Vlaams minister van Omgeving Jo Brouns (CD&V) voert voor het eerst afstandsregels in voor grote windmolens. Dat meldt Het Laatste Nieuws maandag. “Wie krijgt er in zijn achtertuin graag een windmolen die twee keer hoger is dan het Atomium? Ik begrijp dat mensen daartegen protesteren”, zegt minister Brouns.
Minister Brouns heeft voor het eerst een vergunning voor een windmolen geweigerd omdat de afstand tot de bewoning te klein was. Eén van de vier geplande windmolens van 266,5 meter die Engie en Katoen Natie willen bouwen in de Gentse kanaalzone, kreeg geen vergunning. De windmolen zou op 280 meter van de bewoning komen en dat is te dicht, oordeelde minister Brouns.
750 meter afstand
Hij grijpt het Gentse voorbeeld aan om afstandsregels in te voeren voor windmolens. “Bij windmolens hoger dan 200 meter moet de afstand tot de eerste bewoning vanaf nu minstens drie keer de tiphoogte zijn”, zegt minister Brouns. “Bij een windmolen van 250 meter moet de afstand tot het woongebied vanaf nu dus minstens 750 meter bedragen. Is dat niet het geval, dan zal ik het project niet vergunnen.” Hij zegt de regel de komende weken in een nieuwe omzendbrief te gieten.
“We hadden wel regels rond geluid en slagschaduw, maar niet voor afstand”, zegt minister Brouns. “In andere landen bestaan die afstandsregels wel al langer. En terecht, want de leefkwaliteit van de burger moet voorop staan. Vlaanderen is te klein om zomaar overal zulke mastodonten te plaatsen.” Volgens minister Brouns ondergraven de grote windmolens net het draagvlak voor windenergie.