Technici leggen de laatste hand aan de restauratie en het terug in elkaar zetten van het waardevol en historisch belangrijk koordoksaalorgel van de Onze-Lieve-Vrouwekerk. Als alles naar wens verloopt, wordt het in september opnieuw ingespeeld.
Het koordoksaalorgel in de Brugse Onze-Lieve-Vrouwkerk was volgens schepen van Patrimoniumbeheer, Minou Esquenet, dringend aan een restauratie toe. Het instrument werd daarom in de voorbije maanden bijna volledig uit elkaar gehaald en met de nodige omzichtigheid gerestaureerd door Orgelbau Schumacher GmbH uit Eupen.
Noodzakelijk
De restauratie wordt opgevolgd door een commissie die nauwgezet toeziet op de kwaliteit van de technische uitvoering, de artistieke uitvoering en de afwerking. Dit is noodzakelijk omdat onder andere in de loop van de 20ste eeuw aanpassingen aan het orgel gebeurden, die het muziekinstrument niet echt ten goede kwamen.
Na de restauratie, die waarschijnlijk eind augustus wordt afgerond, en na het stemmen van het instrument zal het koordoksaalorgel er opnieuw uitzien en klinken zoals dat het geval was na de grondige restauratiebeurt in het midden van de 19de eeuw.
Het orgel werd in 1721-1722 gebouwd door Cornelis Cacheux als een bescheiden tweeklaviers orgel. Korte tijd later, in 1724, werden door de orgelbouwer nog wijzigingen aan het orgel uitgevoerd en tot 1773 werd het orgel onderhouden door de bekende Brugse orgelbouwer Andries Jacob Berger. Een grondige uitbreiding vond plaats in 1854-1855 onder leiding van de Brugse orgelmakers Hooghuys en Mondt uit Antwerpen. Ook in 1954 werd aan het orgel gewerkt.
De restauratiewerkzaamheden vinden plaats onder leiding van architect Luc Vermeersch en onder toezicht van de Stad Brugge en de subsidiërende overheid Agentschap Onroerend Erfgoed. De kostprijs bedraagt 899.875,46 euro, de Vlaamse overheid subsidieert met 590.037,62 euro.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier
