Een stad als Ieper weet maar al te goed welke verwoesting een oorlog kan aanrichten. De Eerste Wereldoorlog is er intussen al meer dan 104 jaar geleden voorbijgeraasd, maar de huidige musea worden er nog elke dag mee geconfronteerd. De collecties tonen de vernielingen en missen talloze stukken, die voorgoed verloren zijn. Een lot dat nu dreigt voor steden in Oekraïne. Dat blijkt uit beelden van Roman Nekoliak, die ooit stage liep in een Iepers museum, dit najaar mee de Nobelprijs voor de Vrede won en nu waarschuwt voor het erfgoed in zijn thuisland. “De Russen doen hier hetzelfde als de nazi’s.”
Roman Nekoliak (30) deed vijf jaar geleden een stage in het Ieperse In Flanders Fields Museum (IFFM) en werkt nu voor het Centre for Civil Liberties, een mensenrechtenorganisatie in Kiev en winnaar van de Nobelprijs voor de Vrede. De zelfverklaarde verdediger van mensenrechten vergelijkt sinds kort beelden uit WO I en de oorlog in zijn thuisland. “De gelijkenissen zijn treffend”, vindt Dominiek Dendooven, een wetenschappelijk medewerker van het IFFM die contact hield met Roman.
Dag 296
“Vandaag is dag 296 van de oorlog, maar het zinloos en onnodig lijden van vrouwen en kinderen went nooit”, zegt Roman vanuit hoofdstad Kiev. Hij verzamelt er getuigenissen van oorlogsmisdaden en uit nu ook zijn bezorgdheid over het erfgoed in zijn land:
“Het Russisch leger vernielt systematisch culturele en religieuze objecten, architecturale monumenten, musea, scholen, bibliotheken, kerken, synagoges en moskeeën. Soms worden museumstukken gestolen en meegenomen naar Rusland. Zoals de nazi’s deden in Frankrijk en Polen.”
Alle Ieperse musea geven nu gehoor aan de oproep van Faro, het Vlaams Steunpunt voor cultureel erfgoed: “schenk beschermmateriaal aan Oekraïne, om nog meer schade aan het erfgoed te voorkomen”.
Nuttige materialen
Door recente verhuisbewegingen in het Ieperse museumlandschap hebben het In Flanders Fields Museum, Yper Museum en Merghelynck Museum heel wat nuttige materialen in stock. Het gaat onder meer om museumfoam, beschermingsdriehoeken en folie.
“Zulke materialen hadden we tijdens de verhuis in grote hoeveelheid nodig, nu veel minder en dus kan een deel geschonken worden”, aldus Dimitry Soenen, schepen van de Ieperse musea (N-VA).
Beschadigingen
Het materiaal vertrekt begin volgend jaar naar Oekraïne. “De beelden uit Oekraïne beklijven, de menselijke tol is hoog. Oorlog raakt niet alleen mensenlevens. Ook de omgeving waarin mensen leven, krijgt het zwaar te verduren”, stellen de Ieperse musea. “Sinds de start van de Russische inval is de schade aan het erfgoed bijzonder groot. Unesco houdt de vinger aan de pols over de toestand van het patrimonium in het oorlogsgebied. Kort na de inval bereikten ons beelden van monumenten en beelden die beschermd werden met zandzakjes en museummedewerkers, die belangrijke collectiestukken in veiligheid brachten.”
“Ondanks deze inspanningen is er intussen een lange lijst van beschadigde of vernietigde monumenten, kunstwerken, historische collecties en gebouwen. Het vernietigen van erfgoed is vaak een onderdeel van een oorlogsstrategie. Het gaat niet alleen om het aanvallen van schoonheid of trots, maar vaak is het een poging een verleden te wissen. Als museummedewerkers willen we niet alleen toekijken, maar effectief collega’s in Oekraïne helpen waar mogelijk.” (TP)
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier