Dimi (42) runt enige gabberwinkel van het land in Kortrijk: “Wij staan voor vriendschap en gelijkheid”

Dimitri Christiaens (links) runt al bijna een kwarteeuw zijn gabberwinkel. © Joke Couvreur
Philippe Verhaest

Dankzij Joost Klein en zijn aanstekelijke nummer ‘Europapa’ lijkt de gabbercultuur helemaal terug van eigenlijk nooit weggeweest. Bij DC’s Special in Kortrijk, de laatste gabber- en hardcorewinkel van ons land, juichen ze de herwonnen interesse alvast toe. “Gabbers staan voor vriendschap en gelijkheid”, zegt zaakvoerder Dimitri Christiaens. “Dat zien we hier ook. We krijgen écht iedereen over de vloer.”

Wie gabbers zegt, denkt meteen aan duchtig hakkende jongens en meisjes, met een hip trainingspak en Nike Air Max-schoenen netjes onder het al dan niet kaalgeschoren hoofd als standaardoutfit. En meestal krijg je in diezelfde adem te horen dat het iets typisch uit de nineties is en nu op sterven na dood is.

Laat ons dat cliché maar meteen ontkrachten, want de gabberscene leeft meer dan ooit tevoren. “Die is eigenlijk nooit weggeweest”, benadrukt Dimitri Dimi voor de vrienden Christiaens (42). De man kan het weten, want hij runt al bijna 25 jaar DC’s Special, vandaag de enige fysieke gabber- en hardcorewinkel van het land. “Gabbers zijn vanuit Nederland uitgegroeid tot een mondiaal fenomeen. Overal vinden we gelijkgestemde zielen.”

Zelf deed Dimitri de liefde voor de harde beats op tijdens een zomervakantie op een camping in Terneuzen. “Daar trok ik elk jaar met mijn ouders naartoe. Toen ik dertien jaar was, midden jaren negentig, zag ik er enkele Nederlandse jongeren hakken. Nieuwsgierig als ik was, stapte ik op die kerels af. Ik was op slag verkocht, zeker na de discoavonden op de camping, vol happy hardcore-vibes. De microbe heeft me nooit meer losgelaten.”

Walhalla

Zijn tienerjaren werden door de gabberwereld gedomineerd en op zijn achttiende begon Dimitri vanuit de garage van zijn ouders wat merchandise te verkopen en voor hij het wist, groeide zijn gamma exponentieel. “Tot de garage letterlijk te klein was en mijn ouders genoeg hadden van de va et vient”, lacht hij. “In september 2000 kon ik op het Overbekeplein in hartje Kortrijk een hoekpand op de kop tikken. Sindsdien is DC’s Special een stukje paradijs. Het walhalla voor de gabberliefhebber.”

“Eén ding is zeker: Joost Klein heeft mijn ‘twelve points’ al op zak”

En dat mag je letterlijk nemen. De twee verdiepingen van het kleine, maar gezellige pand zitten tjokvol musts voor elke zichzelf respecterende gabber(in). De obligate trainingspakken van merken als Australian en Londsdale, maar ook hemden, mutsen, polo’s, rokjes, riemen, sjaals, zonnebrillen en zelfs bh’s, slips en babyrompertjes die je met de slogan hardcore will never die toelachen. Je komt er ogen en oren te kort, want door de speakers schalt non-stop de betere hardcoreplaat.

“Je kan hier naakt binnenstappen en volledig gekleed naar huis gaan”, knipoogt Dimi. “Ons topproduct? Dat hebben we niet. Eigenlijk gaan heel veel zaken vlot over de toonbank. We hebben zelfs een volledig eigen kledinglijn ontwikkeld.” Ook het klantenbestand zelf is erg divers. Van 13-jarigen tot rijpe vijftigers. Dat waren de gabbers van het eerste uur, hé. En we zien alle lagen van de bevolking. Dat is net het mooie aan het gabber zijn. Bij ons draait het om vriendschap en gelijkheid.”

Klanten uit Chili

Dimitri kan na een kwarteeuw in the business bogen op een trouw klantenbestand. Eentje dat vlot de landsgrenzen overstijgt. “We sturen elke week flink wat pakjes de halve wereld rond, ja”, glundert hij. “We kijken al lang niet meer op van iemand die de moeite doet om van erg ver naar Kortrijk af te zakken. Fransen, Nederlanders, Duitsers… Maar bijvoorbeeld ook Spanjaarden die op doorreis zijn naar een hardcorefeest in Nederland. Mijn meest exotische klant was een Chileen. Dat bewijst hoe gróót onze scene is. Het is een mondiaal gebeuren. Maar of ik nu een Zuid-Amerikaan of Kortrijkzaan bedien, mij gaat het om de voldoening. Iedereen moet hier tevreden buiten stappen. Meestal blijven ze hier ook snel een uurtje. Wat snuisteren, een babbeltje, wat muziek beluisteren…. Vandaag heeft iedereen de mond vol over beleving, bij ons doen we dit al 25 jaar.”

“Je kan hier naakt binnenstappen en volledig gekleed naar huis gaan”, knipoogt Dimi over zijn aanbod.
“Je kan hier naakt binnenstappen en volledig gekleed naar huis gaan”, knipoogt Dimi over zijn aanbod. © Regional

Af en toe stapt er ook een bekende naam door de glazen deur van Dimi’s hoekwinkeltje. “DJ Gizmo, Rob G… De grootste kleppers zijn hier al geweest. Ook Paul Elstak, de man die beschouwd wordt als een van dé grondleggers van onze geliefde muziekstijl. In december 2022 kwam hij hier zelfs zijn biografie signeren, waar we trouwens in vermeld worden. De max, toch?”

Kale knikker

Dat gabbers een hele periode een negatieve connotatie met zich meesleurden, betreurt Dimitri. “Compleet onterecht”, foetert hij. “Nogmaals, wij staan voor vriendschap en gelijkheid. Maar onze gladgeschoren knikker zorgde er lang voor dat mensen ons met extreem-rechtse skinheads verwarden. Terwijl het bij ons gewoon een praktische reden heeft. Tijdens het dansen kunnen we het zweet dan makkelijker afvegen. Hetzelfde met onze trainingspakken. Die zetten lekker los wanneer we ons op de beats uitleven.”

(lees verder onder de foto)

Joost Klein is de inzending van Nederland voor het Eurovisiesongfestival... en Dimi is grote fan.
Joost Klein is de inzending van Nederland voor het Eurovisiesongfestival… en Dimi is grote fan. © BSR Agency Getty Images

Het doet Dimi plezier dat anno 2024 hardcore ook bij het brede publiek vaste voet aan grond heeft gekregen. “Het is een brok erfgoed, maar dan wel springlevend. Dat bewijst Joost Klein ook. Het feit dat Paul Elstak aan Europapa meewerkte en het aanstekelijke slotstukje componeerde, zegt genoeg. Hardcore is hier om te blijven. En wie weet gaat half Europa straks volledig los op de muziek die al decennia zo diep in ons hart zit.”

“Zelf trek ik af en toe nog eens naar een goed hardcorefeestje. Iets minder dan vroeger, ik ben niet meer die jonge springer van weleer. Maar eenmaal ik op pakweg Thunderdome tussen duizenden andere gabbers sta, voel ik me weer dat ventje van 13 jaar jong. Dan kan ik maar aan één ding denken: gáán. Joost Klein heeft mijn twelve points alvast op zak.”