Muziekicoon Harry Cogge viert honderdste verjaardag op 3 mei:“Ik laat die dag op me af komen”

Harry Cogge leeft een dag met een keer en zonder zenuwen toe naar zijn honderdste verjaardag. Harry poseert hier thuis, in het gezelschap van familiaal helpster Veronique die al veertien jaar bij hem aan huis gaat. © Anne Bovyn
Anne Bovyn
Anne Bovyn Medewerker KW

Hoe zou het nog zijn met Harry Cogge, muzikant, accordeonist, componist, dirigent, ontdekker van de grote Will Tura, leermeester van meer dan 500 muzikanten en nog zoveel meer? Harry maakt zich immers op voor zijn honderdste verjaardag op zaterdag 3 mei. “Of dit gevierd zal worden? Dat antwoord laat ik aan de kinderen over”, glimlacht hij.

Harry Cogge werd op 3 mei 1925 in Veurne geboren en woont nog alleen in een nieuwe woning van IJzer & Zee op de site van het rusthuis. “Mijn dochter Marie-Anne woont in Koksijde, zoon Stefaan woont vier huizen verder in de straat. Hij springt ’s morgens en ‘s avonds binnen. Elke dag komt een medewerker van Familiehulp langs om te koken, de was te doen, te strijken, enzovoort. Ik stap nog goed, met mijn rollator. Dat karretje is tegenwoordig mijn beste vriend. Mijn geheugen zou ik bestempelen als ‘matig goed’. Ik weet niet alles meer, maar het is ook niet zo dat ik niets meer weet. Ik kan gelukkig nog altijd een gesprek voeren.”

Waarmee vult een man van bijna honderd zijn dagen?

“Ik kijk redelijk veel naar televisie. Tennis, de koers en vooral voetbal. In mijn jonge jaren ben ik zelf een goede voetballer geweest. Jarenlang was ik spits van de voetbalploeg van Veurne. Maar voetbal viel uiteindelijk niet langer te combineren met een professionele muziekcarrière. Ik heb voor muziek gekozen. Ik kijk ook graag uit het raam of ik luister naar muziek: van Sinatra, Armstrong, Harry James en natuurlijk Will Tura. ‘Tuurtje’ Blanckaert is leerling van mij geweest.”

Hoe heeft de muziekmicrobe jou ooit zo fel gebeten?

“Harry is mijn artiestennaam. Mijn vader was binnenschipper van beroep. Zijn voornaamste ontspanning was… accordeon spelen. Je ziet dat ik de liefhebberij dus van geen vreemden heb. Als klein ventje was ik verslingerd op papa’s accordeon. Het was feest als hij thuis was en ik kon spelen. Voor mijn twaalfde verjaardag kreeg ik van hem een accordeon met een chromatiek met zes rijen. Een professioneel instrument dat oefening en techniek vergde. Maar papa was schipper en geen muziekleraar! Ik mocht naar de accordeonschool van Albert De Hollander in Ieper. Ik leerde snel en op mijn dertiende schreef ik al composities. Zelfs de oorlog kon mij niet stoppen. Ik won eerste prijzen, bij de amateurs, bij de beroepsspelers en in 1945 werd ik kampioen van België. Ik mag niet stoefen, maar dat was met de grootste onderscheiding. Een eerste eigen orkest – The Swing Boys – kon niet uitblijven. Een tweede orkest ook niet: ‘De Nachtvlinders’. In 1955 kregen we een contract om de hele zomer op te treden in het Casino van Middelkerke.”

Hoe goed ken je Will Tura?

“Tussen mijn leerlingen zat een klein mannetje uit Veurne dat sinds zijn zesde niet meer van bij mij weg te slaan was: Tuurtje Blanckaert. Ik heb hier nog de beroemde foto uit 1951 waarop de toen 12-jarige Arthur als jodelende cowboy door mij en mijn accordeon begeleid werd tijdens de revues van Walter Richard, ook uit Veurne. In de allereerste bezetting van De Nachtvlinders zat Tuurtje ook. Will is dan aan het conservatorium gaan studeren en heeft natuurlijk een veel grotere carrière uitgebouwd dan ik. Voor een groot deel heb ik hem mee klaargestoomd. Net voor hij zijn eerste platencontract kreeg, zijn we nog samen naar Brussel geweest.”

Welke momenten waren de mooiste uit je lange carrière?

“Onmogelijk om ze allemaal op te noemen. Maar ik zal toch proberen. Mijn ontmoeting met koningin Fabiola die in 1977 het orgelmuseum van Koksijde bezocht en het feest voor mijn tachtigste verjaardag vanwege de gemeente Alveringem op 16 oktober 2005. Plots kwamen daar voor mij totaal onverwacht Will en Jenny de Kwelle binnen… Van een totale verrassing gesproken! In mijn tachtigste levensjaar heb ik nog het mannenkoor cHarrysma opgericht en in 2010 kreeg ik de cultuurprijs van de gemeente Alveringem.”

Hoe zal deze heel bijzondere verjaardag gevierd worden?

“Hen kennende, denk ik dat de kinderen iets zullen organiseren. Ik durf niet vragen wat het wordt en hoef het eigenlijk niet te weten. Ik laat het als verrassing op mij afkomen. Elke morgen ben ik gelukkig dat ik wakker word en een nieuwe dag mag beleven. Honderd jaar worden in goede gezondheid is geluk hebben. Of ik die dag iemand speciaal zou willen zien? Mijn overleden vrouwtje Jeannine! Maar dat zal niet lukken zeker hé… In dat geval zal ik me tevreden stellen met een bezoekje van mijn familie.”

Lees meer over:

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content