Heimwee naar de ferry: tien jaar geleden vertrok de laatste overzetboot richting Engeland

Maaike Cafmeyers eerste job was aan boord van een ferry tussen Zeebrugge en Hull. © GF
Philippe Verhaest

Weet je nog de tijd toen we ‘en masse’ per schip de oversteek naar Groot-Brittannië maakten? Vanuit Zeebrugge en Oostende vertrokken letterlijk bootladingen toeristen en Britten ontdekten daarbij ook het Europese vasteland. Anno 2023 zijn de ferryverbindingen helemaal uitgestorven, maar voor Maaike Cafmeyer was het haar allereerste job. “Achteraf bekeken was het een van de mooiste jaren van mijn leven”, bekent onze hoofdredactrice.

Dit artikel maakt deel uit van De Krant van Maaike. West-Vlaams Ambassadeur Maaike Cafmeyer was een hele week hoofdredactrice van De Krant van West-Vlaanderen. Deze unieke stuntkrant ligt vanaf vrijdag 27 oktober in de krantenwinkel.

Onze Noordzee is al eeuwen een toegangspoort naar al dan niet verre werelden. Vooral de tocht richting het nabije Groot-Brittannië was tientallen jaren lang een populaire lijn. Al in 1689 wordt een eerste pakketboot tussen Oostende en Dover ingelegd, in 1838 – ons landje is dan hoop en al acht jaar jong – wordt een eerste stoomboot op het traject ingezet. Nog eens acht jaar later is de eerste post- of maalboot (naar het Engelse mail, red.) een feit.

Enkele tientallen kilometer verderop in Zeebrugge is het wat langer wachten op een nautische verbinding. In 1962 organiseert de Britse rederij Townsend-Thoresen een ferrydienst richting Felixstowe en Dover, tien jaar later volgt North Sea Ferries met een lijn richting Hull.

Economische pijler

In Oostende maakte het ferryverhaal lange tijd deel uit van de vier sterke economische pijlers van de Koningin der Badsteden. “Samen met het toerisme, de visserij en de zeemacht”, leggen Danny Drooghenboodt (58) en Enrico Riccioloni (66) van de vzw Restart uit. Deze organisatie werd in 2014 opgericht nadat een jaar eerder de allerlaatste veerdienst tussen Oostende en Ramsgate ophield te bestaan.

Op 18 april 2013 vaarde het laatste schip van Transeuropa Shipping Lines uit, enkele dagen later ging de maatschappij op de fles. “Het stilvallen van het ferryverkeer in onze haven is tot vandaag een sociaal-economische zwarte bladzijde. Met onze burgerbeweging ijveren we voor de revival van de ferry in Oostende.”

Veerboten en Oostende gaan hand in hand. Tot 1972 had de Belgische overheid de exploitatie volledig in handen, daarna kwam de RMT, voluit de Regie voor Maritiem Transport, aan zet. Vanaf 1998 werden alle lijnen geprivatiseerd en doken spelers zoals het Australische Hollyman Sally met de bekende catamarans op, net als P&O en Hoverspeed.

Stewardess op zee

De beroemdste werknemer op de ferrylijnen is zonder twijfel Maaike Cafmeyer. In 1992, op haar 21ste, was ze bijna een vol jaar aan de slag op de lijn Zeebrugge-Hull van North Sea Ferries, het latere P&O. Haar job: als stewardess de overtocht voor de passagiers zo comfortabel mogelijk maken.

“De ferry heeft ervoor gezorgd dat ik vandaag als actrice kan werken” – Maaike Cafmeyer

“Ik ben gestart als jobstudente, maar dat mondde al snel uit in mijn eerste echte job”, zegt ze. “Tussen mijn studies regentaat en mijn start aan het conservatorium heb ik er ontelbaar veel uren geklopt. Het geld dat ik er verdiende, gebruikte ik om mijn opleiding te betalen. De ferry heeft ervoor gezorgd dat ik vandaag actrice ben.”

Met een diploma als sloepcommandant op zak maakte de Torhoutse van de veerboot haar nieuwe thuis. “Het was keihard werken. Om 5.30 uur ’s ochtends serveerde ik in de kajuiten de morning tea, daarna volgde het ontbijt en wanneer de passagiers ontscheept waren, moest ik tien kajuiten van boven tot beneden poetsen. Dat heeft ervoor gezorgd dat ik tot vandaag een onmetelijk groot respect heb voor poetspersoneel.”

Danny Drooghenboodt (links) en Enrico Riccioloni van de vzw Restart ijveren al sinds 2014 voor de rehabilitatie van de ferrylijnen in Oostende.
Danny Drooghenboodt (links) en Enrico Riccioloni van de vzw Restart ijveren al sinds 2014 voor de rehabilitatie van de ferrylijnen in Oostende. © JOKE COUVREUR

“Na enkele vrije uurtjes scheepte een nieuwe lading reizigers in, was ik van dienst in het restaurant en sloot ik de avond af achter de bar. Het waren lange en zware werkdagen, maar achteraf bekeken heeft het me zoveel bijgebracht. Zo’n schip is een microkosmos. Je leeft er samen met een pak nationaliteiten op een zakdoek, leert er samenwerken, maar je ook verweren. Dáár heb ik het spreekwoordelijke haar op mijn tanden gekregen. Een prachtige tijd. Doodjammer dat dit bij ons verdwenen is.”

Eurotunnel

Woorden die Enrico en Danny recht in het hart raken. “Het is onbegrijpelijk dat Oostende geen ferrydienst meer heeft. “Op het hoogtepunt werkten liefst 3.000 mensen voor de reders, om van de onrechtstreekse impact nog maar te zwijgen. Het was een van dé hoekstenen van de Oostendse economie. Maar met de opkomst van de Eurotunnel in Calais raakten de Belgische ferrylijnen steeds meer in een hoekje gedrumd.”

“Vanuit Calais was het 45 à 60 minuten naar Dover, wie in Oostende inscheepte, deed daar een viertal uur over. Maar er werd daarbij vergeten dat heel wat passagiers uit onze contreien, Nederland en Duitsland afkomstig waren. De tijd die ze zogezegd aan boord verloren, waren ze nu op weg naar Calais kwijt. Bovendien hadden en hebben we nog steeds de perfecte infrastructuur. Het treinstation bevond zich pal aan de kade waar de ferry’s aanmeerden. Je kon in een oogwenk overstappen.”

“Volgens ons speelde de wafelijzerpolitiek ook mee. In Wallonië sloten de steenkoolmijnen, Vlaanderen moest de ferry’s opgeven. Nochtans hebben de lijnen tussen Oostende en steden als Dover, Ramsgate en Folkestone nooit aan populariteit ingeboet.”

Met de vzw Restart willen Danny en Enrico de herinnering aan het ferryverleden levend houden en ondernam het ook al pogingen om een nieuw traject op poten te zetten. “Toen Marc Coucke bij KV Oostende voorzitter was, hebben we zelfs nog gevraagd om erin te investeren”, glimlachen ze. “Helaas zonder succes.”

Relieken

Vandaag zijn nog enkele relieken uit het rijke verleden te zien. “Onder andere de aanlegsteiger waar de Prins Filip aanmeerde. Die nog altijd wordt gebruikt, trouwens. In totaal hebben doorheen de jaren meer dan honderd veerboten Oostende als haven aangedaan en daarvan zijn er nog altijd twee in omloop. De Prins Filip van RMT en Oostende Lines vaart nu tussen de Ierse kust en Dover, maar was tot 2010 in Oostende te spotten.”

Het leven op de ferry stond voor hard labeur, maar er was ook tijd voor wat ontspanning.
Het leven op de ferry stond voor hard labeur, maar er was ook tijd voor wat ontspanning. © GF

“De Prins Laurent, ook een RMT-vaartuig, bracht van 1974 tot 1991 passagiers naar Dover en dobbert nu als cruiseschip tussen de Griekse eilanden in de Middellandse Zee. Zo blijft er toch nog een klein stukje van het roemrijke Oostendse ferryverleden tastbaar.”

Of er ooit een nieuwe veerbootverbinding in Oostende zal verschijnen, laten Danny en Enrico in het midden. “Maar het zou meteen een succes zijn. Daar zijn we van overtuigd. Oostende ís een ferryhavenstad.”

Maaike knikt. “Ferry’s zijn een meer dan volwaardig vervoersmiddel, vind ik. Eens aan boord word je meteen door een vakantiegevoel overmand. Als er morgen een veerboot van aan onze kust vertrekt, stap ik mee aan boord. Sowieso.”

Nederlander heeft plannen voor zeilende veerdienst

Komt de verlossing uit Nederlandse hoek? Als het van Karel de Boer van Fair Ferry afhangt, komt er op regelmatige basis een verbinding tussen Oostende en Ramsgate, per zeilschip warempel. Een dubbele proefvaart begin mei was alvast een succes.

Fair Ferry positioneert zich als een veerdienst per zeilschip en opereert vanuit Amsterdam. Het verzorgde al een drietal keer een overvaart tussen Rotterdam en Londen en werkte ook al een Atlantische overtocht af. “Wij willen op een duurzame manier mensen van punt a naar punt b brengen”, vertelt Karel de Boer.

Met het tallship De Morgenster, liefst 38 meter lang, werkte de 45-jarige Amsterdammer al een dubbele proefvaart tussen Oostende en Ramsgate af. “Tussen 1 en 5 mei vaarden we twee keer hen en terug. Het schip heeft een capaciteit van 24 gasten en was telkens zo goed als volgeboekt. Dat smaakt naar meer.”

Kleine wereldstad

Karel de Boer omschrijft Oostende als een kleine wereldstad aan de Noordzee. “De stad heeft een fantastische geschiedenis, waar ferry’s onlosmakelijk deel van uitmaken. Dat verleden speelde mee in onze beslissing om Oostende in onze lijst op te nemen.”

“We willen hier ook een vervolg aan breien en op termijn een min of meer vaste dienstverlening vanuit Oostende aanbieden. Tijdens de zomermaanden tweewekelijks de oversteek maken, bijvoorbeeld. De ambitie is er, maar momenteel beschikken we nog niet over een eigen schip. Dat moet normaal in de loop van 2024 in orde komen. En wie weet kan de jachthaven van Oostende een vertrouwde plek worden voor Fair Ferry.”

Wie in de toekomst wil meereizen, moet daar wel een mooi bedrag voor veil hebben. Vanaf 790 euro kan je mee aan boord, in ruil krijg je een heen- en terugvaart die telkens ongeveer een etmaal in beslag neemt.

www.fairferry.com