Deceuninck heeft in de eerste zes maanden van het jaar een omzet geboekt van 488,7 miljoen euro (+21 procent) en een ebitda van 56,8 miljoen euro (+11,2 procent). Dat blijkt woensdag uit de halfjaarresultaten van de producent van ramen en deuren. Een en ander is te danken aan prijsverhogingen om de hogere grondstoffenprijzen en de inflatie te compenseren, klinkt het.
De nettowinst daalde naar 18,2 miljoen euro. De oorzaak hiervoor moet volgens het bedrijf voornamelijk gezocht worden bij de bijzondere waardevermindering van alle materiële vaste activa van Deceuninck in Rusland (7,5 miljoen euro) als gevolg van de onzekerheid rond de toekomstige activiteit in het land. De hyperinflatie in Turkije heeft een negatieve boekhoudkundige impact van 10,7 miljoen euro, meldt Deceuninck voorts.
De volumes daalden met 6,1 procent ten opzichte van vorig jaar als gevolg van de ineenstorting van de Russische markt, het moeilijke economische klimaat in Turkije en een vertraging van de woningbouwactiviteit in alle regio’s naar het einde van het semester toe.
“Ondanks de verdere stijging van de grondstoffenprijzen, occasionele verstoringen in de toeleveringsketen en een moeilijk economisch klimaat in de meeste van onze eindmarkten, zijn we erin geslaagd onze omzet en aangepaste ebitda tot nieuwe records te doen stijgen. Tegelijkertijd hebben we belangrijke vooruitgang geboekt in het herstel van onze operationele efficiëntie, vooral in de VS waar dit heeft geleid tot een hogere winstgevendheid in vergelijking met vorig jaar”, reageert CEO Bruno Humblet.
Wat de vooruitzichten betreft gewaagt het bedrijf van een zeer onzeker economische klimaat voor het tweede halfjaar. “Het is onduidelijk of de vertraging die we aan het einde van het tweede kwartaal zagen en die zich in het derde kwartaal doorzet tijdelijk of eerder langdurig zal zijn”, aldus Deceuninck.
Het bedrijf geeft tot slot ook mee dat het zich heeft geëngageerd om de eigen CO2-uitstoot tegen 2030 met 60 procent te verminderen.