Arne Cools (46) is een muzikale duizendpoot. Hij is met diverse muzikale projecten bezig maar vriendschap en samenhorigheid komen bij Arne op de eerste plaats.
Arne Cools (46) werkt als individuele begeleider bij Atoom80, onderdeel van vzw Oranjehuis, en begon al op zevenjarige leeftijd te trommelen bij Frans Bekaert. “De kiem was gezaaid en al snel kwam ik in het toenmalige trommelkorps terecht. Meester Hinnekint leerde me wat noten lezen en toen ik negen was, mocht ik naar de muziekschool”, vertelt Arne. “Zoals velen ben ik gestart als trommelaar, maar na een jaar muziekschool nam ik er graag de bugel bij. Wat was ik blij met dat mooie instrument! Ik speel intussen ook cornet en trompet, de ‘vriendjes’ van de bugel. Ook het slagwerkinstrumentarium heb ik nog verder uitgebouwd en tijdens corona waagde ik me verder aan piano en een beetje ukelele, maar dat is eerder iets om me thuis mee te amuseren.”
Het leukste aan een fanfare vindt hij de vriendschap en de gedrevenheid om er samen iets moois van te maken. “Ongeacht je leeftijd of je talent kun je erbij horen als je je ervoor openstelt. Muziek is een erg mooie manier om mensen te verbinden en te ontroeren.”
Droom
Als dirigent van trommelbands is hij al bij heel wat korpsen gepasseerd, maar momenteel is hij vast verbonden bij Passendale, Lichtervelde en Kachtem, maar ook bij Brassband Leieland op de cornet en bij drumband Styx uit Ledegem is hij regelmatig aan de slag. Andere muzikale projecten van Arne zijn Gitsy Streetband en zijn partyband De Toâpe Geraapte. Hij is ook bijzonder fier op zijn drumband Vrede en Eendracht uit Kachtem.
“Op 14 maart mag ik voor de vijfde keer optreden in De Spil in Roeselare. Daar verenig ik in een totaalspektakel alle muzikale projecten waar ik momenteel bij betrokken ben. Maar het is mijn betrachting en droom op muzikaal gebied om een eigen nummer te schrijven of zelfs een volledige plaat uit te brengen, die minstens één iemand beroert. Een andere droom is om voor de vrienden van de Brassband Europees kampioen te worden, te starten met de Belgische titel.” (NVZ)