Woensdag werden de eerste bouwstenen geplaatst van het Prinses Elisabeth Eiland, een kunstmatig energie-eiland in de Noordzee op 45 kilometer van de Belgische kust. Dat maakte bouwheer Elia bekend in een persbericht. Concreet werden de eerste twee van in totaal 23 caissons (betonnen bouwblokken, red.) op hun finale locatie afgezonken. Het gaat om een technisch complexe operatie waarbij ongeveer 150 mensen zijn betrokken.
Elke caisson weegt 22.000 ton, is 58 meter lang, 28 meter breed en tussen de 23 en 32 meter hoog. De betonnen blokken worden vanuit de haven van Vlissingen, waar ze gebouwd worden, getransporteerd met vier krachtige sleepboten. Dat gebeurt over de Westerschelde en de Noordzee tot aan hun finale locatie, een afstand van bijna 100 kilometer.
Het neerlaten van de caissons gebeurt met de grootste precisie, waarbij ook rekening moet worden gehouden met de getijden en de weersomstandigheden. Om de blokken gecontroleerd en stabiel naar de zeebodem te laten zakken, worden ze gevuld met water. De caissons zullen de contouren vormen van het toekomstige eiland.
Volgende fase
De volgende bouwfase bestaat uit het aanbrengen van stortsteen rond de afgezonken caisson om te beschermen tegen eventuele zomerstormen, het vullen van de caisson met zand, en voorbereidingen voor de plaatsing van de volgende caisson. Tot slot wordt de opening tussen de caissons afgesloten om te voorkomen dat er later zand kan onstappen bij de opspuitwerken van het binnenoppervlak. Daarop komt dan de hoogspanningsinfrastructuur, die zal worden aangesloten op de nieuwe windparken op zee.
De komende maanden zal eerst de oostzijde van het eiland worden afgewerkt, waarna gestart wordt met de zuidkant. De snelheid waarmee dat gebeurt, is volledig afhankelijk van de weersomstandigheden.
Cruciaal
De werken gebeuren in opdracht van de hoogspanningsnetbeheerder Elia en worden uitgevoerd door TM Edison, een consortium van de Belgische bedrijven DEME en Jan De Nul. De werken gebeuren ook in nauwe samenwerking met onder meer het MRCC (Maritiem Reddings- en Coördinatiecentrum in Oostende), de Gemeenschappelijke Nautische Autoriteit en North Sea Port. “Volgens de hoogste veiligheidsstandaarden zijn noodprocedures, maritieme evacuatieplannen en strikte communicatieprotocollen opgesteld. Alle betrokkenen zijn daarop getraind”, verzekert Elia.
De netbeheerder herhaalt dat het eiland “een cruciale schakel is in de ontsluiting van toekomstige offshore windparken in de Belgische Noordzee (…) en zowel technologisch als economisch de meest efficiënte manier om Belgiës elektriciteitsproductie op zee sterk uit te breiden en minder afhankelijk te zijn van fossiele brandstoffen.”
Kritiek
De jongste maanden was er kritiek ontstaan door het fors oplopen van de kostprijs. “Door de prijsstijging voor hoogspanningsinfrastructuur op gelijkstroom (HVDC) is de beslissing over de laatste contracten uitgesteld”, bevestigt Elia. “Dat uitstel is niet zonder gevolgen, maar geeft extra tijd om het huidige ontwerp in de veranderende marktcontext af te wegen met alternatieve concepten.” Er lopen daarover gesprekken met de federale overheid, “met als doel een goed onderbouwde politieke beslissing te ondersteunen wanneer die genomen wordt”.