Tekeningen Merghelynck Museum op ‘Topstukkenlijst’

Een van de 22 grote tekeningen uit de 18de eeuw met zichten op Rome en omgeving die opgenomen wordt op de 'Topstukkenlijst'. ,
Tom Gheeraert
Tom Gheeraert Medewerker KW

Vlaams minister van Cultuur Jan Jambon besliste om een aantal tekeningen van de collectie van het Merghelynck Museum definitief op te nemen in de lijst van het roerend cultureel erfgoed van de Vlaamse Gemeenschap of de ‘Topstukkenlijst’. Het gaat om kunstwerken uit de neoclassicistische periode: het einde van de 18de eeuw-begin van de 19de eeuw, hét verzamelgebied van dit museum.

Het gaat enerzijds om een reeks van 22 grote tekeningen uit de 18de eeuw met zichten op Rome en omgeving, gemaakt door diverse kunstenaars zoals Joseph-Benoît Suvée, Jacques Valcke, Joseph-Barthélémy Le Bouteux of Louis Chaix. “Deze tekeningen werden verzameld door Ieperling Jacques Valcke”, zegt Jan Dewilde van Yper Museum. “Als kunstenaar maakte hij zijn opleiding af met een zogenaamde ‘grand tour’, een lang studieverblijf in Italië om er de overvloed aan kunstwerken te bestuderen. In Rome vertoefde hij in de kringen van de pensionnaires of kostgangers van de Académie de France. De jonge kunstenaars werkten er nauw samen en beïnvloedden elkaar zowel op inhoudelijk als op stilistisch vlak. Tekeningen werden aan elkaar geschonken of met elkaar uitgewisseld.”

Hoge artistieke waarde

“De verzameling in Ieper is hiervan een sterk voorbeeld. Het gaat om landschapstekeningen met ruïnes van antieke gebouwen die een hoge artistieke waarde hebben, uitgevoerd met zwart en vooral roodbruin krijt. Dat laatste had de kleur van bloed en wordt daarom ook sanguine genoemd. Hoewel de bladen gemaakt zijn door jonge kunstenaars in opleiding, getuigen veel tekeningen van een groot tekentalent.”

“Bijzonder interessant is ook de aanwezigheid van enkele werken van de Franse kunstenaar Joseph-Barthélémy Le Bouteux, van wie de werken uiterst zeldzaam zijn. Het Merghelynck Museum bezit tot op vandaag het grootste en meest representatieve ensemble van zijn landschapstekeningen. Arthur Merghelynck kon de tekeningen op het einde van de 19de eeuw aankopen en toevoegen tot de collectie”, legt Jan Dewilde uit.

Louis-Jean Desprez

Anderzijds wordt nu ook de schitterende grote tekening uit 1773 van Louis-Jean Desprez opgenomen op de topstukkenlijst. “Deze tekening is een unicum in Vlaanderen en is zowel historisch als cultuurhistorisch van groot belang”, vertelt Jan Dewilde. “In 1773 was Marie-Antoinette al ruim drie jaar gehuwd met de Franse kroonprins, de latere koning Lodewijk XVI. Ze verbleven al die tijd op het kasteel van Versailles en pas op 8 juni 1773 deed zij haar lang verwachte plechtige intrede in de stad Parijs. Op een meesterlijke wijze geeft Desprez het feestelijk moment weer waarop de kroonprinses en haar echtgenoot het volk groeten vanop het balkon van het paleis van de Tuilerieën.”

Lees verder onder de foto.

Ook deze grote tekening uit 1773 van Louis-Jean Desprez werd opgenomen op de topstukkenlijst.
Ook deze grote tekening uit 1773 van Louis-Jean Desprez werd opgenomen op de topstukkenlijst.

“De tekening heeft ook een bijzondere artistieke waarde. De imposante tuingevel van het paleis is op een virtuoze manier weergegeven, met een correcte weergave van perspectief. Dit paleis werd in 1871 in brand gestoken, de ruïnes werd in 1883 gesloopt waardoor deze grote tekening een belangrijke getuige is van een verdwenen paleis, dat zo nauw verbonden is met de geschiedenis van Frankrijk.”

Maar ook deze kunstwerken kenden net zoals Ieper en het Merghelynck Museum een bewogen geschiedenis. Pas toen de stad Ieper in 1994 het beheer van het Merghelynck Museum overnam van de Académie Royale de Belgique werd de reeks van 22 landschapstekeningen herontdekt. Voor het eerst sedert 1915 werden ze in 1996 gepresenteerd aan het publiek tijdens de tijdelijke tentoonstelling ‘Bloedmooi’ in het Stedelijk Museum.

Lang verborgen

“Het meesterwerk van Desprez bleef nog langer verborgen”, vult Jan Dewilde aan. “De tekening was tijdens de Eerste Wereldoorlog te zien op een tentoonstelling in het Petit Palais in Parijs met erfgoed gered uit de Westhoek. Pas eind 2007 werd het werk herontdekt tijdens een verhuizing in de Parijse Bibliothèque Nationale de France. Een notitie, aan de keerzijde van de tekening, vermeldt dat het werk op 17 mei 1918 in bewaring werd gegeven door baron Kervyn de Lettenhove. Op 8 april 2008 werd dit meesterwerk terug aan het Merghelynck Museum geschonken, honderd jaar na het overlijden van Arthur Merghelynck. En vandaag dus op de topstukkenlijst! Een mooie bekroning.”

Extra beschermd

Ook schepen van Musea Dimitry Soenen (N-VA) is tevreden met de beslissing van de minister van Cultuur. “Gezien het grote kunsthistorisch belang van deze kunstwerken is het goed dat deze werken op de topstukkenlijst komen en ze op deze manier extra beschermd worden. We zijn dan ook erg blij met de beslissing van minister Jambon. De Ieperse Musea zijn hiermee trouwens niet aan hun proefstuk toe. Ook In Flanders Fields Museum bezit en bewaard een aantal topstukken: de collectie Antony, de verzameling geborduurde meelzakken en het dagboek Van Walleghem”, besluit Dimitry Soenen. (TOGH)

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier