De Brugse notaris Francis Moeykens dient bezwaar in tegen het gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan dat bepaalt wat er nog mogelijk is in de zeven Brugse woonparken. Hij vindt dat de plannen van de stad Brugge geen rekening houden met de vergrijzing van de bevolking: “Wil men een paradijs voor de superrijken maken?”
“Het ruimtelijk uitvoeringsplan voor woonparken globaliseert zeven sites in Brugge, elk met een totaal verschillende situatie, en legt overal dezelfde beperkingen”, stelt Francis Moeykens. “En dat op zonder enige nuance en zonder rekening te houden met de concrete situaties. Het gelijk behandelen van verschillende situaties is strijdig met het gelijkheidsbeginsel en dus een discriminatie en verboden.
De zeven Brugse woonparken, waar het stadsbestuur extra voorschriften vor het bouwen voorziet, zijn: het woonpark De Linde (Maalsesteenweg-De Linde-Doornhut-Brieversweg), het woonpark Koning Albert I-laan (langs de Koning Albert I-laan met de Pitsenbosdreef, Leikendreef, Bosduifdreef, Sneppedreef, Kooidam, Emile Bethuynelaan, Espendreef, Generaal Naessens de Loncinlaan en de Onze-Lieve-Vrouwedreef), het woonpark Vogelzang (Witte Molenstraat-Domeindreef-Kloppersweg-Graaf Pierre de Brieylaan-Herfstlaan), het woonpark Tillegem (langs de Torhoutse Steenweg met de Tillegemstraat, Tillegempark, Fazantendreef, Platanendreef, Kooidreef, Veldhoendreef, Valkenbosdreef, Abelendreef en Lorkendreef), het woonpark Doornstraat (langs de Doornstraat met de Jagersdreef en de Zeeweg), het woonpark Bremlaan (Heidelaan-Bremlaan) en het woonpark Grote Moerstraat (Grote Moerstraat)
Kleinere gezinnen
Volgens de Brugse notaris houdt het ‘rup woonparken’ geen rekening met de historische gegroeide realiteit, noch met de noodzaak tot inbreiding en efficiënt grondgebruik: “Die plannen hebben een impact op de ontwikkelingsmogelijkheden van deze wijken, de vergrijzing van onze maatschappij en de noodzaak tot aanpassing van de woongelegenheden aan deze vergrijzing.”
“Kortom het rup gaat voorbij aan de gewijzigde demografische omstandigheden in Brugge, waardoor de gezinnen veel kleiner zijn, en er dus meer nood is aan kleine betaalbare woningen. Ook de noodzaak tot het verweven van functies en verschillende types wonen/kleinhandel/dienstverlening wordt compleet genegeerd. Een diversiteit aan functies wordt onmogelijk gemaakt.
Woonpark De Linde
Francis Moeykens illustreert zijn visie met het woonpark De Linde in Sint-Kruis: “Dat is naar bebouwing toe in realiteit in twee gebieden ingedeeld. De scheidingslijn wordt gevormd door de Doornhut. Het gebied ten Westen van de Doornhut heeft een bebouwing, die volledig is ingevuld als een klassiek woongebied en niet als woonpark.”
“Het is dan ook passend dit gedeelte volledig uit het rup woonparken te sluiten en dit deel om te vormen naar woongebied. Het gaat om de Brieversweg, de Kastanjelaan, de Doornhut, de Hagedoornlaan, en Eikenberg. De norm met een minimale perceelgrootte op 1.500 m² is strijdig met alle daar ingerichte percelen en met de algemene tendens om dicht te bouwen bij kernen. Dit gedeelte van de wijk behoort tot de kernwijken van Sint-Kruis en niet tot het historisch bos, noch tot de verder liggende villawijk met straten als De Linde en de Beuken.”
Appartementen?
In rup Woonparken worden flatgebouwen/meergezinswoningen verboden. Francis Moeykens wijst erop dat er zich in de Doornhut meerdere appartementsgebouwen bevinden: “Wat als eraan vernieuwbouw moet worden gedaan? Moeten deze bestaande appartementsgebouwen dan worden vervangen door een villa? Er is geen enkele reden om deze bestemming uit te sluiten. Bovendien zijn er steeds meer eenpersoonsgezinnen. Een aangepast woonbeleid vereist dan ook dat de bouw van meergezinswoningen wordt gestimuleerd, ook in woonparken, en niet geblokkeerd.”
“Indien de stad Brugge een degelijk sociologisch onderzoek naar de betrokken buurt de Linde zou voeren, zou ongetwijfeld blijken dat per wooneenheid het aantal inwoners in 1985 en 1995 veel hoger lag dan vandaag. Dit komt nu eenmaal omdat de gezinnen veel kleiner waren en dat de samenstelling van de bevolking helemaal anders is. Deze wijken kunnen dan ook veel meer inwoners aan, dan zij momenteel hebben.”
Superrijken
Volgens deze Brugse notaris is de enige motivering om geen extra inwoners aan te trekken in deze wijken ‘een paradijs voor de superrijken te maken’: “Dit is nochtans niet wat een meerderheid van de inwoners wenst. Zij wensen dan ook in aangepaste woningen te wonen, in de omgeving waar zij de laatste vaak 60 jaar van hun leven doorbrachten. Een totaal gebrek van aanbod aan appartement leidt tot een gedwongen verhuis van ouderen, meer zelfs het is een vorm van grijsisme