Naast het Boudewijnkanaal on Zeebrugge vordert de constructie van de gigantische elementen voor de nieuwe Scheldetunnel van de Oosterweelverbinding. In het voorjaar van 2025 wordt de wand van deze droge bouwput doorgestoken en verslepen ze de tunnelelementen naar Antwerpen. De plaats in Zeebrugge wordt een nieuw dok voor roro-behandelaar Wallenius Wilhelmsen.
Al vijf jaar gonst het van de bedrijvigheid aan de overkant van het Boudewijnkanaal, ter hoogte van Lissewege. Daar in de achterhaven worden de acht gigantische elementen of ‘caissons’ voor de nieuwe Scheldetunnel in Antwerpen gebouwd. Deze tunnel wordt het koninginnenstuk in de Oosterweelverbinding, de ontbrekende schakel van de ring rond Antwerpen.
Voor deze bouwwerf zocht bouwheer Lantis een voldoende grote plek die bovendien makkelijk over het water bereikbaar was. In Antwerpen zelf was hiervoor geen plaats meer beschikbaar. Er kwam een oplossing toen in 2017 het toenmalige havenbestuur MBZ bereid was tot het verhuren van een terrein tussen de Koffieweg en het Boudewijnkanaal. Hiermee sloeg Zeebrugge twee vliegen in één klap: deze rustende oppervlakte werd tijdelijk benut en er werd een basis gelegd voor de aanleg van een nieuw dok, waar vanuit de rorosector grote vraag naar was.
Droog houden
Het eerste werk was dan ook meteen de voorbereiding van het toekomstige dok. In opdracht van het havenbestuur bouwde aannemer Artes Depret uit Zeebrugge op 200 meter van het Boudewijnkanaal, in de volle grond, een kaaimuur van 900 meter lang. Daar zullen normaal gesproken vanaf 2026 drie roroschepen – voornamelijk met auto’s – kunnen aanleggen. Dit wordt de maritieme toegang naar de nieuwe Orcelle Terminal van Wallenius Wilhelmsen.
“Het werk zit op schema om de tunnelelementen in het voorjaar van 2025 naar Antwerpen te slepen”
Het tweede werk was het uitgraven van een enorme bouwput tussen de oever van het Boudewijnkanaal en deze kade, een werk in opdracht van Lantis. Deze klus liep enige vertraging op door de coronacrisis en extra voorzieningen om de put droog te houden, zoals pompen en diepere damplanken. Dit huzarenstukje leidde tot een put van bijna een kilometer lang, 170 meter breed en 13 meter diep. Begin 2023 was deze werkplaats klaar en kon gestart worden met het bouwen van de tunnelelementen.
Onze-Lieve-Vrouwekerk
De nieuwe Scheldetunnel is een van de grootste bouwklussen van het land. Hiervoor werd de Tijdelijke Maatschap Combinatie Oosterweeltunnel (TM COTU) opgericht, een samenwerking van de Belgische bouwgroepen BESIX, DEME, Stadsbader Contractors en Jan De Nul. Hun werf in Zeebrugge beschikt over een eigen betoncentrale en er zijn gemiddeld 130 arbeiders aan de slag. Zij bouwen stap voor stap acht tunnelelementen van 160 meter lang, 42 meter breed en 10 meter hoog. Ter vergelijking: het hoogste bouwwerk van Brugge, de Onze-Lieve-Vrouwekerk, is 115 meter hoog.
In elk element zitten twee kokers voor autoverkeer over drie rijvakken in beide richtingen, plus een koker voor fietsers en een vluchtkoker. Elk stuk bevat 24.300 kubieke meter beton en 6.000 ton wapeningstaal, goed voor een gewicht van bijna 65.000 ton.
Naar Antwerpen
Momenteel is vanuit de lucht te zien (foto) dat al zes elementen volledig vorm hebben gekregen en dat de laatste twee de afwerking naderen. Daarmee zit het werk op schema. Tegen het voorjaar van 2025 worden de openingen van de ‘caissons’ dichtgemaakt, zodat ze als gesloten dozen kunnen drijven. Vervolgens wordt een zijwand van de bouwput weggeschept om het water te laten binnenlopen en de ‘caissons’ te laten dobberen. Daarna worden ze over de Noordzee en de Westerschelde naar Antwerpen gesleept. Tegen die tijd wordt er in de Schelde een sleuf uitgebaggerd om de ‘caissons’ heel precies te laten afzinken en samen een tunnel te vormen. Na de afwerking zal die in 2030 voor het verkeer opengesteld worden.
Tegen dan zullen er in Zeebrugge al schepen in het nieuwe dok liggen. Na het vertrek van de tunnelelementen in het voorjaar van 2025, wordt de bouwput opgeruimd en de resterende aarden wallen weggeschept.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier
