Het zal wel een unicum zijn, een kapsalon dat al vier generaties van moeder op dochter wordt doorgegeven. Place ô Femmes was jarenlang Carlos & Monique, maar steeds bleef het adres Goudbergstraat 9. “In al die tijd werd er wel heel wat verbouwd”, lacht Nancy, derde in de rij van vier kapsters.
“Het verhaal start met mijn grootmoeder Anna Deneckere”, begint Nancy Vankeirsbilck (53). “Zij werd geboren in 1913 en reeds als jong meisje was het haar droom om ‘coiffeuse’ te worden. Het liep echter even anders. Haar zus ging al op jonge leeftijd werken bij De Witte Lietaer. En zoals dat vroeger ging, beslisten de ouders dat Anna mee moest gaan werken met haar zus. Beiden moesten hetzelfde beroep uitoefenen. Mijn doopmeter liet echter haar droom niet los en na de oorlog in 1945 waagde ze haar kans en ging ze in de leer bij een kapster in Kortrijk.”
Voorplekke
Daar bleef het niet bij. Anna wou haar eigen kapsalon en dat kwam er al snel. In het ouderlijk huis in de Goudbergstraat 9. De ‘voorplekke’ werd omgebouwd tot kapsalon en dat zou niet de laatste verbouwing worden. Ondertussen was dochter Monique Malfait (78) op zoek naar wat de toekomst zou brengen. “Tot mijn 16 jaar ging ik naar de school voor Moderne Beroepen”, zegt Monique. “Die bestaat al lang niet meer (lacht). Ik hielp daarna mee in het kapsalon en toen moeder ziek werd – ik was 23 jaar nam ik de zaak over in 1968.”
1968 was ook het jaar waarin Monique huwde met Carlos. Zo kwam er opeens een herenkapper in beeld. “De eerste drie jaar knipte ik in het huis even verderop, Goudbergstraat 3”, herinnert Carlos zich. “Toen werd er andermaal verbouwd en kwamen beide salons naar het nummer 9. De heren vooraan, de dames achteraan. Eigenlijk hebben we er nooit aan gedacht om elders een salon te beginnen. De klanten kenden de weg naar Carlos & Monique, waarom zouden we van adres veranderen?”
Koppen wassen
Tijdens de verbouwingswerken werd dochter Nancy geboren in 1969. “Ik ging nooit van mijn leven kapster worden”, zegt ze. “Ze zei ons ooit dat het aller-, allerlaatste wat ze later zou gaan doen, de stiel van haar moeder was”, lacht Carlos. “Na mijn humaniora heb ik wat gestudeerd, maar studeren was mijn ding niet”, vervolgt Nancy. Dus vroeg ik mama op kousenvoeten of ik toch niet mocht helpen in het salon. ‘Niet bij mij’ was het antwoord. “Dus trok ik naar salons in Ieper en Kortrijk waar ik enkel mocht koppen wassen. De hele dag stond ik aan de wasbakken, dat was natuurlijk niet de bedoeling. Dus bleef ik maar aandringen en uiteindelijk mocht ik op leercontract bij mijn moeder!”
“Nancy zei ons ooit dat het allerlaatste wat ze later zou gaan doen, de stiel van haar moeder was”
Vanaf september 1988 werkte Nancy in steun van Monique, die een jaar later plots ziek werd en gedurende vele maanden werd behandeld in Leuven. Het was behelpen. Nancy had geen andere keus, ze werd meteen voor de leeuwen gegooid. Hulp kreeg ze van Sharon Vandenbulcke die al 16 jaar lang in het kapsalon meehelpt. Maar ook van papa Carlos die geregeld naar het damessalon werd geroepen om te helpen met knippen. “Mama werd beter en we hebben al die jaren samengewerkt”, zegt Nancy. “Tot papa in 2012 zei dat hij graag in pensioen zou gaan. Er volgde nog eens een nieuwe verbouwing. We maakten van de twee salons één en vanaf toen was het enkel nog voor dames. Vandaar de huidige naam ‘Place ô femmes’.”
Suzanne
Dochter Suzanne De Leersnijder (26) leek niet onmiddellijk voor de opvolging te zorgen. De geschiedenis herhaalde zich want net zoals bij moeder Nancy was het kapsalon niet haar eerste keuze. “Maar het was bijlange niet zo uitgesproken als bij mij”, lacht Nancy. “Suzanne volgde humaniora en na enige tijd vroeg ze of ze toch niet bij mij mocht komen werken. Dat mocht, maar niet zonder een behoorlijke opleiding. Zo volgde ze ‘regentaat haartooi’ in hogeschool Vives.”
Suzanne leerde er de knepen van het coifferen en volgde er ook de richting PAV Project algemene vakken. Gedurende vijf jaar combineerde ze lesgeven in Futura Menen met het kapsalon. Sinds september is ze echter voltijds kapster en sinds 1 oktober ook de nieuwe zaakvoerster van Place ô Femmes.
“En opnieuw werd het huis verbouwd”, lacht Suzanne. “We kochten het huis van oma Monique en opa Carlos. Zij wonen nu aan zee. “We komen nog wekelijks af hoor”, zegt Monique. “En als het moet, dan help ik nog mee. Maar meestal sta ik aan de wasbak! Terug naar af, waar ik begonnen ben.” (lacht)