauweren mag rusten.”
2025 was doorspekt met stakingen en betogingen. Kan je daar begrip voor opbrengen?
(schudt het hoofd) “Neen. Die kosten alleen maar geld en leiden tot meer frustratie. De besparingsmaatregelen van de regering zullen wat pijn doen. Maar om onze welvaart te behouden, moeten we nu even collectief durven snijden waar we het zullen voelen.”
“Mijn twee kleinzonen zijn de enige twee wezentjes op deze planeet die me even alles rondom me heen kunnen doen vergeten”
Hier zit een volleerd politica voor mij.
(haast zich) “Allesbehalve. Die ambitie is me totaal vreemd. Ik ben in het verleden al door alle traditionele partijen gevraagd om op de lijst te staan, maar die wereld is niets voor mij. Dan moet je compromissen sluiten vanop een veel te log schip. Dat is mijn biotoop niet. Al moet ik wel zeggen dat we een heel goeie premier hebben. De Wever doet wat hij zegt, heeft dossierkennis en is erg intelligent. En hij dúrft te beslissen. Ik zou graag eens met hem van gedachten wisselen.”
Welke raad zou jij startende ondernemers meegeven?
“Jaag je droom na. Maar ook de overheid heeft een belangrijke taak. Ons fiscaal regime moet dringend gunstiger én we moeten inspanningen leveren om de maakindustrie hier nieuwe kansen te geven. Want hoe je het ook draait of keert: ondernemers zijn de motor van onze samenleving. Die moeten we koesteren.”
Waarvan akte. Tot slot: wat wens je jezelf en de wereld in 2026 toe?
“Op persoonlijk vlak: een goeie gezondheid voor mezelf en de mensen rondom me. Want daar staat of valt alles mee. Vanuit mijn kantoor kijk ik uit op AZ Delta in Roeselare. Prachtig gebouw, maar ik hoop dat ik er zo weinig mogelijk moet zijn. Want dat zou betekenen dat alles goed gaat. De wereld wens ik dan weer een positieve mindset toe. Zie het goede in de kleine dingen. De wereld is onrustig, maar dat is niet de eerste keer. Als we allemaal aan hetzelfde zeel trekken, raken we er wel. Daar ben ik van overtuigd.”