“Hier ligt áltijd verse en goeie sneeuw”: dankzij Stephane kunnen we al 25 jaar dicht bij huis skiën

Stephane Fievez stampte Ice Mountain 25 jaar geleden uit de grond. (foto Joke Couvreur) © JOKE COUVREUR
Philippe Verhaest

Deze paasvakantie trekken opnieuw duizenden West-Vlamingen naar de bergen om over een (hopelijk) hagelwit tapijt naar beneden te zoeven. Maar je kan je ski- of snowboardplezier ook een pak dichter bij huis vinden. Ice Mountain in Komen werd exact 25 jaar geleden opgericht door Menenaar Stephane Fievez en krijgt jaarlijks zo’n 400.000 sportievelingen over de vloer.

Wie fan is van het betere afdaalwerk met daarna een stevige scheut après-ski, kan daarvoor perfect richting Alpen trekken, maar wij hebben een perfect alternatief op een boogscheut van de provinciegrens. In het Henegouwse Komen-Waasten torent sinds 1999 Ice Mountain boven de overwegend vlakke skyline uit. Met hoe kan het ook anders een volbloed West-Vlaamse ondernemer aan het roer.

Stephane Fievez (49) opende de skihal exact een kwarteeuw geleden en is sindsdien een hotspot voor wintersportfanaten van alle slag. “Ik stam uit een ondernemersnest”, vertelt Stephane. “Mijn ouders zijn altijd zelfstandig geweest, ik wilde ook op eigen benen staan. Eerst wou ik een squash-, fitness- en aerobicszaak uit de grond stampen. Maar toen hoorde ik dat er in Nederland een indoorskihal zou openen, en ben ik daar een kijkje gaan nemen. Ik wist het meteen: dit moest en zou ik in mijn eigen regio ook realiseren.”

Schot in de roos

Op 3 september 1999 mocht Stephane het openingslintje doorknippen en stroomden de eerste skiërs en snowboarders toe. “Het was van bij dag één een schot in de roos. Een overrompeling, zelfs. Ik herinner me nog dat de weken voor de opening hier regelmatig mensen aan de deur stonden met de vraag wanneer Ice Mountain de deuren zou openzwaaien.”

25 jaar later is Stephanes geesteskind uitgegroeid tot een vaste waarde. “We krijgen zowel ervaren wintersporters over de vloer als mensen die voor het eerst op de latten staan. Ook absolute toppers weten Ice Mountain liggen: Jules De Sloover, de beste Belgische snowboarder, traint hier regelmatig. En elk jaar leren 15.000 tot 20.000 mensen skiën in onze skischool. Van de zowat driehonderd werknemers full- of parttime zijn er 120 skimonitor.”

“Zelf skiën? Daar heb ik helaas geen tijd voor”

Skiën of snowboarden doe je bij Ice Mountain op échte sneeuw. “Die is van topkwaliteit”, benadrukt Stephane. “Onze skihal wordt 24/7 op zes graden onder nul gehouden en twee keer per jaar vernieuwen we de hele sneeuwlaag. Die is net zoals in de bergen. Dankzij een proces waarbij water verneveld en razendsnel gekoeld wordt, kunnen we een topondergrond van 40 tot 60 centimeter dik garanderen. Om het eenvoudig te stellen: hier ligt altijd verse en goeie sneeuw.”

Het zwaartepunt voor Ice Mountain ligt tussen oktober en april. “Dit is en blijft nog altijd een wintersport. Maar eigenlijk is het hier nooit stil. Best grappig wanneer het hartje zomer buiten 35 graden warm is en je hier mensen stevig ingeduffeld naar beneden ziet skiën.”

Eerbetoon aan mama

Dat ze het hele jaar door de handen vol hebben, is ook te danken aan het feit dat Ice Mountain zoveel meer is dan een wintersportparadijs. Je kan je uitleven op vier paintball- en gellyballterreinen of in een partijtje lasershooten, en sinds 2016 is er een indoor skydivingpark met verticale windtunnel van liefst vijftien meter diep. “En we hebben ook nog eens 720 zitplaatsen in onze twee restaurants en Bar Marie-Jeanne. Die laatste is een eerbetoon aan mijn mama. Zij heeft me de ondernemersmicrobe bezorgd.”

Eind jaren negentig was Ice Mountain drie hectare groot, nu beslaat de site al vijf hectare. De komende jaren wil Stephane Ice Mountain verder uitbouwen. “Het doel is één grote entertainmentzone ontwikkelen. Daarom hebben we in 2016 zes hectare extra aangekocht. Hoe we die invullen, moet zo snel mogelijk duidelijk zijn. We willen de site in 2026 in gebruik nemen. We denken zelfs na over overnachtingsmogelijkheden, zoals een hotel. Mensen die van iets verder komen, willen hier ook kunnen blijven slapen en eventueel twee dagen van onze faciliteiten genieten.”

Duurzaamheid

Bij de uitbreiding zal duurzaamheid centraal staan. “Een weg die we al een hele poos bewandelen. Zo hebben we 2.600 zonnepanelen en sinds de coronacrisis verbruiken we een veertig procent minder energie. Door slimme ledverlichting, efficiënter met water om te gaan, een laadpalenpark… In 2016 hadden we al plannen om twee eigen windturbines te zetten, een ambitie die nog altijd op tafel ligt. Het is ons ultieme doel om volledig zelf voor onze energiebehoefte te kunnen instaan.”

En sjeest Stephane af en toe zelf van zijn sneeuwhelling? “Helaas niet”, grijnst hij. “Dit is mijn werkplek en hier heb ik geen tijd om te skiën. Ik wil niet dat er iets aan mijn aandacht zou ontsnappen omdat ik op de piste sta. Ik probeer één of twee keer per jaar de bergen op te zoeken, maar ook daarvoor ontbreekt soms de tijd. Nu krijgt ons jubileumjaar voorrang.”