Oud-burgemeester Luc Dehaene blik terug op vijftien jaar Neerstad: “Het mooiste dat ik ooit realiseerde”

Luc Dehaene is nog steeds trots op de verwezenlijking. © TOGH
Tom Gheeraert
Tom Gheeraert Medewerker KW

Stadsarchief, dé Academie en de Bibliotheek vieren in het weekend van 21, 22 en 23 juni het 15-jarige bestaan van de Neerstad met onder andere een expo en een documentaire. Dé man achter de transformatie van de oude Picanolsite tot cultuursite was oud-burgemeester Luc Dehaene. “Het mooiste project dat ik ooit kon realiseren”, blijft hij trots.

Het verhaal van de Neerstad – een verwijzing naar de 17de-eeuwse benaming van de wijk – begint rond de eeuwwisseling, wanneer er voor het eerst ernstig nagedacht wordt over de infrastructuur die nodig is om de stedelijke diensten in te huisvesten. Het masterplan wordt in september 2002 realiteit. Er wordt gekozen voor de Picanolsite en voor het eerst ook voor de PPS-formule, een publiek-private samenwerking. Het is minister Hilde Crevits die samen met een trotse burgemeester Luc Dehaene op 18 september 2009 de Neerstad officieel mag openen. “Een voormalig fabriekspand wordt het belangrijkste cultuurcentrum van onze stad”, verwoordde Dehaene het toen. Vijftien jaar later is de ondertussen 73-jarige oud-burgemeester nog steeds bijzonder trots op die verwezenlijking.

“We hadden behoefte aan nieuwe infrastructuur voor de culturele sector in de brede zin”, blikt Dehaene terug. “De stadsschouwburg was verouderd, de lokalen van de kunstacademie waren door de inspectie gedeeltelijk afgekeurd, de bib was al lang vragende partij en het archief was slecht behuisd en voldeed niet aan de vereisten voor brandveiligheid en luchtkwaliteit. We hebben dat allemaal aan elkaar gekoppeld en samen met een ontwerpbureau gekeken wat waar zou kunnen.”

72 miljoen frank

“Op dat moment was voor mij ook duidelijk dat er iets moest gebeuren met de oude Picanolsite, een leegstaande industriële site in het centrum van de stad. Dat evolueerde snel naar een kankerplek. Na moeilijke onderhandelingen met toenmalige CEO Jan Coene konden we die site aankopen voor zo’n 72 miljoen Belgische frank (1,8 miljoen euro, red.).”

Al was het niet gemakkelijk om ook op politiek vlak iedereen te overtuigen om op die site het culturele leven samen te brengen. “In het begin stond ik helemaal alleen. Maar ik had geleerd dat het belangrijk is, en ethisch noodzakelijk, om zulke grote dossiers door heel de gemeenteraad te laten dragen. Ik nodigde dan ook de fractieleiders van alle partijen uit in mijn kantoor met alle documenten en inzichten open en bloot om te informeren en te communiceren.”

Deze luchtfoto van de vroegere weefgetouwenfabriek Picanol zou nog dateren van vóór de Tweede Wereldoorlog. Toen liep er immers nog een tram doorheen de Polenlaan, die toen nog deel uitmaakte van de Diksmuidestraat.
Deze luchtfoto van de vroegere weefgetouwenfabriek Picanol zou nog dateren van vóór de Tweede Wereldoorlog. Toen liep er immers nog een tram doorheen de Polenlaan, die toen nog deel uitmaakte van de Diksmuidestraat. © Westhoek Verbeeldt privécollectie

Uiteindelijk ging de opdracht naar de bouwgroep Van Roey-Vanhaerents. “Hun voorstel was echt wat we wilden, ook op vlak van architectuur. De vroegere kantoren bleven behouden en daar kwam de bibliotheek en de horecazaak. Ook de fabriekshal bleef en daar kwam dan dé Academie. Alle gebouwen ertussen – waar nu het Beeldenplein is – gingen tegen de vlakte, maar die waren ook waardeloos.”

“Voor mij is dat het mooiste project dat ik heb kunnen realiseren”, vervolgt Luc Dehaene. “Niet alleen omdat het nog heel lang zal blijven, maar ook omdat het een gemengd project is. Het is niet een puur kantoor- of lesgebouw dat ‘s avonds om 20 uur dicht gaat. Het is bewoond en er is een horecazaak. Meer nog: ik ben ook trots dat het een mix is van private en sociale bewoning. Maar wie het niet weet en niet kent, kan het niet elkaar onderscheiden. Dat maakt mij – ik zal het maar zeggen – een beetje trots.”

Raamexpo

Het Stadsarchief, de Bibliotheek en dé Academie laten de vijftiende verjaardag van de Neerstad niet onopgemerkt voorbij gaan. In het weekend van 21, 22 en 23 juni neemt het Stadsarchief je met een raamexpo en documentaire mee op een tijdreis door zeven eeuwen Neerstad: van een levendige buitenwijk in de middeleeuwen tot het industriële hart van Ieper in de vorige eeuw.

Op de foto zien we v.l.n.r. Valentijn Despeghel, Isabelle Vermeersch, Pepijn Geloen, Nico Logghe, Alexander Declercq, Goedele Wittouck, Evelien Vande Walle en Inse Verplanken.
Op de foto zien we v.l.n.r. Valentijn Despeghel, Isabelle Vermeersch, Pepijn Geloen, Nico Logghe, Alexander Declercq, Goedele Wittouck, Evelien Vande Walle en Inse Verplanken. © TOGH

“Iedereen denkt meteen aan Picanol, maar de geschiedenis van deze site gaat veel verder terug”, stelt Goedele Wittouck van Stadsarchief. “De openluchtexpo laat je de boeiende geschiedenis van de Neerstad ontdekken en gaat hiervoor terug naar de eerste historische bronnen. Kaarten, foto’s en andere documenten tonen de transformatie van deze bijzondere plek.”

Wie benieuwd is naar de verhalen achter Picanol, kan terecht in de bibliotheek voor een korte documentaire. Zes oud-werknemers blikken terug op hun takenpakket en de unieke band die ze deelden met collega’s. Daarnaast belicht de documentaire ook het sport- en verenigingsleven dat zich afspeelde in en rond de fabriek. “Het Stadsarchief bewaart het omvangrijk bedrijfsarchief van Picanol”, zegt schepen van Archief Valentijn Despeghel (Vooruit). “De verjaardag van de Neerstad is de ideale gelegenheid om dit archief nog eens in de kijker te zetten. Maar Picanol is meer dan een gebouw en machines. De getuigenissen van de mensen die er jarenlang gewerkt hebben, zijn onderdeel van het erfgoed. Hun verhalen geven een unieke inkijk in de industriële geschiedenis van Ieper en de impact die het bedrijf heeft op het leven van verschillende generaties.”

De festiviteiten rond 15 jaar Neerstad vinden plaats op vrijdag 21, zaterdag 22 en zondag 23 juni. De expo is te bezichtigen op de ramen van de bib en het archief. De documentaire wordt tijdens het feestweekend afgespeeld in de inkomhal en is daarna te zien in de bibliotheek.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier