Franky Bostyn onthult plannen met Ieperse kazerne: “Er komt een belevingsgericht museum”

Franky Bostyn voor de hangars waar het museum komt. © EF
Stefaan Dehaerne
Stefaan Dehaerne Medewerker KW Westhoek

Voor Franky Bostyn, nu acht jaar adjunct-directeur van het War Heritage Institute (WHI) in Brussel, wordt het project in de zeven loodsen van het CCMP, de Ieperse legerkazerne, een beetje thuiskomen. De Ieperling onthult vandaag al een deel van zijn plannen. “We hopen alles te kunnen realiseren tegen eind 2026.”

“Het WHI is de nationale instelling voor militair erfgoed en herinnering, die onder meer de Dodengang en de commandobunker Kemmel beheert, alsook de Belgische militaire begraafplaatsen”, legt Franky Bostyn uit. “Het WHI heeft een enorme collectie voertuigen, artilleriestukken, tanks…”

“We voeren momenteel een interne reorganisatie door waarbij de stukken tot 1940 zullen te zien zijn in Brussel, terwijl je deze van de Tweede Wereldoorlog in Bastogne kan bekijken. Alles van na de Tweede Wereldoorlog zal in Ieper te zien zijn, uiteraard met een aantal overlappingen. Die bevinden zich momenteel onder meer in Brasschaat, Landen en Heverlee, maar ook nog op andere plaatsen.”

Aan de hand van deze voertuigen wil het WHI in Ieper het verhaal vertellen van de grote internationale conflicten sinds het einde van de Tweede Wereldoorlog tot vandaag. “Maar vooral ook met een vooruitblik naar morgen. Tot 1990 is dit de periode van de Koude Oorlog. De wereld zat toen eenvoudig in elkaar, waarbij twee klassieke machtsblokken (NATO en Warshaupact, red.) elkaar in evenwicht hielden. Vandaag is het geopolitieke spel veel ingewikkelder geworden en worden we ook met nieuwe of andere vormen van oorlog geconfronteerd, denken we maar aan cyber en terreur.”

Gelinkt aan Kemmel

De ontwikkeling in Ieper is gelinkt aan een tweede dossier in Kemmel, onthult Franky verder. “Bij de commandobunker komt een nieuw onthaalpaviljoen. De huidige kazerne in Ieper is trouwens in de jaren 50 gebouwd in functie van de commandobunker in Kemmel, waar de Belgische generale staf zich zou terugtrekken bij een mogelijke aanval van het Warshaupact. Beide zullen ontwikkeld worden in samenwerking met Defensie dat beide sites ter beschikking stelt van het WHI, alsook het militair personeel voor de exploitatie ervan. We zullen wel nog op zoek moeten naar middelen om de noodzakelijke investeringen te realiseren. Daarbij kijken we naar verschillende beleidsniveaus, maar ook naar de private sector. Een breed draagvlak is ook belangrijk voor het welslagen van beide projecten.”

Vanaf januari 2022 neemt Franky al zijn intrek in de burelen van de vroegere 10de Compagnie Transport in Loods 2. “Van daaruit zullen we werken aan de projecten in Ieper en Kemmel. In de eerste maanden zal ons werk vooral bestaan uit het contacteren van diverse mogelijke partners, het uitwerken van een gedetailleerd masterplan en de zoektocht naar de nodige middelen.”

Dit project kan een belangrijke boost betekenen voor de regio

“We werken aan een sterk inhoudelijk concept, maar sta mij toe hierop nog niet vooruit te lopen. Dit kan ik wel al verklappen: de eerste drie loodsen (6.000 m²) vanaf de Kemmelseweg worden omgevormd tot een echt belevingsgericht museum en zullen daartoe helemaal getransformeerd worden. De andere loodsen blijven stockage en behoeven weinig aanpassingen. Loods 7 beschikt trouwens over een modern logistiek systeem waarvan wij dankbaar gebruik zullen maken voor het opslaan van kleinere stukken.”

Ook minister van Defensie Ludivine Dedonder (PS) hecht veel belang aan militair erfgoed en herinnering, vertelt Franky. “In het kader van het strategisch plan van de instelling worden bijkomend en structureel 65 militairen naar het WHI gedetacheerd, waarvan 19 voor het Plateau West (Ieper en Kemmel). Eind januari worden de eerste oproepen intern gelanceerd. Een aantal personeelsleden van het CCMP zal hierin zeker interesse hebben. Daarnaast komen er ook nog een aantal bijkomende functies voor het beheer van de Belgische Oorlogsgraven, waarvoor het depot in Ieper een uitvalsbasis wordt.”

Eerst nog studiewerk

En hoe ziet de timing eruit? “We hopen Kemmel te realiseren tegen eind 2024 en Ieper tegen eind 2026 of begin 2027. In het genoemde masterplan zullen we ook duidelijke bezoekersobjectieven naar voor schuiven, maar daarvoor moet nog eerst heel wat studiewerk gebeuren. Nu de herdenkingen van ‘100 jaar Grote oorlog’ achter de rug zijn en de gevolgen van corona en Brexit zich sterk laten voeten, kan dit project een belangrijke boost betekenen voor de regio. En als Ieperling ben ik uiteraard ook zelf blij hieraan te kunnen bijdragen.”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier