Joost debuteert met persoonlijke metal in ’t Iepers op Ieperfest: “Niet de bedoeling dat Amerikanen en Noren meebrullen, en anders is het mooi meegenomen”

In zijn album verwerkt Joost oude littekens en jeugdtrauma’s in zijn nummers. © Thijs Pattyn
Redactie KW

Zworte kop, in d’helle gedopt. ’t sop wos de boon noois weird. Kakkernest.” Voor het eerst zingt – en schreeuwt – Ieperling Joost Noyelle (48) metal in het West-Vlaams op een festival. Vlakbij zijn achterdeur voor meer dan twintig nationaliteiten op Ieperfest. De zelfgeschreven songs zijn heel persoonlijk.

“Het debuutalbum van Dudsekop – doodshoofd in het West-Vlaams – heet Liksems. Het gaat over mijn oude littekens en jeugdtrauma’s, die ik verwerk in de muziek met deze band, die ik begon in 2019”, vertelt Joost.

De man was dertig jaar geleden betrokken bij het ontstaan van Ieperfest, trad er meermaals op met verschillende bands in het Engels, maar zong er vrijdag voor het eerst in zijn eigen dialect. “De songs staan vol zinsnedes, spreuken en woorden in het oud Iepers.

Bijvoorbeeld: het eerste nummer heet ’n Dood up getepootn – ‘het loopt op zijn einde’. Gin roste noagel is de titel van een andere song en betekent helemaal niks hebben.”

Een getraind oor voor zwaardere muziekgenres én met roots uit de Westhoek, zou de liedjesteksten kunnen begrijpen tijdens het optreden van Joost. “Want ik zing ‘clean’. Doordat ik probeer te zingen, kan je het meeste begrijpen. Wanneer er ‘screams’ aan te pas komen, wordt het moeilijker. Maar ja, dat is metal hé. Het blijft allemaal een beetje schreeuwerig. Daarom zit er een tekstboekje bij de cd. Het is niet de bedoeling dat Amerikanen en Noren meebrullen op Ieperfest. En anders is dat mooi meegenomen.”

Ieperfest mag dan wel een lokaal festival zijn met een nichepubliek, de fans komen van over heel de wereld naar de weide tussen Ieper en Vlamertinge.

“Europeanen, Amerikanen, Japanners… meer dan twintig nationaliteiten”, zegt medeorganisator Davy Bauwen (43). “Onze muziek is extreem, hard en luid. Maar als je de tijd neemt om de teksten door te nemen, merk je dat het vaak gaat over maatschappijkritische zaken. Geen zinloos geschreeuw, dus.”

Aan dat ‘zinvol geschreeuw’ kwam bijna een eind, en dan moest corona nog beginnen. “Vroeger concurreerden we met het kapitaalkrachtiger festival Alcatraz”, vervolgt Davy. “Na de slechte editie van 2018 hadden we schulden. We beslisten om te verhuizen van half augustus naar het eerste weekend van juli en een crowdfundingactie te organiseren. Die actie leverde 25.000 euro op in drie weken en toonde dat we een trouw publiek hebben. In 2019 gingen we voor een kleinschaliger en gezelliger festival met twee in plaats van drie podia. Nu we weer schuldenvrij zijn, hopen we om onze 4.500 bezoekers van 2019 te evenaren, maar dit keer weer in drie volwaardige festivaldagen. Na twee jaar zonder Ieperfest wordt het een hartelijk weerzien met onze internationale hardcorefamilie. Deze 28ste editie heeft de beste line-up ooit, zonder lokale bands uit het oog te verliezen.”

En dus kreeg ook Dudsekop zijn plek op het podium. “De toekomst van dit festival hing aan een zijden draadje, maar Ieperfest blijft een gevestigde waarde. Het mekka van de underground”, stelt Joost. “Kom er dit weekend gezellig bij.” (TP)

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier