Luchthavenvervoer Prestige uit Bredene bestaat 15 jaar

Nu we met zijn allen weer massaal de weg naar de luchthaven en verre warme bestemmingen gevonden hebben, zijn ze meer dan ooit welkom, de heren en dames die instaan voor het luchthavenvervoer. “In 2024 vieren we met Prestige Luchthavenvervoer onze 15de verjaardag. Het zijn vaak bewogen en soms ook diepdroevige jaren geweest”, brengt zaakvoerder Eddy Vandekerckhove de voor de sector catastrofale coronaperiode in herinnering.

Eddy Vandekerckhove (57) was nog militair toen het idee rijpte om met luchthavenvervoer te starten. “Zevenentwintig jaar lang was ik als beroepsmilitair onder meer gekazerneerd in Duitsland en Evere, ik nam ook deel aan vijf humanitaire missies in voormalig Joegoslavië en Kosovo.”

“Begin jaren 2000 ben ik dan deeltijds begonnen als freelancechauffeur in opdracht van touroperator Jetair, die later tot Tui vervelde. ‘Reizen zonder zorgen’ was de boodschap toen. Onbezorgd op de luchthaven raken. Toen Tui besliste de service uit te besteden, hebben Anja en ik in 2009 Prestige Luchthavenvervoer opgericht.”

Om op personeelskosten te besparen, verzorgden Anja en Eddy aanvankelijk alle transporten zelf. Het betekende dat het koppel er, zoals Eddy zelf toen gekscherend omschreef, een sms-relatie op nahield. “We kwamen mekaar toen vaak tegen op een of andere snelweg. De een op weg naar de luchthaven met klanten, de andere op de terugweg.” Vandaag heeft Prestige een pool van vier chauffeurs beschikbaar. “Omdat bij ons de veiligheid van onze passagiers primeert. We willen niet dat een chauffeur dagen aan een stuk moet rijden. We respecteren absoluut hun nachtrust.”

Reglementair

Vanaf dag een wilde Eddy ook dat alles reglementair en correct verliep. “Ook al hebben we tot vandaag concurrentie van ‘cowboys’, die veel goedkoper maar doorgaans ook tegen alle mogelijk regels in rijden. Stel je maar eens voor dat je op zo iemand een beroep doet en in een zwaar verkeersongeluk terechtkomt. Hopen maar dan dat die gast goed verzekerd is… Schrijnend is wel dat we, ondanks alle technologie die vandaag bestaat, in België nog altijd niet in staat blijken om die piraten aan banden te leggen.”

“In tegenstelling tot bijvoorbeeld in Spanje. Integendeel zelfs, wie zich met alles in regel stelt, wordt het leven moeilijk gemaakt. Altijd maar weer worden er nieuwe decreten uitgevonden, neemt de administratieve rompslomp toe.”

Tot overmaat van ramp kreeg het luchthavenvervoer het tijdens de coronapandemie zwaar te verduren. “Wij waren toen bij de eerste slachtoffers en bij de laatsten om de activiteiten te hervatten. We hebben dan best wel zwarte sneeuw gezien. En ook nu waren er weer momenten dat we ons afvroegen: waar zijn we mee bezig? Het Belgische luchtruim zat toen wel potdicht maar wie wat rondkeek, zag dat vliegen naar de zon van net over de grens wel kon…”

Prestige overleefde echter covid19 en beleefde vorig jaar drukke tijden. “Mensen reizen weer meer, ook al merken we dat ze dat veel minder naar exotische bestemmingen doen. Egypte, Zuid-Afrika…zijn ingeruild voor Europese klassiekers als Spanje, de Canarische eilanden, Portugal… Wat ook opvalt, is dat heel wat van onze klanten trouw zijn aan de luchthaven van Oostende. Vliegen vanaf Zaventem brengt natuurlijk altijd wat extra stress mee voor de klanten. Files zijn schering en inslag.”

Geen vlucht gemist

“Anja en ik zijn in dat verband trots dat geen enkele klant in die 15 jaar zijn of haar vlucht gemist heeft. Ons motto is dan ook dat je liever een extra koffie bestelt bij Starbucks op de luchthaven dan te moeten reppen om op tijd ter plekke te zijn.” Voor hun klanten begint de reis ook steevast van zodra ze instappen in een van de drie voertuigen van het bedrijf. “En voor de jonge gasten die vaak een beroep op ons doen om hen naar Tomorrow Land, Werchter of het concert van Coldplay te voeren, geldt dan weer het motto dat bij ons het feestje begint.”

Eddy hoopt intussen op nog vijf mooie jaren met Prestige. “We zullen de stiel dan 20 jaar gedaan hebben. De laatste daarvan trouwens met hybride voertuigen want, jawel, dat is nu verplicht voor de sector…”

(Marc Mahieu)