Als marktkramer ben je geboren, zong ooit een marktkramer. Birger Vanhecke (45) van De Kiphalle past perfect in dit ‘plaatje’. Van jongs af aan stond de jonge Birger op de markt, en vandaag is hij uitgegroeid tot een vaste waarde op de zaterdagse markt in Menen en verschillende andere in West-Vlaanderen.
“De Kiphalle bestaat al meer dan 40 jaar. Ik heb de zaak in 2008 overgenomen van mijn ouders, maar als kind hielp en werkte ik al met mee ook op de wekelijkse markten”, zegt Birger. Als jongeman vond Birger het belangrijk om zijn toekomst met een diploma aan te vatten. “Ik vond dat uiteraard heel belangrijk, ja. Daarom heb ik een leercontract gevolgd als beenhouwer. Maar toen ik 18 werd,ben ik gestopt met school om mij honderd procent te wijden aan het beroep van marktkramer. En als ‘kip-aan-‘t-spit’-verkoper kwam die opgedane kennis en ervaring natuurlijk goed van pas”, lacht hij.
Ervoor gemaakt
De markten afschuimen is geen lachertje, en Birger prijst zich gelukkig prijzen met de hulp van zijn gelijkgestemde wederhelft. “Mijn vrouw, Eline Bol (39), en ik leerden elkaar al kennen lang voor onze carrière als marktkramers. We zijn intussen 20 jaar getrouwd en werken elke dag samen in onze zaak. We zijn echt voor elkaar en voor dit beroep gemaakt. Zelfs tijdens onze wekelijkse rustdag, zondag, doen we van alles samen: we houden ons bezig met de kinderen en nemen vooral tijd om wat uit te blazen”, vertelt hij met een glimlach.
De Kiphalle heeft inmiddels een vaste stek op de Grote Markt van Menen. “Na al die jaren hebben we onze trouwe klanten, zowel de vroege vogels als de laatkomers. Al is de mentaliteit wat veranderd tegenover vroeger. Mensen zijn vandaag iets norser en meer gehaast. Toch blijft het wederzijds respect een rode draad in ons beroep. Het is een sociaal vak: uiteindelijk kent iedereen hier iedereen”, zegt Birger.
Vanaf 9.30 uur stroomt het volk toe op de markt, en rond 10.30 uur is het volle bak. “Maar wij zijn dan al lang bezig. Om 4.30 uur gaat onze wekker, en meestal zijn we om 6.15 uur al ter plaatse. Daartussen moet natuurlijk de camion nog worden ingeladen. En na de markt rond 13 uur zijn we nog tot ongeveer 17 uur bezig om alles uit te laden en alles koel weg te zetten in onze conforme frigo’s. Je ziet: na de markt is het werk voor de meeste marktkramers zeker nog niet gedaan”, legt hij uit.
Assortiment
De gegrilde kippen van Birger zijn intussen een echt publiekstrekker, maar het aanbod is ruimer dan dat. “We hebben eigenlijk van alles bij: kalkoen, ribbetjes, hamburgers, worst, gehakt, stoofvlees, vol-au-vent,… maar ook allerlei klaargemaakte schotels en pasta’s. Eén van onze specialiteiten zijn kippenhammetjes in rodewijnsaus die zijn altijd een groot succes. We maken alles zelf met verse producten”, zegt een fiere Birger.
De Kiphalle is niet altijd het enige ‘kip-aan-‘t-spit’-kraam op de markt, maar Birger ziet zijn collega’s eerder als concullega’s dan als concurrenten. “We komen hier allemaal goed overeen. We kennen elkaar door en door, en we helpen elkaar waar nodig”, zegt hij.
Verschillende locaties
Birger en zijn ‘kippenteam’ zijn op zaterdag te vinden in Menen en doordeweeks op markten in Gistel, Wingene, Tielt en in hun thuisstad Roeselare. “De markt in Menen is heel gezellig. We komen hier heel graag. En naast mijn vrouw kan ik altijd rekenen op extra hulp van onze kinderen als dat nodig is. We hebben vijf kinderen, maar of zij later ‘onze’ Kiphalle zullen overnemen, blijft nog een vraagstuk”, lacht Birger.
Het harde werk schrikt hen niet per se af, maar het is volgens hem iets dat je in je moet hebben. “Het moet een passie zijn hé. Alsof je ervoor geboren bent. Ik heb zelf nooit iets anders gekend. Het marktleven kreeg ik met de paplepel binnen net zoals mijn vrouw, die opgroeide op een boerderij. Tijd voor vakantie hebben marktkramers bijna nooit, dat vraagt altijd een strakke planning. Gelukkig gaan we niet graag op vakantie”, lacht hij.
Elke dag kip
“Daarin hebben we elkaar toch perfect gevonden.” En of hij zelf eigenlijk nog graag kip eet? Birger kijkt met fonkelende ogen op en zegt: “Het allereerste kippenbilletje die eraf komt, is voor mij en dat nog elke dag.”