Franky De Smet-Van Damme vervelt van metalicoon tot brouwer: “Zelfs in Tokio drinken ze mijn bier”

© Christophe De Muynck
Philippe Verhaest

Franky De Smet-Van Damme. In metalmiddens staat de naam synoniem met die van een halfgod. Met Channel Zero reisde de Bruggeling de halve wereld af en liet hij duizenden fans meebrullen met hits als ‘Help’ en ‘Suck My Energy’. Anno 2022 tapt de man uit een ander vaatje. Letterlijk zelfs, want nu wil hij diezelfde wereld veroveren met zijn eigen biermerk Turbeau. “Het leven heeft me één grote les geleerd: als je iets doet, doe het dan met passie.”

Franky De Smet-Van Damme interviewen is als een geschenk met een reuzegrote strik errond krijgen. Twee uur lang grasduint hij met pretoogjes door zijn muzikaal verleden en vertelt hij honderduit over zijn tomeloze ambitie om een vaste waarde te worden in de biersector.

Toen hij in 2018 zijn Turbeau Noir – “een zwaar bier van acht procent, maar met de smaak van een mazoutje (mix van pils met cola, red.)” – boven de doopvont hield, had hij nooit durven dromen dat hij amper vier jaar later aan het roer zou staan van een stilaan uit de kluiten gewassen firma die jaarlijks 1.200 hectoliter godendrank aflevert.

“Ik heb geleerd om je dromen na te streven”, zegt Franky, terwijl hij van een Turbeau White nipt in het bekende Brugse biercafé 2be. “Dat deed ik als muzikant, nu als bierondernemer. En ik amuseer me te pletter, ook dát is van tel.”

Het grote publiek kent je nog altijd als frontman van Channel Zero. Waar komt die passie voor zware metalen vandaan?

(lacht) “Daar moeten we de Australische heren van AC/DC voor bedanken. Toen ik een jaar of twaalf was, kreeg ik het singletje van Hells Bells in handen. Ik speelde dat af op zo’n piepklein platendraaiertje en was van bij de eerste noten van mijn sokken geblazen. Zoiets had ik nog nooit gehoord. Ik krijg nu nog altijd kiekevel als ik eraan terugdenk. Maar een plan om ooit een eigen band op te starten, had ik toen nog niet echt.”

Hoe is dat gegroeid?

“Achteraf bekeken vormt muziek de rode draad doorheen mijn leven. Mijn ouders hebben nog een café gerund en daar stond zo’n authentieke jukebox. Dat ding oefende een enorme aantrekkingskracht op me uit. Roy Orbison, Abba, Elvis, de Dolly Dots… Het werd er bij me ingepompt. Ik denk dat die fase in mijn leven toen al een bepalende rol heeft gespeeld. En tijdens mijn middelbare schoolperiode was het hek helemaal van de dam. Op mijn veertiende zag ik, hier in Brugge, Motörhead optreden. Lemmy himself! In mijn herinneringen is hij toen zelfs met een heteluchtballon naast het podium geland. Daarna ging ik zo goed als wekelijks naar hardrockconcerten, tot in Nederland en Duitsland. Concertzalen werden mijn tweede living.”

“Op vandaag is bier mijn leven en Channel Zero mijn hobby”

Maar je stond nog altijd niet zelf op het podium.

“Op mijn achttiende moest ik mijn legerdienst vervullen, maar ik wilde mijn lange haren niet kortwieken. Ik koos voor burgerdienst en belandde op de dienst facturatie van het Brugmannziekenhuis in Brussel. In mijn vrije momenten hing ik rond in van die donkere repetitiehokken in onze hoofdstad en trok ik op met beginnende bands. Ik ben toen zelfs even roadie geweest.”

“Tijdens een soort open bar-avond kreeg ik de kans om zelf drie nummers te zingen. Ik weet nog goed dat ik For Whom The Bell Tolls van Metallica heb gebracht, de andere twee zijn wat flou. Maar: het gelegenheidspubliek was unaniem. Hier moet je iets mee doen, hoorde ik uit alle hoeken. Ik vond in Xavier Carion, Patrice Hubloux, Tino de Martino en Phil Baheux gelijkgestemde zielen, maar welke richting het uit moest, daar hadden we het raden naar. We wilden ons vooral jeunen.”

Had je meteen door dat er ook figuurlijk muziek in Channel Zero zat?

“Neen, gij. Ik was hoop en al 21 jaar oud, wist ik veel hoe de wereld in elkaar zat. We waren wel allemaal erg gedreven. Hardrock en metal was ons leven. We repeteerden zes dagen op zeven, we werkten keihard. Het was een fulltime job, maar we verdienden er letterlijk niks mee.”

Herinner je je nog je eerste optreden?

“Dat was in de Roxy in Dendermonde. Een legendarische zaal in metalmiddens. We speelden er het voorprogramma van twee Nederlandse groepen, maar er stond toch zo’n vijfhonderd man op ons te wachten. Ik was dóódnerveus. Do or die, hé. Gelukkig was het do. We waren vertrokken.”

Wie is Franky De Smet-Van Damme?

Franky De Smet-Van Damme vierde op 7 januari zijn 53ste verjaardag en groeide op in Zottegem en Geraardsbergen. Sinds 2013 woont hij in Brugge. Darline Van Heule is zijn levenspartner, Kiki (20) is zijn dochter.

Franky stond in 1990 mee aan de wieg van de Belgische metalband Channel Zero. Met nummers als Help, Suck My Energy en Black Fuel groeide de groep uit tot een wereldwijd fenomeen.

In mei 2023 wordt de dertigste verjaardag van Channel Zero in uitgesteld relais gevierd met drie optredens in de Ancienne Belgique in Brussel.

Sinds 2018 waagt Franky zich met Turbeau ook in de bierwereld.

Nu legt de man zich vooral toe op de uitbouw van Turbeau Rock Brewing Company, waarmee hij ondertussen vier verschillende bieren heeft gecreëerd.

Jullie grote doorbraak kwam er in 1994 met jullie derde album, ‘Unsafe’.

(knikt) “Met Help en Suck My Energy op de tracklist. Plots waren we hoofdact en raakten we ook buiten het wereldje bekend. In één klap ging onze naam in metalkringen tot ver buiten België over de tongen. In eigen land waren we het Clouseau van het genre. Met dank ook aan Studio Brussel, toen nog een écht alternatieve radiozender. Jan Hautekiet was fan van ons, dat zorgde voor heel wat airplay.”

© Christophe De Muynck

De puzzel viel midden jaren negentig perfect in elkaar.

“Maar een marketingplan was er niet. In 1995 stonden we voor het eerst op de main stage van Rock Werchter. Live had gecanceld en wij kregen de vraag om in te vallen, terwijl we niet eens op de affiche stonden. Om 11 uur ’s ochtends stond er 45.000 man met ons mee te brullen. Op dat moment overstegen we ons eigen genre en toonden we de wereld waar metal om draait. Passie. Energie. Het leven heeft me één grote les geleerd: als je iets doet, doe het dan met passie. Alleen zo kan je iets bereiken. Maar als Live die dag niet had afgebeld, dan zou de wereld er voor Channel Zero heel anders kunnen uitgezien hebben. En zaten wij hier nu niet.”

Jullie hebben enkele regelrechte evergreens op het palmares prijken. Trots op?

“’t Zal wel zijn. Voor Help heb ik echt moeten vechten. De rest van de band liep er niet warm voor, het stond zelfs bijna niet op het album. Terwijl het een no-brainer was. Help zit nu in het collectieve geheugen. Wat Mia voor Gorki is, is Help voor Channel Zero. Dat nummer heeft deuren geopend.”

En jullie de halve wereldbol laten rondvliegen.

(glundert) “Europa hebben we zeker tien keer doorkruist. We zijn in Australië geweest, Azië… Enkel de Verenigde Staten bleef onontgonnen terrein. Megadeth wilde ons nochtans op sleeptouw nemen naar een groot festival in Milwaukee in Wisconsin, maar budgettair kregen we het niet rond.”

Nooit de vraag gesteld: wat als?

“Wie zal het zeggen? Misschien waren we nu wereldsterren, misschien werden we daar in het noorden van de States uitgejouwd. (lacht) Channel Zero heeft een mooi parcours afgelegd. Dat is het belangrijkste. En we hebben nog twee van onze albums op Amerikaanse bodem laten mixen: in Nashville en New York. Zo zijn we er toch een klein beetje geweest.”

Is het leven op tournee ook effectief seks, drugs en rock ’n roll?

“Jep. En een hoop miserie en getjool. Die jaren hebben me ook zelfstandig gemaakt. We moesten ons plan trekken. Je kan niet geloven hoeveel keer we vanuit een telefoonhokje stonden te bellen om uit te vogelen waar we exact moesten optreden. Gsm-toestellen en navigatiesystemen waren toen nog onbestaand, hé. Ik voelde me ook een beetje de verantwoordelijke papa van de band, de man die alle kleine en grote brandjes moest blussen. Misschien moet ik ooit werk maken van een boek. Of een film. Wat wij meegemaakt hebben…”

Geef eens een korte trailer.

“Tijdens de Balkanoorlog traden we op in Joegoslavië. We hebben er een bommelding gehad, we moesten door militairen naar onze tourbus begeleid worden omdat enkele halve zotten niet wilden dat we zouden spelen, we zijn nog onder schot gehouden geweest… Enfin, het ene zotte verhaal na het andere.”

Zo’n 22 jaar na de eerste noten blijft Channel Zero populair. Kan je daar een verklaring voor geven?

“Herkenbaarheid. We hebben een eigen sound weten te ontwikkelen. Een geluid dat de tand des tijds weet te doorstaan. Ons laatste optreden ligt al even achter ons, maar we zien nu vaders met hun zonen in het publiek staan. We werken generatieoverschrijdend. Mooi, toch? Volgend jaar in mei vieren we – eindelijk – onze dertigste verjaardag met drie optredens in de Ancienne Belgique. In 2010 deden we dat ook om twintig jaar Channel Zero te vieren. We planden toen één concert, maar het werden er uiteindelijk zes.”

Franky De Smet-Van Damme aan het werk tijdens de reünieconcerten van Channel Zero in 2010.
Franky De Smet-Van Damme aan het werk tijdens de reünieconcerten van Channel Zero in 2010. © Belga

Zien we jullie deze zomer tijdens de grote verrijzenis der festivals?

“Neen. Onze gitarist – Mikey Doling – en drummer, Seven Antonopoulos, is een Amerikanen en die kunnen we niet zomaar laten overvliegen. Daarvoor zijn enkele optredens kort na elkaar nodig. We zetten alles op 2023. Dat zorgt er ook voor dat ik tijd en ruimte heb om me op mijn andere grote liefde toe te leggen: mijn bier.”

“Brouwers zijn even gepassioneerd als muzikanten. Wie ermee bezig is, gaat ervoor”

Turbeau Rock Brewing Company doet het inderdaad niet slecht…

“Terwijl het, net als Channel Zero indertijd, zonder grote ambitie is gestart. In 2018 kon ik bij de Ichtegemse Brouwerij Strubbe mijn Turbeau Noir laten brouwen. Samen met Stefaan Strubbe had ik een jaar aan het recept geschaafd. Ik wilde gewoon een eigen bier lanceren, maar het bleek de aanzet van een compleet nieuwe carrière: in een sector die helemaal niks met muziek te maken had. Al was de Turbeau Noir in eerste instantie een schot in de roos bij metalfans.”

Hoe gaat het nu met de ondernemer in Franky De Smet-Van Damme?

“Zeer goed, dank u. Ik heb ondertussen vier verschillende bierstijlen: de Noir, de IPA, de White en de Blonde. Mijn respect voor Stefaan Strubbe is onmetelijk groot, want hij heeft me op weg gezet. Ondertussen brouw ik bij BeerSelect in Gent omdat daar grotere volumes mogelijk zijn, maar de geboorte van Turbeau ligt voor eeuwig en altijd op Ichtegemse bodem. Dit jaar willen we 1.200 hectoliter brouwen en ons landje overstijgen. Meer nog: straks liggen de Turbeautjes zelfs in de winkelrekken in Tokio, Japan. Te gek, toch?”

Kan je ook al zelf brouwen?

“Da’s een kunst, heb ik geleerd. Ik wil wel een brouwcursus volgen, maar de tijd ontbreekt me momenteel. Vandaag doe ik alles, behalve het brouwen zelf. Ik verzorg de marketing, verpak de bieren, sta in voor de administratie… Mijn doel is om van Turbeau Rock Brewing Company een rendabel en florerend bedrijf te maken dat op een duurzame manier heerlijke bieren voortbrengt. Sinds kort heeft mijn neef Johan De Smet-Van Damme de Turbeau-rangen versterkt. Hij is al 35 jaar actief in de brouwsector en heeft bákken ervaring. Samen willen we Turbeau definitief op de kaart zetten.”

© Christophe De Muynck

Zijn er gelijkenissen tussen de muziekwereld en de brouwbranche?

“Brouwers zijn even gepassioneerd als muzikanten. Wie ermee bezig is, gaat ervoor. 24 op 7. Misschien is dat wel de reden waarom ik me er zo snel heb thuis gevoeld. Ik wil dit in elk geval tot aan mijn pensioen doen.”

Om dan tevreden achterom te kijken?

“Voilà. Dan kan ik vanuit mijn schommelstoel naar mijn platenbak met de Channel Zero-albums turen, terwijl ik van een Turbeau geniet. Meer hoeft dat toch niet te zijn?”

We kunnen je alleen maar gelijk geven. Of nog beter: tijdens een concert van Channel Zero je fans van je bieren zien drinken!

“Wie weet. Deze zomer zal onze IPA en Blonde al op Alcatraz te verkrijgen zijn. De max, hé? Mocht Turbeau uitgroeien tot hét bier van de hardrock- en metalfan, dan zal ik een zéér gelukkig mens zijn.”

Stel, je moet kiezen: nog een wereldhit scoren met Channel Zero of je bieren die incontournable zijn?

“Awel, ik ga voor het tweede. Mijn biertjes zijn momenteel zó belangrijk in mijn leven. Plus: ik heb er controle over. De muzieksector is erg onvoorspelbaar. Er zijn erg veel externe factoren die over winst of verlies bepalen, bij Turbeau Rock Brewing Company heb ik alles in de hand. Als prille vijftiger wil je wel wat zekerheid in je leven. Mijn dochter Kiki volgt momenteel haar tweede jaar in haar tandartsenopleiding, ik wil haar ook de ruimte geven om haar droom waar te maken.”

Wil dat zeggen dat Channel Zero wat dieper in de schuif is beland?

“Neen. Maar voor nieuw werk moet je voldoende tijd hebben. Tussen de soep en de patatten snel-snel wat nummers in elkaar flansen, daar bedank ik voor. Zeg nooit nooit, ik zie wel wat de toekomst brengt. Op vandaag is bier mijn leven en Channel Zero mijn hobby. Maar wel een zeer belangrijke, want zonder Channel Zero zou Turbeau er niet zijn. Dat besef ik maar al te goed.”

© Christophe De Muynck
Een beeld van Channel Zero uit 2014.
Een beeld van Channel Zero uit 2014. © F. Moulaert