“Mijn vriendin blijft werken in het museum. Zo zal ik toch elke avond op de hoogte blijven van het reilen en zeilen in het museum”, lacht Piet Chielens, de pas gepensioneerde directeur van het In Flanders Fields Museum op het einde van zijn laatste werkdag. Onder de Menenpoort blikt hij terug op zijn carrière, maar ook vooruit: “Ik heb 25 jaar geschreven voor het museum. Ik zal nu eens proberen of ik het ook voor mezelf kan.”
De Menenpoort blijkt als een rode draad door het leven van Piet Chielens te lopen. Niet alleen doen veel namen op de muren bij hem een belletje rinkelen, hij woont ook vlakbij in Lange Torhoutstraat én hij heeft een foto van zijn ouders die tijdens WO II poseren op de plaats waar hij nu zit. “Je kan zien hoe de brug over de vestinggracht is opgeblazen. Het is dus met sporen van een andere oorlog.”
Hoe kijk je terug op jouw carrière in het In Flanders Fields Museum?
“Als een fantastische tijd. Er zijn een aantal dingen gebeurd die het gunstig maakten voor ons. De eeuwherdenking, ondersteuning vanuit de provincie, het gegeven dat het vrij snel een succes bleek bij het publiek… Zo kon het museum groeien. Ondertussen overstijgt het de grenzen van Ieper. We hebben er hard voor moeten knokken, maar het is gelukt. Het is een periode om met enorme voldoening op terug te kijken.”
Wat deed je het liefst?
“De vertaalslag van de staat van het historisch onderzoek naar het grote publiek. Dat was ook mijn opdracht. Het gaat over verhalen vertellen, maar tegelijk is de wijze van vertellen iets dat voortdurend verandert omdat ook het publiek verandert. Dat is zalig als je je daar professioneel mee kan bezighouden.”
Door corona zit het museum nu wel in woelig vaarwater.
“In normale jaren komt twee derde van ons publiek van buiten België. Dat hebben we het laatste anderhalf jaar niet gehad. Maar het Belgische publiek is ons trouw gebleven. Dat blijkt uit alle cijfers. In normale jaren gaan wij uit van 200.000 bezoekers. Een derde zou dan 66.000 zijn en dat zullen we overschrijden dit jaar.”
Troost vind ik in de menselijke creativiteit zoals muziek en kunst
“Dat andere grote spook is brexit. De gevolgen daarvan moeten zich nog beginnen af te tekenen. Maar ik ben optimistisch, wat niet wel zeggen dat er geen moeilijke periode komt. Het is duidelijk dat de economie van Groot-Brittannië klappen krijgt door brexit, veel meer dan wij. Het gevolg daarvan is dat het gewoon duurder wordt om naar Ieper te komen, waardoor je een deel van je publiek verliest.”
Zal je het kunnen loslaten?
“Ik neem wel een vrijwilligersrol op in het museum, al is het maar omdat ik dan de deur achter mij niet volledig dicht hoef te trekken. Dat wil ik nog vele jaren kunnen uitstellen. Ik blijf ook lid van de vriendenvereniging. Afgelopen weekend trokken we met zestig vrienden voor een weekend naar de Somme. Daar speel ik mijn rol en dat zal ik dat blijven doen zolang mijn gezondheid het toelaat. Ik heb gezegd tegen mijn opvolger Stephen Lodewyck dat mijn deur altijd open staat, maar ik wil absoluut niet in allerhande commissies en raden van bestuur gaan zetelen om een soort schoonmoeder te worden. Dat zou een hypotheek leggen op het werk dat hij nu gaat doen. Ik heb er het volste vertrouwen in dat de visie wordt verder gezet.”
Je werd dag in dag uit geconfronteerd met de gruwel van de oorlog. Werd je daar niet somber van of cynisch?
“Zeker niet cynisch, maar ik heb wel gevoeld dat ik daar troost bij nodig heb. Je went daar dus niet aan. Integendeel, met het ouder worden dreigt het nog een grotere impact te hebben. Je hebt kinderen, kleinkinderen, je weet wat oorlogen kunnen doen… De heiligste schrik heb ik voor oorlog. Dat heb ik in mijn job echt wel geleerd. Troost vind ik in de menselijke creativiteit: muziek, kunsten… Dat is het beste antigif om daar niet aan onderdoor te gaan.”
Wat betekent de Menenpoort voor jou?
“Het beeld van de Europese leiders onder de Menenpoort in juni 2014, dat vind ik een beeld om te koesteren. Dat is het omgekeerde van de oorlog. Voor de rest zijn het verhalen. Hoe meer je bezig bent in het vak, hoe meer mensen je doorheen de namen ziet.”
Heb je nog dromen of ambities?
“Ik 25 jaar geschreven voor het museum. Ik zal nu eens proberen of ik het ook voor mezelf kan. Fictie of non-fictie? Dat weet ik dus niet. Daar zal je misschien over een paar jaar iets van horen, maar dat moet ik op zijn minst eens proberen. Voor de rest: ik heb vier kleindochters. Daar is ook werk aan. Daarnaast is er ook het werk in het museum als vrijwilliger. Ik denk dat mijn week dan goed gevuld zal zijn.”
Privé: Piet werd geboren in Reningelst op 5 mei 1956. Hij is de zoon van Boudewijn Chielens en Maria Dumont en heeft nog twee broers en drie zussen: Hilde, Marijke, Joke, Frank en Wim. Hij woont samen Annick Vandenbilcke. Zijn eerste vrouw Carmen Gruwez overleed in 2006. Hij heeft twee kinderen Janpieter en Lize, en twee pluskinderen Margot en Matteo. Er zijn ondertussen ook al vier kleinkinderen.
Opleiding: Na de lagere school in Reningelst en het Sint-Janscollege in Meldert volgde hij economische wetenschappen en politieke en sociale wetenschappen in Leuven.
Loopbaan: Na zijn studies werkte Piet eerst 13 jaar voor Krediet aan de Nijverheid in Reningelst. Vervolgens was hij 25 jaar actief in het In Flanders Fields Museum.
Het beste van KW
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier