Slagerij Hans gaat eind maart dicht in Lichtervelde. De slagerij in de Statiestraat is op dinsdagvoormiddag 28 maart voor de laatste keer open. Al van in de 19de eeuw was er een beenhouwerij in het gebouw, en Hans en Nadine hopen dan ook dat deze traditie in ere wordt gehouden.
Hans Alossery (61) en zijn echtgenote Nadine Deseure (60) begonnen de slagerij op 1 maart 1984. Beiden zijn afkomstig uit Bovekerke. De zin om een eigen beenhouwerij te starten, was groot. “We begonnen overal rond te kijken, eender waar. Uiteindelijk kwamen we toevallig in Lichtervelde terecht. Toen zochten veel slagers nog een beenhouwerij”, vertelt Hans. “Nu stoppen er maandelijks zeker zes en er komen bijna geen nieuwe bij.”
“Hoewel we veel gewerkt hebben, een werkweek van meer dan 100 uren was niet ongewoon, hebben we altijd tijd gemaakt om te genieten. Op de koer creëerden we ons eigen Dominicaans tuinhuis”, zegt Nadine. Dat is er niet zomaar gekomen. “Onze zoon Niels is directeur van een hotel met meer dan 1.000 kamers in de Dominicaanse Republiek”, vertelt het koppel trots. “Hij woont er samen met zijn vriendin en zoon. In maart komt Niels een week naar België, hij wil voor de laatste keer proeven van de préparé en afscheid nemen van de slagerij.”
“Zeveren tegen de klanten zal ik het meest missen”
Wie de slagerij overneemt, krijgt er de recepten bij. “Het zou jammer zijn, mochten die verloren gaan, vooral het recept van onze beroemde préparé,” lacht slager Hans. Schrik om zich te vervelen, hebben ze niet. “We zijn enkele maanden gesloten geweest omdat Nadine ziek was. Ik was heel blij dat ik opnieuw kon starten, maar nu is het genoeg geweest. Je moet zelf de klik maken om te stoppen.”
Klanten zijn vrienden
“Ik stond graag in de winkel”, zegt Nadine. “De klanten waren voor een stuk onze vrienden, soms was ik het luisterend oor. Zeveren tegen de klanten zal ik het meeste missen. En tijdens mijn ziekte heb ik veel aan hen gehad. Nu en dan kom ik een klant tegen op straat en nodig ik die uit om een koffie te drinken en een klapke te doen in ons tuinhuis. Dat zal ik blijven doen, misschien dan wel op een andere locatie.” (JW)