Erfgoedvereniging Dement voert de druk op tegen de stad en de NV Restotel rond herstellingen aan het Thermae Palace Hotel. Dat gebeurt met een oproeping tot verzoening bij de vrederechter. Het initiatief lijkt vredevol, maar is wel een eerste stap in een mogelijke grotere procedure, waarbij Dement wil dat de stad de huurder dwingt tot herstel.
Het dossier van het Thermenhotel, met restauratie van het gebouw en geplande nieuwbouw op de parking, wordt deze zomer warm gehouden door erfgoedvereniging Dement. Naast de lopende petitie (8.000 handtekeningen) diende de erfgoedvereniging bij de vrederechter een ‘oproep tot verzoening’ in. De verzoekende partij (Dement) betrekt daar drie anderen in : de stad Oostende, de huurder (nv Restotel) en Bart Tommelein (in zijn functie als burgemeester). Dement vindt dat de stad te weinig doet om de huurder te wijzen op haar verplichtingen.
Huurdersverplichtingen
Dement wil dat de stad de huurder verplicht om bij voorrang de Koninklijke Gaanderijen te herstellen en, als dat niet gebeurt, dat de huurovereenkomst uit 1998 door de vrederechter ontbonden wordt. Verder moet de stad de huurder dwingen alle contractueel opgelegde herstellingen uit te voeren en als dat niet gebeurt, moet de nv Restotel een dwangsom van 150.000 euro per maand betalen. Verder valt te lezen dat de stad ‘de hoogst onesthetische werken’ aan de Gaanderijen (schoren en stutten) dient te verwijderen en de kosten van die beveiligingswerken van de huurder dient te recupereren. Er wordt gevraagd dat de vrederechter zou opleggen aan Bart Tommelein dat hij geen akte mag ondertekenen voor overdracht van het gebouw. In het verzoekschrift staan veel juridische termen, die veronderstellen dat Dement meer van plan is.
Echte verzoening
“Er is al jaren een contract en niemand wijst de huurder op de verantwoordelijkheden”, zegt Guy Servaes namen Dement. “Ze huren aan een goedkope en niet marktconforme prijs van 136.000 euro per jaar, maar moeten de verplichtingen vervullen. Op het einde van de rit zullen ze nog eens beloond worden als ze in een vennootschap mogen stappen waarbij ze later volledig eigenaar kunnen worden van het hele complex.”
Over de procedure zegt Guy Servaes : “Dit is een laagdrempelige procedure voor de vrederechter, waarbij we een signaal willen geven. We willen de partijen samen brengen om te verzoenen en ruchtbaarheid geven aan het feit dat de huurder niet in gebreke gesteld wordt. We verwachten van de vrederechter dat hij zijn eigen raad geeft. We verwachten geen grote juridische uitspraken die partijen dwingen.”
Stad reageert
Burgemeester Bart Tommelein (Open VLD) : “Ik zal geen uitspraken doen over gerechtelijke dossiers. We hebben trouwens nog niets ontvangen.” Ook schepen Björn Anseeuw (N-VA, bevoegd voor het Thermendossier) zegt dat de stad nog niets ontving en de raadsman zal raadplegen. Hij geeft wel duiding : “Complexe problemen als deze los je niet op met juridische procedures, maar door op een constructieve manier samen te werken. Dat hebben we met dit stadsbestuur met succes gedaan. Dit dossier sleept al decennialang aan. Velen, waaronder ook de vorige burgemeester Johan Vande Lanotte (Vooruit), beten hun tanden stuk op dit dossier. Alle vorige stadsbesturen hebben nagelaten om dit op een ernstige manier op te lossen. Wij troffen het monument in 2019 lamentabele toestand aan. Als je kijkt naar de staat van het gebouw, dan is er geen tijd te verliezen. Wij hebben een duurzame oplossing uitgewerkt met een concreet plan van aanpak.”
Over de procedures zegt hij : “Ik schat in dat het na 30 jaar weinig zoden aan de dijk brengt om nu te procederen. Zo werk je niet naar oplossingen.” De nv Restotel wenste niet te reageren.
Wanhoopspoging
De procedure die nu gestart wordt, is veel meer dan nagaan of de betrokkenen nog door één deur kunnen. We raadpleegden de Oostendse advocaat Werner Van Oosterwyck voor enige duiding. Van Oosterwyck, tot voor kort nog voorlopig bewindvoerder bij het intussen failliete KV Oostende, maar niet betrokken bij deze zaak, legt uit wat een verzoeningsprocedure inhoudt : “Een oproeping in verzoening van een partij of partijen gebeurt door de griffie per brief op initiatief van een persoon of rechtspersoon die denkt dat dit een wijze is om een probleem op te lossen. Deze verzoeningsprocedure vindt plaats bij de vrederechter achter gesloten deuren om zo veel mogelijk kansen te bieden om tot een oplossing te komen. Er zijn slechts twee uitkomsten mogelijk: ofwel is er verzoening ofwel niet. Er is geen tussenweg. De vrederechter treedt op als moderator voor het gesprek. Hij heeft geen mogelijkheid een beslissing te nemen of op te leggen. Het zijn dus de partijen zelf die tot een oplossing/verzoening dienen te komen. Partijen dienen de intentie te hebben om tot een oplossing te komen. Ze zijn trouwens ook niet verplicht om naar de verzoeningszitting te gaan, maar het is wel beleefd om dat vooraf te melden. Er staat geen sanctie op en er kan geen vonnis volgen. Als ze er niet naartoe gaan, is de uitkomst opnieuw dat er geen verzoening is. Als er geen verzoening is bij de vrederechter, dan komt het meestal tot een rechtszaak. Ik ga niet in op deze zaak, maar als ik hoor dat er bij deze verzoening al dwangsommen gevraagd worden, dan vrees ik dat de verzoening weinig effect zal hebben en al op voorhand een verloren zaak is.” De bekende advocaat wijst op een belangrijk element : “Ik denk dat de verhoudingen tussen al die partijen zo scheef zitten dat ik vermoed dat een poging tot verzoening een doodgeboren kind zal zijn. Het Thermendossier is een dossier dat al vele jaren aansleept en er zijn tussen hen nu al zo veel discussiepunten dat ik vrees dat deze zaak bij de vrederechter een wanhoopspoging is.”
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier