De Preetjes Molen in Heule, de enige bewaarde vlaszwingelmolen in Europa, ondergaat een grondige restauratie. De wieken en molenas zijn intussen verwijderd: een ingreep die nodig was om het volledige gevlucht veilig te vernieuwen. De komende maanden staat de molen als een windloze romp in het landschap, maar vanaf mei 2026 begint de opbouw opnieuw.
Schepen van Onroerend Erfgoed Wout Maddens benadrukt het belang van de locatie: “We staan hier op een beschermd landschap, essentieel voor de windvang. De molen staat er sinds 1866 en was toen revolutionair. Tot dan werd het zwingelen nog met de voet gedaan; Ivo Deprez maakte het proces mechanisch.”
De molen kwam in 1914 stil te staan, door de Eerste Wereldoorlog én de opkomst van stoommachines. In 1944 volgde de bescherming. Vanaf 1992 namen de Vrienden van Preetjes Molen, nauw verbonden met de familie Deprez, het onderhoud op zich. In 2016 kocht de stad de molen. Toen bleek dat eerdere herstellingen niet altijd correct waren uitgevoerd, trok de stad bijna 200.000 euro uit voor een grondige restauratie.
Terug naar 1918
De werken worden uitgevoerd door Molenbouw Wieme uit Machelen. Molenbouwer Kris Wieme licht toe: “Vandaag zien we de molen zoals hij in 1993 is gerestaureerd, maar nu brengen we hem terug naar de toestand van 1918. De wieken komen opnieuw op de binnenroe, wat betekent dat de volledige bediening en mechaniek moet worden aangepast.”
Alle plannen uit de bouwperiode zijn verloren gegaan. “We moeten werken zonder originele tekeningen”, zegt Kris. “We hebben enkel documentatie van 1993. Het wordt zoeken, maar het is een prachtige uitdaging. Er is maar één molen zoals deze.”
“Het wordt zoeken, maar het is een prachtige uitdaging. Er is maar één molen zoals deze”
Het teerlingkot – de bakstenen voet – werd eerder dit najaar al vernieuwd. De nieuwe wieken, molenas en onderdelen worden in het atelier gemaakt tussen januari en april 2026. Vanaf mei wordt opnieuw opgebouwd. Tegen de zomer van 2026 moet de molen weer draaien. “Dan wordt Preetjes Molen 160 jaar”, aldus Maddens. “Met deze restauratie geven we haar opnieuw de plek in het landschap die dit Kortrijkse erfgoed verdient.”
Uniek stuk vlasgeschiedenis
In de jaren 1850 specialiseert de regio Kortrijk zich in het verwerken van vlasvezels. Roten, brakelen en zwingelen waren arbeidsintensieve stappen. De stermolen, normaal aangedreven met pedalen, werd in 1866 in Heule voor het eerst gekoppeld aan windkracht. Rond 1870 stonden er tien zwingelmolens in Heule alleen al.

Op advies van het Agentschap Onroerend Erfgoed keert de molen na de restauratie terug naar de configuratie van 1918: twee zelfzwichtende wieken met jaloeziekleppen op de binnenroede en twee traditionele wieken met zeilen. Zo krijgt de molen een historisch herkenbaar silhouet én voldoet hij tegelijk aan de huidige veiligheidsnormen.
Dringend gezocht: meester-molenaars
De restauratie is niet het enige aandachtspunt. Preetjes Molen kampt met een tekort aan vrijwillige molenaars. Maddens: “Een molen mag niet stilstaan. We hebben drie molenaars, maar één van hen is intussen 78 jaar. We hebben een nieuwe poule nodig.”
“Een molen mag niet stilstaan. We hebben drie molenaars, maar één van hen is intussen 78 jaar. We hebben een nieuwe poule nodig”
Texture en de stad plannen daarom een opleiding tot meester-molenaar in het voorjaar. Kandidaten leren er zowel de historische kennis als de mechaniek, én hoe bezoekers te ontvangen. Idealiter draait de molen tien dagen per jaar. De cursus wordt volledig betaald door de stad. Vrijwilligers kunnen vanaf de zomer van 2026 mee instappen.
Ook Aalbeke aan de beurt
Parallel bereidt Stad Kortrijk de restauratie van de Hoogmolen in Aalbeke voor, de oudste molen van de stad. Die werken starten in 2027 en worden eveneens uitgevoerd door Molenbouw Wieme.
Met de vernieuwing van Preetjes Molen en de geplande restauratie in Aalbeke zet de stad sterk in op het behoud van haar roterende erfgoed. “Zo blijft ons vlasverhaal nog generaties lang spreken”, besluit Maddens.