Naar jaarlijkse gewoonte verzorgde de Band of Brothers op Wapenstilstand een mooie plechtigheid op het Dadizeelse New British Cemetry. Tijdens deze plechtigheid werd er een eerbetoon gebracht aan de Schotse soldaat Peter Keill.
Elk jaar speelt Band of Brothers op de militaire begraafplaats in Dadizele ter ere van de gesneuvelden uit de Eerste Wereldoorlog. Dit jaar droegen ze hun optreden op aan soldaat Peter Keill, maar ook aan Marc Cardoen die onlangs stierf. “Marc was jarenlang bestuurslid van de fanfare en was tijdens zijn laatste levensjaren nog altijd benieuwd naar het reilen en zeilen van ’t muziek”, aldus Domien Bekaert van de Band of Brothers. De muzikanten brachten zowel op de militaire begraafplaats als aan het voormalige gemeentehuis in Dadizele een passend vleugje muziek.
Soldaat
Tijdens de plechtigheid op de begraafplaats werd het verhaal van soldaat Peter Keill verteld. Keill werd geboren op 20 mei 1898 in Govan, vlak bij het centrum van Glasgow in Schotland. Peter nam dienst bij de Argyll and Sutherland Highlanders en werd later overgeplaatst naar het 5de Bataljon The Seafort Highlanders voordat hij zijn definitieve transfer kreeg naar het 7de Bataljon.
Op dinsdag 1 oktober 1918 bevond het 7de Bataljon Seaforth Highlanders zich in verzamelposities voor Slypskapelle. Na een kort spervuur vielen ze een kwartiertje later aan en bereikten ze met succes hun eerste doel, de spoorweg van Menen naar Roeselare ten noorden van Ledegem. Na een pauze zetten ze de aanval voort, maar toen stootten ze op hevige weerstand. Het bataljon telde die dag 23 gesneuvelden, 4 vermisten en 73 gewonden. Peter Keill, 20 jaar oud, was een van de slachtoffers, slechts enkele weken voor het einde van de Eerste Wereldoorlog.
“Peter Keill, samen met zovele anderen, beantwoordde de oproep van zijn land, diende met eer en gaf zijn leven in dienst van de natie”, aldus de leden van de Band of Brothers.
Vermist
De locatie waar Peter Keill sneuvelde was verloren gegaan en hij werd als vermist opgegeven. Hij werd aanvankelijk herdacht met enkel zijn naam op het Tyne Cot Memorial in Passendale, maar na nieuw onderzoek werd zijn graf in Dadizele gelokaliseerd.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier