Volgende week start de kaartenverkoop voor de 25ste editie van D’Ostendsche Revue, getiteld: De tied schuuft zère. Sinds een drietal jaar heeft de revue een verjongd bestuur onder leiding van voorzitter Aïsha Butseraen (38). Het nieuwe team gaf de revue ook een nieuw elan. “We vernieuwen, maar met respect voor de traditie”, zegt Aïsha, die net zoals de vorige keer hoopt op vijf uitverkochte zalen.
“Uiteraard heb ik iets met de Mercator. Het is een symbool voor Oostende en komt vaak terug in de revue. Zoals met de verandering van ligplaats. De trouwfoto van mijn ouders is hier ook genomen. Wij hadden ook veel vissers in de familie, terwijl mijn schoonfamilie meer mensen uit de Marine telt. Ja, de zee zit in mijn bloed.”
Zelf werk je als arbeidspsychologe. Wat moet je doen?
“Ik werk bij een bureau dat door bedrijven wordt ingeschakeld rond preventie en bescherming op het werk. Ik werk rond burn-outs, dossiers van pesten op het werk of grensoverschrijdend gedrag… Een job die diplomatie en empathie vraagt, al mag je daar ook niet te ver in gaan. Je moet ook zo analytisch zijn dat je de knelpunten ziet en het overzicht behoudt. En het is niet de bedoeling dat je de problemen meeneemt naar huis.”
Komen dit soort dossiers meer voor dan vroeger?
“Ik denk dat pest- en grensoverschrijdend gedrag vroeger ook voorkwam, maar er werd minder over gesproken. Burn-outs daarentegen zijn een ziekte van deze tijd. De druk is erg verhoogd.”
Dat diplomatisch talent komt je ongetwijfeld van pas als voorzitter van de revue.
“Ja, hoewel ik in mijn vrije tijd het omgekeerde zoek van wat ik op het werk doe. Op het werk moet ik zware materies behandelen, in de revue zoek ik het plezier en de luchtigheid op. Al moet ik als voorzitter natuurlijk ook de groep motiveren en samenhouden. Ik schrijf ook de revue en in die rol ben ik helemaal niet diplomatisch, integendeel. Dan ga ik kort door de bocht en zonder veel nuance. Al willen we nooit de man spelen, maar wel kritiek leveren op een situatie.”
Hoe lang ben je al bij D’Ostendsche Revue betrokken?
“Kurt Ureel, die al jaren in de revue speelt, kende ik uit het uitgaansleven. Hij vroeg me om mee te spelen en zo startte ik in 2012 als acteur. Ik vond het meteen heel tof dat je zoveel verschillende rolletjes in één stuk kan stoppen. Dinsdag begonnen we met de repetities aan wat nu mijn twaalfde revue zal zijn. In 2021 ben ik voorzitter geworden.”
Met een totaal nieuw bestuur. Was er nood aan verjonging?
“De coronacrisis had er behoorlijk in gehakt. Eén jaar moesten we overslaan en de tekst in de vuilnisbak gooien, in het volgende jaar was het moeilijk repeteren met de steeds maar veranderende voorwaarden. Maar in februari 2022 konden we dan eindelijk toch weer spelen. Dat was met een nieuw bestuur. De vorige regisseur en tekstschrijver had het schitterend gedaan, maar om een nieuw publiek te blijven aanspreken, moesten we verjongen. We zijn nu drie jaar bezig en het wierp zijn vruchten af: waar we voor corona soms voor halve zalen speelden, waren de vijf voorstellingen dit jaar zo goed als uitverkocht. Het is voor de hele groep veel leuker om voor volle zalen te spelen. De revue leeft weer en dat is leuk voor ons.”
Wat is er veranderd?
“Naast onze vaste personages Pulle en Tjeppen kwamen er nog enkele vaste personages bij. Bovendien kiezen we weer voor één rode draad in plaats van aparte sketches. De balletoptredens komen niet meer tussen de verschillende scènes, maar toneel en ballet vloeien over in elkaar. Er is het regiewerk van onze nieuwe regisseur Hilde Veulemans, dat iedereen op een hoger niveau tilt. En er is verjonging in de humor. We willen de traditie in ere houden, maar er zit nu eenmaal evolutie in wat mensen grappig vinden. Sommige dingen zijn tijdloos, maar andere zaken waren 20 jaar geleden misschien supergrappig, maar zijn dat nu veel minder. We merken in elk geval dat we nu een veel jonger publiek aantrekken.”
Waarom maak je een revue? Om mensen een avondje ontspanning te geven of om situaties in de stad aan de kaak te stellen?
“De beide. Natuurlijk gaat het om het vertier, maar de satire is ook erg belangrijk. We willen de grote en kleine gebeurtenissen in Oostende van commentaar voorzien. Hilde waakt er wel over dat we niet de persoonlijke toer op gaan. Het is vooral in functie daarvan dat ik wekelijks De Zeewacht lees. Dat is mijn voornaamste bron. En de politiek luistert naar ons: na de laatste revue werden onze jongere spelers uitgenodigd op het kabinet van de burgemeester om van gedachten te wisselen.”
Schrijf jij die tekst alleen?
“Dat is een evolutie geweest. Eerst hadden we een externe schrijver, maar dat was moeilijk omdat die de ploeg niet echt kende. Ik schrijf rolletjes in functie van de mensen over wie we beschikken. De volgende keer schreven Rutger Denaet en ik het scenario, maar dit keer schrijf ik alleen. Ik toets wel af met Hilde en de anderen. Als schrijver maak ik ook gebruik van het Oostends Woordenboek van Roland Desnerck. Ik probeer zoveel mogelijk Oostendse woorden en uitdrukkingen in de revue te stoppen.”
Kunnen de mensen die gepersifleerd worden, daarmee lachen?
“Sommigen hebben wel lange tenen. Soms zijn ze ontevreden omdat ze niet vernoemd worden, maar als je ze wel vernoemt, voelen ze zich in het nauw gedreven… Ooit heeft er eens een politicus de zaal verlaten, maar dat was voor onze tijd. Ach, de meesten zijn wel vereerd hoor als ze in de revue opduiken.”
Jullie spelen de volgende revue in januari. Is de tekst al klaar?
“De eerste helft wel. Van de tweede helft liggen de grote lijnen vast, maar voor het uitschrijven wachten we. Er kan in de laatste vier maanden nog van alles gebeuren, en zeker nu, met de gemeenteraadsverkiezingen. De eerste helft was net af toen het nieuws kwam dat Kurt Claeys ontslag nam als schepen. Dan denk je: godver, ik mag herbeginnen. Ik wil nog niet veel verklappen, maar de nieuwe revue wordt grootser dan de vorige en ook weer anders. Het is ook onze jubileumeditie. Wat voor mij veel zegt, is hoe onze regisseur Hilde reageert op de eerste teksten. En zij is laaiend enthousiast. Wees maar zeker: het wordt tof.”
D’Ostendsche Revue vindt plaats van 16 tot en met 19 januari 2025. Kaarten vanaf maandag 2 september via www.dostenscherevue.be.
Bio
Privé: geboren in Oostende op 1 oktober 1986. Getrouwd met Sean Vanleke. Twee kinderen, Aaron (10) en Tillie (4).
Opleiding en loopbaan: arbeidspsychologe. Preventie-adviseur psycho-sociale aspecten bij IDEWE, een extern bureau voor preventie en bescherming op het werk.
Vrije tijd: speelt sinds 2012 in alle edities van D’Ostendsche Revue, al elf keer. Voorzitter sinds 2021.
Mercatorgesprek
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier