Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."
Piet Piraat zal hij niet worden, ook al misstaat hij niet aan het roer van de Mercator. Hoewel, met Piet weet je het niet, weet je het nooit. “Misschien begin ik wel een viswinkel,” zegt hij. Hij is tot alles in staat, ook al omdat met de dag duidelijker wordt dat hij alles kan. We wisten al langer dat hij grappig is. Maar hij blijkt ook een verdomd goed acteur, een begenadigd schrijver en alsof dat nog niet van het goeie te veel is, nu ook Oostendenaar.
“Ik wou verhuizen, omdat ik meer ruimte wou. Maar in Gent kan dat niet. Het is budgettair onmogelijk. Het is crapuleus wat ze daar voor een huis durven te vragen. Toen we in mijn jonge jaren een huis gingen bekijken, probeerde je af te dingen als je een bod deed. In Gent zijn er jonge mensen die meteen een bod doen van 100.000 euro boven de vraagprijs. Ik heb even overwogen om in ‘Bevergem’ te gaan wonen, in Kooigem. Het is daar prachtig. En de rand van Kortrijk is nog betaalbaar. Maar mijn vrouw heeft niet echt feeling met Kortrijk.”
Hij ziet een foto van Johan Vande Lanotte en vraagt: “Weet je op wie hij gelijkt in profiel? Zie je het niet? Pater Damiaan.”
Ze hebben destijds zijn lijk met de Mercator naar huis gebracht.
“Misschien zijn we wel besmet met lepra. En hoe krijg je lepra? Omdat je je poten niet kunt thuishouden. Wij, de mensen uit de cultuursector, zijn de lepralijders van de maatschappij.”
Is het nog niet beter?
“Nee, het publiek komt nog altijd niet massaal buiten. De mensen zijn bang. Zelfs in de Ancienne Belgique worden er concerten afgelast, omdat er niet genoeg belangstelling is. En nu komt het allemaal terug.”
Hij loopt de trappen af, kijkt de kajuiten in en zegt: “Allemaal mooi hoor. Maar als je zo op de woeste zee zit, denk ik niet dat je het zo romantisch vindt. Dat meubilair vind ik echt wel prachtig. Die stoeltjes zijn precies pianostoeltjes (en hij wijst naar de draaikrukken met groen zitvlak en rugleuning die op een rond onderstel staan om het kantelen te voorkomen.) Echt prachtig. Die wil ik ook.”
Heb je een piano?
“Nee, maar ik ga er een kopen. Ik heb al een pianostoeltje. Dus moet ik nu wel een piano hebben. Ik wou eigenlijk altijd muzikant worden. Tegenwoordig is dat makkelijk. Omdat er miljoenen leraars zijn op YouTube. Ik heb altijd gitaar gespeeld. Al van mijn 16. Maar ik heb daar nooit mee naar buiten durven komen. Ik heb nu in Oostende een paar goeie gitaristen leren kennen en ik wil daar iets mee doen. Ook op een podium, ja. Ik ga me outen.”
“Ik vind het geweldig hoe vlot je hier mensen ontmoet. Ik kwam hier in februari aan met mijn madame en de eerste maanden waren moeilijk, door de lockdown. Maar daarna… Ik heb intussen al feestjes meegemaakt met muzikanten, met het schepencollege, met de burgemeester, met artiesten, met gewone mensen, met mensen in mijn buurt…”
Welke buurt is dat?
“Een jonge buurt (lacht). Een heel open buurt. Ik mag wel stellen dat ik precies aan een nieuw leven ben begonnen sinds ik in Oostende woon. Het kan alle kanten uit. Misschien ga ik een viswinkel openen. Ik ruik heel graag vis. Soms ga ik binnen in een viswinkel en als ze me vragen: ‘Ja, mijnheer, wat had je gewild?’, dan zeg ik: “Ik heb niets nodig, ik kom gewoon de zee opsnuiven.” Er is geen viswinkel in mijn straat. Maar ja, er is niet in iedere straat een viswinkel. Een goeie titel voor een boek trouwens: Er is niet in elke straat een viswinkel. Ik heb in de coronatijd aan een nieuw boek gewerkt. Het is nog niet af, maar de rode draad wordt het Gent-Oostende-verhaal. Het is niet zo dat ik daarmee humor opzoek. Ik wil gewoon schrijven. Ik zou echt graag eens een partner vinden om samen een serie te schrijven.”
“Oostende is over 20 jaar onbetaalbaar ”
Maar de show waarmee je nu nog de podia aandoet, vloeit toch voort uit je tweede boek Ik ben Piet en ik heet Pierre?
“Ja, dat loopt samen. Maar ik heb nog niet echt het systeem gevonden om het boek in de show te integreren. Eigenlijk zou ik gewoon op een barkruk willen voorlezen. Nee, misschien is dat te gratuit. Eigenlijk heb ik de comedy nooit opgezocht. Humor is veel interessanter als je er niet naar op zoek gaat, als de grap uit de context ontstaat. Ik heb liever dat mensen niet weten wat ze mogen verwachten. Deze week zei iemand me nog na een optreden: “Je bent eigenlijk wel serieus geworden hé.” Ik vind mezelf ook echt niet zo grappig. Ik heb niet zo’n sterke band met humor. Ik heb nooit zo graag naar stand-up of komische film gekeken. Pas op, ik vind het wel geweldig om te doen. Het is gewoon zalig om een rolletje te spelen. Spelen en acteren. Ik laat de dingen op me afkomen. We zien wel. Ik ben niet meer van de jongsten hé. Als ik het nog even kan volhouden. Tot ik gepensioneerd ben (lacht).”
Ach zo, je bent één van die ouderen die naar Oostende komt afgezakt.
“Het zijn niet alleen ouderen. Vorige week las ik nog in de krant dat er alsmaar meer jongeren in Oostende komen wonen. Waarom zou je wachten tot je oud bent? Het is nu dat je het moet doen. Oostende is binnen 20 jaar onbetaalbaar. Dan zal het weer echt de Koningin der Badsteden zijn.”
Bio
Geboren (1963) en opgegroeid in Kortrijk, waar hij aan het VTI voor meubelmaker studeerde. Woonde vele jaren in Gent en verhuisde in februari samen met zijn partner Tine naar Oostende. Studeerde een tijdje filosofie en ook cultureel vormingswerk, volgde vier jaar theater bij Greta van Langendonck in Leuven, richtte er met medestudenten het gezelschap The Royal Junkfoodstore op en ging voluit voor komedie toen hij op Studio Brussel in 1994 samen met Bart Vanneste en Gunter Lamoot de Grote Prijs WP Stutjens won, waarna ze samen met Kamagurka de programmareeks Studio Kafka maakten. Ging de laatste jaren meer boeken schrijven en acteren, onder meer in de series Bevergem, De Twaalf, Onder Vuur en Chantal.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier