Unieke camera’s van meer dan 100 jaar oud te zien bij Belle Epoque Centrum in Blankenberge: “Er is steeds meer belangstelling voor antieke fotografie”

De nieuwe tijdelijke expo ‘Belle époque door de lens’, nog tot 25 juni volgend jaar te bezichtigen in het Belle Epoque Centrum, focust deze keer op fotografie met onder meer enkele retropareltjes van collectioneur Nic Ottevaere. “Antieke fotografie zit vandaag opnieuw in de lift”, aldus de uitgeweken Blankenbergenaar.

‘Belle époque door de lens’ brengt de rijke geschiedenis van de fotografie tot leven. “De expo laat ons zien hoe revolutionair en vernieuwend de technologie was in de belle-époqueperiode, en hoe ze onze manier van herinneringen vastleggen voorgoed veranderde.”

“Het is voor de bezoekers een unieke kans om te ontdekken hoe fotografie van een luxeproduct voor de elite evolueerde naar iets dat vandaag zo vanzelfsprekend is”, zegt schepen Kathy Kamoen (Open VLD).

Iedereen is fotograaf

Aanvankelijk diende een fotocamera enkel voor professioneel gebruik, voor de fotograaf in zijn studio. Maar al snel kon je ook thuis aan de slag met je eigen draagbare camera met filmrolletje. In de tijdelijke expo ‘Belle époque door de lens’ ontdek je hoe fotografie vanaf de belle époque een ware rage werd.

“Fotografie is vandaag voor iedereen beschikbaar. We staan er niet meer bij stil: even je smartphone erbij nemen en ‘klik’, je hebt iets digitaal vastgelegd op beeld. Iedereen is fotograaf. Maar hoe begon het eigenlijk allemaal? In de 19e eeuw ontwikkelde de fotografie zich, onder meer door de uitvinding van de ‘Kodak’ plots razendsnel”, vertelt Charlotte Hoste van het Belle Epoque Centrum.

Toverlantaarn

De expo verloopt in samenwerking met FOMU Antwerpen, Huis van Alijn Gent, Cinematek Brussel, HEY Knokke-Heist, Het Letterenhuis Antwerpen, Stadsarchief De Benne-Blankenberge en enkele privéverzamelaars.

Zo leverde ook fotograficaverzamelaar Nic Ottevaere (78), oud-Blankenbergenaar en gewezen lid van de Blankenbergse cultuurraad maar tegenwoordig woonachtig in Edegem, enkele pareltjes voor deze expo: onder meer een Watson uit 1884, de beginperiode van de belle époque, een Zeiss Ikon uit 1908 en zowaar ook een lanterna magica of toverlantaarn, voorloper van de diaprojector.

De man is al decennialang verzamelaar en heeft thuis meer dan zeshonderd van die unieke toestellen liggen, maar dit is pas de eerste keer dat hij ermee naar buiten komt. Al vele decennia houdt Nic zich in zijn vrije tijd bezig met uiteenlopende vormen van fotografie. “Ik assisteerde als kind al in de fotozaak van mijn vader, waar ik mij vooral bezighield met retouches. De digitale fotografie heeft natuurlijk veel veranderd, maar ik herinner mij nog dat er aan het einde van een vakantieperiode vaak een lange rij klanten stond aan te schuiven om hun fotorolletjes te laten ontwikkelen”, zo vertelt Nic.

Antieke fotografie herleeft

Met de komst van de smartphones hebben veel mensen hun oude ‘fotorolletjescamera’ in de kast opgeborgen, maar toch zijn er nog steeds amateurs die nog op de ouderwetse manier bezig zijn. Ook Nic ziet vandaag weer meer liefhebbers van de antieke fotografie.

“Er is een hernieuwde belangstelling voor fotorolletjes met chemie, of zelfs met glasplaten die de fotograaf dan zelf lichtgevoelig moet maken. Toen ik dat proces zag bij een bevriende hobbyfotograaf in Gent, wekte dat ook bij mij de interesse op en nu fotografeer ik met een antieke houten camera uit mijn eigen verzameling, met lenzen van meer dan een eeuw oud, belichtingstijden van meerdere seconden en een chemisch proces waarbij zowel voor als na het maken van de foto van alles fout kan gaan”, klinkt het.

Na enkele omzwervingen vond Nic een eigen studio met museumruimte in Merksem. Hij is aangesloten bij fotograficaclub Lucifer in Deventer, Nederland en is geregeld terug te vinden op beurzen.

(WK)