Hiphopminnend (West-)Vlaanderen schiet dezer dagen een pak vreugdesalvo’s af, want dit weekend viert ’t Hof van Commerce de 25ste verjaardag van hun debuutalbum ‘En in Izzegem’ met een dubbelconcert in Kortrijk. Op de eerste rij zal ook José Cauwelier staan, trotse papa van Flip Kowlier. Hij maakte, samen met zijn jammer genoeg overleden echtgenote Rita Vervaecke, de geboorte van ’s lands bekendste rapformatie van dichtbij mee. “Die eerste nummers zijn letterlijk op Filips slaapkamer gemaakt. We hadden toen nooit durven denken dat hun groep zó groot zou worden.”
Vierentachtig jaar is José Cauwelier intussen, maar nog altijd bijzonder scherp van geest. Samen met zijn echtgenote Rita Vervaecke, van wie hij in juli vorig jaar afscheid moest nemen, voedde hij hun drie kinderen in een erg warm Izegems nest op. Chris (58) is de oudste, gevolgd door Isolde (55). Filip (47) was het spreekwoordelijke achterkomertje.
“Eentje met ongelooflijk veel muzikaal talent”, blikt José terug. “Waar hij dat vandaan heeft, hebben we het raden naar. Als kind heeft Filip geen muziekschool gevolgd en zowel Rita als ikzelf hebben nooit een instrument bespeeld. Er speelde wel altijd muziek in huis. Paul Anka, Fats Domino, Elvis Presley… De liefde voor mooie muziek hebben we onze kinderen proberen mee te geven. Misschien ligt daar de kiem?”
“Filip is een autoriteit in de Vlaamse muziekwereld. Iets wat hij volledig op eigen houtje heeft gerealiseerd”
Het was warempel aan het Izegemse VTI, waar Filip een opleiding mechanica volgde, dat hij zijn eerste muzikale stapjes zette. “Plots maakte hij deel uit van een gelegenheidsbandje: Starfish. Filip zei dat hij een basgitaar wilde kopen en in De Kreun in Bissegem heeft hij bij Joost Vandenbroeck en Ludo Mariman van The Kids een workshop gevolgd.”
“Daar viel de puzzel in elkaar en besloot hij om naar de Jazzstudio in Antwerpen te trekken. Toen wisten we dat het menens was. Hij moest en zou zich bewijzen als muzikant. Niet evident, want het ging over niet-gesubsidieerd hoger onderwijs. Maar we hebben hem die kans geboden. Gelukkig maar.” (lacht)
Magische beginjaren
’t Hof van Commerce zelf zag dan weer het levenslicht langs de rustige Tulpenlaan in Izegem. “De eerste nummers zijn letterlijk op Filips slaapkamer gemaakt”, wijst José naar de bovenverdieping. Samen met Serge Buyse zat hij urenlang te jammen en dingen uit te proberen. Soms met het nodige lawaai, maar we hadden één gouden regel: wanneer wij gingen slapen, moesten ze ermee ophouden. Gelukkig kropen Rita en ik pas laat in bed. (knipoogt) Maar Dommestik en leverancier, met het legendarische Zeg nekjir oe loat is ‘t, is effectief hier geboren. Met de rest van En in Izzegem in het kielzog.”
Die beginjaren hadden iets magisch, zegt José. “Ik herinner me nog goed de eerste keer we ’t Hof op de radio hoorden. Mijn vrouw en ik waren op de terugweg van een dagje zee en plots hoorden we Flip, Serge en DJ 4T4 aan het werk. Doodpreus waren we. En nog altijd, trouwens. Maar we hadden toen nooit durven denken dat hun groep zó groot zou worden.”
Advies gaven mama en papa Kowlier hun zoon niet. “We kenden niks van de muziekwereld, hé. Filip was ook intelligent genoeg om zijn eigen weg te zoeken. Hij was – en is nog steeds – enorm gedreven. Samen met zijn kompanen heeft hij letterlijk het halve land rondgereden om een platenlabel te vinden. Toen ze met het Gentse Kinky Star Records in zee gingen, was de trein definitief vertrokken. En die is nooit meer gestopt.”
(lees verder onder de foto)
Eén moment zal José nooit vergeten. “Toen Filip in 2001 in de Ancienne Belgique zijn eerste solo-album Ocharme Ik voorstelde, vertelden mensen die gepokt en gemazeld waren in de muziekbranche dat hij voor meer dan twintig jaar vertrokken was. Hun voorspelling is waarheid geworden. Iets waar ik aanvankelijk écht geen rekening mee hield. Ik heb Filip ooit nog gezegd dat hij nul platen zou verkopen. Een uitspraak waar hij me af en toe nog eens aan herinnert. (lacht) Ik had het gelukkig bij het verkeerde eind.”
Voetjes op de grond
Het geheim van ’t Hof van Commerce is volgens José niet ver te zoeken. “Filip, Serge Buyse en Kristof Michiels zijn altijd dezelfde gebleven: eenvoudige jongens met een passie voor muziek. Voetjes op de grond, al 25 jaar lang. Of dat met West-Vlaamse bescheidenheid te maken heeft? Misschien wel. Wij hebben onze kinderen een nuchtere opvoeding gegeven.”
“Daarnaast zijn ze gewoon erg goed in hun genre. Ze waren de eersten om in het dialect te rappen en kregen doorheen de jaren veel navolging. Ik denk dat we gerust mogen stellen dat er zonder ’t Hof geen sprake zou zijn van Brihang of Het Zesde Metaal. Ze hebben de weg geplaveid. Niet enkel in de muziek, ook op televisie. Nu vál je over de West-Vlaams gesproken series, in 1998 was dat ondenkbaar. Daar zit ’t Hof van Commerce voor veel tussen, denk ik.”
“Zonder ‘t Hof van Commerce zou er geen sprake zijn van Brihang of Het Zesde Metaal”
Vroeger was Filip de zoon van José en Rita, die rollen zijn doorheen de jaren omgedraaid. “Ik word regelmatig over Filip aangesproken, ja. Al loop ik er ook niet mee te koop. Rita en ik hebben ons nooit als de ouders van gepresenteerd. Maar als Filip en ’t Hof ter sprake komen, ben ik apetrots. Het valt trouwens op met hoeveel respect en liefde mensen over onze zoon praten. Dat doet heel veel deugd. Filip is uitgegroeid tot een autoriteit in de Vlaamse muziekwereld. En dat heeft hij volledig op eigen houtje gedaan. Chapeau, daarvoor.”
Tienduizend man
Dit weekend volgt een nieuw hoogtepunt. Zowel zaterdag als zondag laat ’t Hof van Commerce het Nelson Mandelaplein in Kortrijk (zo goed als) volledig vollopen, met papa José als aandachtige toeschouwer. “Zaterdag zit ik op de eerste rij”, zegt hij trots. “Samen met wat familieleden. Ik kijk er wel naar uit, want er zal daar zo’n tienduizend man op dat plein staan. En die komen allemaal voor ’t Hof van Commerce. Dat wil toch iets zeggen, hé? Ik weet nu al dat Filip ervan zal genieten. Het podium is zijn tweede thuis, daar leeft hij volledig op.”
De nabespreking van het dubbelconcert zal later deze maand aan de eettafel in de ouderlijke woonkamer gevoerd worden. “Filip maakt minstens één keer per maand de oversteek naar Izegem. Dan spreken we met de familie af en haal ik taart in huis. Elke keer opnieuw fijne momenten, waar Filip en zijn gezin ook zelf van genieten. Hij mag content zijn. Hij heeft een prachtcarrière bij elkaar getimmerd en die is nog lang niet ten einde. Schrijf maar op: we zullen nog van hem horen”, glimlacht José.
Het beste van KW
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier